Pays des Collines, 08/04/2017: Lamoraal, graaf van Egmont, prins van Gavere, heer van Fiennes en Armentières, stadhouder van Vlaanderen en Artesi ë, heer van Gaasbeek, bevelhebber van de Spaanse legers in de Lage Landen, ridder van de Orde van het Gulden Vlies, wordt geboren in 1522 in Lahamaide (in het huidige Henegou wen op 8 km Lessines). Hij stamt af van de Nederlandse familie Egmond, die door winstgevende handelsovereenkomsten een enorm fortuin en bijhorende politieke invloed vergaard had in de kringen van het Habsburgse hof. Zijn vader was kamerheer en een persoonlijke vriend van keizer Karel V. Hij vocht meermaals aan zijn zijde.
Dit bas-reli ëf, ook wel vlakreli ëf genaamd, van Graaf Egmont staat op het Gemeente Plein van Lahamaide ( Place de La Hamaide).
‘De graaf van Egmont’ die, in de Nederlanden, tot de hoogste adel behoort, huwt in 1544 in het Duitse Speyer met Sabina van Beieren. Samen krijgen ze elf kinderen. Datzelfde jaar nog wordt hij ridder in de ‘Orde van het Gulden Vlies’ en hij treedt dan ook in dienst van het Spaanse leger. Hij vergezelt keizer Karel V (1500-1558), en Filips II (1527-1598), op hun veldtochten. Verschillende overwinningen in veldslagen tegen het Franse leger, in 1557 en 1558, leveren hem in 1559 onder Filips II de titel op van stadhouder van Vlaanderen en Artesi ë.
Als edelman maakt hij deel uit van de Raad van State. Samen met prins Willem van Oranje (1533-1584) en de graaf van Horne (1524-1568) verzet hij zich tegen de Spaanse inquisitie. In 1564 vertrekt Kardinaal Granvelle, de vertrouwensman van Filips II, terug naar Spanje, Egmond sluit een vredesakkoord met de Spaanse koning.
In 1565 koopt de graaf van Egmont de heerlijkheid van Gaasbeek en zo ook het Kasteel van Gaasbeek. De graven van Egmond en van Hoorn sluiten in 1565 aan bij het Eedverbond der Edelen, waarin enkele calvinistische edelen uit de Nederlanden zich verenigen tegen het bewind van Filips II. Lamoraal Egmont wordt naar Filips II gestuurd om hun zaak te bepleiten, maar wordt met enige beloftes wandelen gestuurd. Sterk ontgoocheld gaat hij zich inzetten voor de prins van Oranje. Definitief breekt hij, naar aanleiding van de Beeldenstorm in 1566, met de prins van Oranje en schenkt zijn trouw opnieuw aan Filips II.
In augustus 1567 wordt de hertog van Alva naar de Nederlanden gestuurd en in september worden de graven van Egmont en Hoorn beschuldigd van majesteitsschennis, rebellie en calvinistische sympathie ën. Ze worden met goedkeuring van koning Filips II aangehouden en worden in Gent opgeslo ten. Op bevel van Alva worden ze op 5 juni 1568 op de Brusselse Grote Markt onthoofd. Filips II wil op die manier, in de Zuidelijke Nederlanden, het laatste streven naar meer godsdienstvrijheid in bedwang houden. Egmont wordt in Zottegem begraven.
Na zijn dood worden zijn bezittingen door de kroon aangeslagen. Weduwe Sabina van Beieren trekt zich terug in de abdij van ter Kameren in Elsene. Later zorgt Alva ervoor dat zij terug haar intrek kan nemen in Gaasbeek, met een jaarlijkse toelage van 12.000 florijnen. Maar die volstaan niet om de torenhoge schulden af te lossen.
Tijdens de periode van de romantiek groeit de fascinatie voor de graaf van Egmont en wordt hij een populair thema in literatuur en kunsten. Hij groeit uit tot een nationale held van het jonge Belgische Koninkrijk en wordt aansluitend ook gerecupereerd binnen de Vlaamse Beweging.
De periode van de Romantiek begon als een literaire beweging in Duitsland, Engeland en Frankrijk. Aan het eind van de achttiende eeuw ‘de eeuw van de Rede’ kreeg men genoeg van de rationalistische manier van denken van de Verlichting en het academisch classicisme, waarin men voortdurend de oude klassieken probeerde te imiteren. De kunstenaar was in de Romantiek niet langer een nabootser van klassieke kunst, maar werd zelf een schepper. Hij werkte vanuit het persoonlijke gevoel. Kunst werd de ‘individuele expressie van individuele emotie’, waardoor tragiek, heldendom en verlangen belangrijke onderwerpen zijn.
