Zottegem, 24/02/2017, interview met Anny Bert.
De Beiaard: De lezers kennen je van je wekelijkse columns maar je hebt meer geschreven. Vertel eens.”Inderdaad, korte stukjes schrijven was altijd iets voor mij. Vroeger heette dat cursiefje, later werd het column. Ik had het telkens over stukjes. Ik verzamelde ze in een eerste bundel “Stukken beter, bedankt!”en een jaar later, in 2010, volgde een tweede: “Niet van mijn stuk gebracht”, beide uitgegeven bij Boekscout.nl waar leeslustigen ze nog steeds online kunnen bestellen.”
https://www.boekscout.nl/shop2/boek.php?bid=783
https://www.boekscout.nl/shop2/boek.php?bid=1729
De Beiaard: Wie is Anny Bert ?
Ik ben geboren en getogen in het hartje van Zottegem, in de Nieuwstraat, in de oorlogsjaren zodat ik al Abraham zag passeren maar ook de rest van zijn familie. Ik ben later naar Bevegem getrokken, waarmee ik in mijn columns van de papieren Beiaard vaak de draak heb gestoken, terecht.
Ik had jarenlang een staand beroep want voor een klas staat men (tegenwoordig ligt men veelal…aan de voeten van de ouders en de leerlingen) en dat was in Denderleeuw. Ik gaf Nederlands in een tijd zonder smartschool, een tijd waarin de jeugd Timmermans kende als een auteur, niet als een mogelijke deelnemer aan Temptation Island.
De Beiaard: Taal is voor jou belangrijk. Vanwaar die liefde ?
Eigenlijk stak de liefde voor taal wel altijd torenhoog uit boven die voor wiskunde en wetenschappen bv. Ik hield van opstellen maken, schreef ze zelfs voor anderen en als ik eens ver terug ga in de tijd, zie ik dat we thuis ook dikwijls speelden met taal, simpel, naïef, competitief, vindingrijk. Was het een bezoek aan de dierentuin of de doortocht van een circus maar meestal waren het dierennamen voor spelletjes die games en Ketnet moesten vervangen. Iemand zei “wolf” en de volgende vormde met de laatste letter “fret”. De tijger, de rat, de torenvalk kwamen en gingen en soms was mijn drang om er niet uit te vliegen zo groot, dat ik de fauna meteen verrijkte met nieuwe exemplaren van dieren. Toen ik echter wilde scoren met de “torentijger” , lag het spel plots stil. Mijn zussen hadden schrik dat er nog een “torenbeer” zou volgen. Later kwamen de steloefeningen en de verhandelingen en ook daarna, in 4e Latijnse en 4e economische (toen gebruikte men nog woorden, geen afkortingen en had iedereen door welke richting je bedoelde) volgden de stel- en stijloefeningen zich op. Gebruik je nu bij de jeugd het woord “verhandeling”, dan nemen ze hun oortjes uit en vragen : welke handeling ?
De Beiaard: Ik herinner me dat je in de geschreven krant vaak de verkeersproblemen aanhaalde in Zottegem.
Ja, ik schopte regelmatig tegen politieke schenen om te klagen over een zebrapad dat er maar niet kwam, over een wildgroei aan verkeersborden op een stoep die de normale doorgang volledig belemmerden, over de onveiligheid voor de voetganger in de vernieuwde Stationsstraat, maar eveneens over de gele zakken die meer dan een week voor datum al buiten staan, over een wegdek dat middeleeuws aandoet en aanvoelt, over onkruid dat van een buurt een achterbuurt maakt. En steeds stel ik me dan de vraag hoe het komt dat ik zoiets zie, dat jij zoiets ziet maar onze politici zien het niet. Nood aan een goeie opticien of aan een beter beheer?
De Beiaard: Ga verder. Je bent goed bezig.
Dergelijke onderwerpen komen nu echter minder aan bod want het lezen van de papieren Beiaard beperkte zich grotendeels tot de regio Zottegem en de Vlaamse Ardennen. Nu volgt men mij in Oostduinkerke en zelfs ergens in de buurt van Londen.
De Beiaard: Wat zijn je hobby’s ?
Op de eerste plaats komt schrijven en flaneren, zoals boze tongen dat soms noemen, eigenlijk niet meer dan mijn kritische ogen de kost geven. Ook naaien, wandelen, winkelen, een dagje ergens in een Vlaamse stad, bereikbaar met het openbaar vervoer, in de moestuin werken en veel en lang telefoneren, zoals andere boze tongen beweren, vooral zij die de bezettoon horen. Maar daar heb ik ook wat voor bedacht : ik werk nu voortaan met nummertjes, zoals aan het viskraam…
De Beiaard: Heb je nog andere engagementen?
Is de houdbaarheidsdatum daarvoor niet een beetje overschreden? Ik schrijf wel maandelijks een kort stukje in “Voor u, mevrouw” , het maandblad van de vrouwen van het algemeen boerensyndicaat, een vzw, niet te verwarren met de Boerinnenbond want daar maak je hen niet vrolijker mee. En als een zijtak van de stamboom het verschil niet kent tussen een adjectief en een substantief, dan zijn ze welkom.
De Beiaard: Je columns zijn populair. Valt dat mee om elke week een nieuw verhaal te schrijven ?
Dat lukt nog steeds behoorlijk maar ik heb altijd wat reserve klaar. Soms schrijf ik 3 stukjes in een week bij een raadselachtige oproep, bij het zien van kinderen die het station bezoeken of bij een oude foto. Dan valt de inspiratie plots droog en wacht ik op de doortocht van een geschikt onderwerp. En dat kan dagen duren.
De Beiaard: Wie zou jij graag interviewen ?
Gaan we even de griezeltoer op ? Mag hij overleden zijn ? Leonard Cohen !
Houden we het maar bij hier en nu: Jonas Geirnaert. Om zijn grote dosis natuurlijkheid en de hoge aaibaarheidsfactor maar vooral om zijne unieke humor.