Zottegem, 03/02/2017 – PERSBERICHT Bart Lateur en Luc Joosten, leden van het beheersorgaan CC Zoetegem – In haar persbericht eerder deze week (d.d. 31/01/2017) beschuldigde schepen Sandra De Roeck (Spa) Open Vld ervan de prijs voor de ondergrondse parking onder het oud college te hebben opgeteld bij het voorziene budget voor de bouw van de cultuurzaal. Een rekenfout die wellicht nooit de kranten zou halen. Helaas vergist de schepen zich hier schromelijk. Wij hebben die parking nooit opgeteld bij het budget voor het cultuurcentrum. Dat is dus een valse beschuldiging. Die willen wij bij deze graag zien rechtgezet. De waarheid heeft zijn rechten. Er bestaat geen meningsverschil over het bedrag in de begroting en de inhoud van het bestek. Er staat 10 miljoen euro in voor de bouw van een ondergrondse parking, een cultuurzaal en een academie. Wij hebben nooit iets anders beweerd. We staan ook achter de drie projecten. We vroegen ons gewoon af of dat bedrag zal volstaan. Daarom hebben we zelf een berekening gemaakt[1]. Volgens onze berekening komen we niet toe. We komen bijna vier miljoen euro te kort. Dat kan oplopen tot zes miljoen euro. De vraag is dan hoe de meerderheid dat gat gaat dicht rijden? Er zijn maar twee opties: budget optrekken of plannen aanpassen.
De plannen voorzien in de bouw van een ondergrondse parking. Het aantal parkeerplaatsen is niet exact bepaald, maar de schepen mikt op 150. Ten twee de bouw van een cultuurzaal van maximaal 400 plaatsen en een academie voor muziek, woord en dans voor 1900 leerlingen[2]. Dat is de opdracht. Ze opteren wel voor de onderhandelingsprocedure. Ze doen dat omdat ze op voorhand de prijs niet kunnen bepalen. Er is namelijk nog geen vaststaand programma van eisen. Er kan dus nog worden onderhandeld over de prijs en de eisen.[3]
Indien er over de prijs (10 miljoen) niet te onderhandelen valt, moet er worden onderhandeld over het plan. Als dat geen optie is, zal er over het budget moeten worden onderhandeld. Open Vld wil de uitgestrekte hand van de schepen aannemen en inhoudelijk haar schouders zetten onder de realisatie van het project. Wij opteren ook voor een constructieve aanpak. Niemand wordt beter van eindeloos gehakketak en valse beschuldigingen.
Bart Lateur en Luc Joosten
Leden van het beheersorgaan CC Zoetegem
[1] Zie www.bartlateur.be
[2] Concreet: met: een ontvangstruimte en foyer liefst met cultuurcaf é, een administratieve ruimte voor 8 personeelsleden met eetruimte en vergaderruimte, een multifunctionele auditiezaal met 100 tot 150 plaatsen, een cultuurzaal, een artiestenruimte met 2 voldoende ruime kleedkamers (schminktafel, douche, toilet) en 1 gemeenschappelijke ruimte met apart keukentje en een academie voor 1900 leerlingen met 16 componenten (muziekbibliotheek (partituren, AMC, raadpleging databank,…); twee dansruimtes met spiegels, barres en aangepaste vloer; vijf kleedkamers met lockers en douches: 2 voor jongens, 2 voor meisjes en 1 voor leraren; twee woordklassen met berglokalen voor rekwisieten; vier multifunctionele klassen voor groepsvakken (AMV, AMC, groepslessen viool, cultuurklassen,..); slagwerkklas (gelijkvloers met dubbele deur en akoestisch geïsoleerd); samenspelklas (gelijkvloers met dubbele deur); comboklas / jalm slagwerk (gelijkvloers met dubbele deur, akoestisch geïsoleerd); twaalf instrumentklassen met ruimte voor piano’s, computer, … ; berging: instrumenten, danskostuums, versterkers, technisch materiaal, verhuurinstrumenten, dranken, podiumelementen, … ; berging: poetsmateriaal; archief voor de administratie: leerlingendossiers, examens, personeelsdossiers, affiches, … ; toiletten; fietsenstalling; lift ruim genoeg om slagwerk, piano, … te transporteren; repetitieruimte voor jongeren — ook te gebruiken door verenigingen).
[3] Wij citeren: ‘Die wordt gebruikt wanneer het in uitzonderlijke gevallen gaat om diensten waarvan de aard of de onzekere omstandigheden verhinderen op voorhand een globale prijs vast te stellen. Het ontwerpen van een nieuw cultuurcentrum, stedelijke academie voor muziek, woord en dans en ondergrondse parkeermogelijkheid is bovendien een technisch complexe opdracht. E én en ander impliceert dat de Aanbestedende Overheid bij aanvang van de gunningsprocedure geen precies en vaststaand programma van eisen kan vaststellen. Hieruit volgt dat het voor de Aanbestedende Overheid onmogelijk is om thans de globale waarde van de uit te voeren diensten te bepalen. Het evolutief karakter van het programma van eisen vereist bovendien dat de Aanbestedende Overheid en de inschrijvers over dit programma moeten kunnen onderhandelen.’