Lahamaide vroeger ook als La Hamaide vermeld
Wanneer we op zoek zouden gaan naar kruiden als pepermunt, koningin der weide of wilde tijm, moeten we zeker in Lahamaide zijn. Een administratieve grens zal nooit of nimmer de natuur kunnen dicteren, want moeder natuur zoekt de plaatsen uit waar ze zich op de een of andere manier wil manifesteren. En als de vogels van het Nachtegaalbos (Bois du Rossignol) in Frasnes naar het bos van Lahamaide vliegen, voelen ook zij geen verschil.
Het bos van Lahamaide dat in 1953 een vrij vogelreservaat geworden is op voorspraak van de eigenaar ervan, wijlen notaris Leon Loix, is een waar paradijs voor onze gevleugelde vrienden.
Gelegen aan het noordwestelijke uiteinde van het kokette dorp Frasnes-lez-Buissenal, aan de grenzen van de gemeenten Lahamaide, Buissenal en Oeudeghien, in twee gesneden door de weg Frasnes – Lessines, bedekt dit bosmassief een oppervlakte van ongeveer 250 hectaren. Het maakt deel uit van het mooie heuvelland of ‘le Pays des Collines,’ gelegen tussen de vallei van de Dender en de heuvels van de Vlaamse Ardennen.
Over de taalgrens worden de Vlaamse Ardennen le Pays des Collines
Met haar beboste hoogtes, die zeer vruchtbare golvende vlakten omvatten waar bewerkte velden afwisselen met weiden omgeven door bomen en enkele populierenaanplantingen, is deze streek buitengewoon pittoresk. Nochtans ongeacht haar charme, komen er zeer weinig toeristen naartoe. Af en toe komt er eens een georganiseerde fiets- of autozoektocht voorbij.
Dankzij de afwisseling van landschappen en de ligging midden in de velden en weiden, slaagt het bos van La Hamaide erin bijna alle bosvogelsoorten aan te trekken. Lahamaide is hierdoor uitermate interessant, buitengewoon zelfs.
Het bos en de omgeving zijn zeer rijk aan wild, ook ree ën planten zich er in alle vrijheid voort. De grote natuurwetten vereeuwigen zich in La Hamaide waar enkele van de mooiste natuursites tussen Lessines en Vloesberg te bewonderen zijn: het ‘bois de La hamaide’ dat het ‘bois du Rossignol’ omvat, is toch wel een bijzonder mooie site. Het terrein is zeer geaccidenteerd: de heuvels golven. Kalm en tegelijk een beetje wild, is het landschap dat onophoudelijke innoverend is.
Wanneer we door La Hamaide trekken, trekken we graag de aandacht op de natuurlijke uitstraling van deze streek, die voornamelijk leeft van landbouw, en waar in de grond stevige hoeven zijn aangebracht als blijvende symbolen van de blijvende vruchtbaarheid van de grond: ‘Hier voelt de geest van de mens de ziel van de velden; want hier ruikt de aarde elke dag anders!’
Ferme de Pucemaigne, de naam van deze hoeve komt van ‘ Puis d’eau de Germaine’: de waterput van Germaine.
Naast landbouwwoningen, zijn er ook dorpswoningen, enkele rustieke kroegen en kapellen waarvan er een toegewijd is aan Onze Lieve Vrouw van Scaubecq. Al de rest toont Lahamaide ons in haar kerk, die toegewijd is aan ‘Ste-Marie-Madeleine,’ en wat er overblijft van het hoogtepunt van haar geschiedenis: ‘Het kasteel!’
De kerk van la Hamaide trekt onze aandacht niet door grote architecturale verdiensten maar ze bezit enkele merkwaardige kunstwerken: goudsmeedwerken, gebeeldhouwde reli ëfs, een gotische doopvont met prismatische moulures in steen van Ecaussines en een merkwaardig schilderij boven het hoofdaltaar. In de kerk wordt nog elke zondag om 8u 30 mis gevierd.
De kerk en de 16de eeuwse kapel van Scaubeq
In de nabijheid van de weg van Lessines naar Frasnes, gaan we even zoeken naar een belangrijk overblijfsel van het kasteel waarin Lamoraal Egmont, Prins van Gavere, die hier in1522 het daglicht zag. Het huis dat er nu staat, met een trappendakkapel en bakstenen muren voorzien van talrijke door steen omgeven ossenogen, is een overblijfsel van de oude stallingen. We merken ook nog de slotgracht en oude grondvesten van het kasteel.
Aan het adres ‘Place de Lahamaide’, staat de rest van het kasteel,
het geboorte huis van Lamoraal Egmont.
De oorsprong van het kasteel van la Hamaide loopt verloren, in de doolhof der tijden. Het was wel de thuishaven van een van de meest illustere families van Henegouwen, deze van de heren van Lahamaide. Volgens Dhr Gelre, een geschiedkundige, was Max Servais Sire van ‘la Hamaide’, en hertog van Henegouwen, en droeg hij rond zijn hals een gouden Ecu met ‘drie slagbomen in keel erop.’ Keel is een term of beter nog een kleur uit de heraldiek. Hij droeg dus een Ecu (dukaat) met ‘drie rode slagbomen’ op, wie de naam aan wie gegeven heeft, weten we niet; het wapenschild aan de familie of de familie aan het wapenschild. We kunnen ons wel voorstellen dat de krijgers in die periode hun wapenschild versierden met drie rode slagbomen (trois fascies al ées) die men ‘hamaiden’ noemde. En dat ze daaraan te herkennen waren om vervolgens naar (van) Sire Hamaide te worden genoemd. Deze hypothese is, iets heel anders dan de etymologie van het woord Hamaide dat ‘een bareel’ wil zeggen en dat zowel verwijst naar het heraldische embleem als naar het grondgebied van haaide (heide).
Wat er ook van zij, de naam Hamaide komt veelvuldig voor in de geschiedenis van Henegouwen. In 1182 spreekt Gislebert van G érard van la Hamaide als een van de negen schepenen van Bergen. In 1202 bezocht een zekere Ode van la Hamaide Valenciennes met andere edellieden om er het H. Kruis in ontvangst te nemen. Bij de slag van Bouvinnes is er sprake van Thierry van la Hamaide, hij vocht daar zeer dapper maar werd toch door de Fransen gevangen genomen. In 1217 of 1218 komt Henri van La Hamaide op de proppen wanneer hij zich garant stelt voor Margareta die geld stort aan Johanna van Constantinopel omdat Bouchard van de Avesnes de wapens niet zou opnemen. We weten ook dat een Heer van La Hamaide deel uitmaakte van het leger van Willem IV, graaf van Henegouwen, om mee te vechten tegen de opstandige Luikenaars in de slag van Oth ée in september 1408, en vervolgens tegen de Engelsen in 1415 waar hij samen met heel wat andere Henegouwse edelen sneuvelde in de slag van Azincourt. Gestorven zonder erfgenamen laat in 1485 Michel van La Hamaide zijn eigendommen van la Hamaide over aan Maria van Berlaymont, echtgenote van Jacob van Luxemburg. Vervolgen gaat de eigendom via huwelijken en familiebanden over naar de Egmonts en vervolgens de Pignatelli, de hertog van Livignes de graaf van N édochel naar de Markies van Chabannes enz….
Wat er overschiet in het heden laat ons toe voor enkele ogenblikken te vertoeven in de glorierijke schaduw van het verleden en om ons in te beelden dat we te paard enkele heroïsche charges uitvoeren.
Beste lezer, Lahamaide is één van mijn geliefde plekjes waar ik, samen met mijn echtgenote of met mijn maat Patrick of met enige vrienden graag naartoe trek. Het is een plaats waar het mooie reli ëf van Pays des Collines en de natuur iemand kan beklijven! Daarom ook zijn er een enige bewegwijzerde wandelingen aangelegd.U kunt er ook nog eens naar de stilte luisteren., want deze streek is geen erkend maar wel, een natuurlijk ‘Stilte Gebied: ‘ Isjt, …vertel dit niet zo maar luidop verder’: om de stilte stil te houden is er ook een mogelijkheid om elektrische voertuigen te voeden.
Na een wandeling kunnen de gasten, in Lahamaide, ook een lekkere pint ‘een Lahamaide’ gaan drinken in het caf é ‘ Estaminet d’Egmont’. In dit caf é zijn de madammen, die het bureau van de Toeristische Dienst van Lahamaide runnen, de waardinnen. Ze bestellen er heel graag, en Ann spreekt uitstekend Nederlands, het bier dat voor hen wordt gebrouwen ‘een Lahamaide’! Ook het Ecologisch Museum van deze deelgemeente van Ellezele kan elke bezoeker bekoren! Typ daarom deze link édens aan: http://www.ellezelles.com/ecomusee/
Karel De Pelsemaeker.