Zottegem, 30/04/2017: “Neem nu een stad als Zottegem, in het zuidoosten van Vlaanderen. Het stadscentrum werd er heraangelegd, een tijdje geleden al. Het marktplein is geen parking meer en geeft de stad de nodige ademruimte. De stadsstraten werden in dezelfde lijn ingericht, met borduurloze wegvlakken. Zodat het voor voetgangers, kinderwagens en mindermobielen ook aangenaam wandelen is. So far so good. Maar in deze winkelstraten blijft het doorgaand verkeer voorbij zoeven dat het een lieve lust is én zijn ook de geparkeerde auto’s blijven staan, tot vlak aan het winkelraam. Zodanig dat je er met een kinderwagen–laat staan met een rolstoel–helemaal niet door kan!”
Wim Schrever is professioneel fotograaf/reclamemaker en bovenal activist voor superdiversiteit, (fiets)mobiliteit, duurzame energie. Met Fietscampagne ‘Cycling the City’ wil hij meer mensen vaker op de fiets helpen voor dagelijkse verplaatsingen. Hij schrijft regelmatige opiniestukken en cursiefjes over het leven als dagelijkse fietser.
Lees hieronder zijn opiniestuk, dat eerder integraal verscheen in Mo* Magazine
Auto(s)luw Vlaanderen
Autoluw is de term die je in Vlaanderen om de oren geslagen krijgt, wanneer je het over autovrij wil hebben. Want -zo heet dat dan- het mag allemaal niet te rap gaan. Lees: ‘we willen wel iets doen aan de overload aan auto’s in onze vastgelopen steden, maar we willen wel nog overal kunnen geraken met onze auto’. “Autosluw” ware een betere term.
Neem nu een stad als Zottegem, in het zuidoosten van Vlaanderen. Het stadscentrum werd er heraangelegd, een tijdje geleden al. Het marktplein is geen parking meer en geeft de stad de nodige ademruimte. De stadsstraten werden in dezelfde lijn ingericht, met borduurloze wegvlakken. Zodat het voor voetgangers, kinderwagens en mindermobielen ook aangenaam wandelen is.
So far so good.
Maar in deze winkelstraten blijft het doorgaand verkeer voorbij zoeven dat het een lieve lust is én zijn ook de geparkeerde auto’s blijven staan, tot vlak aan het winkelraam. Zodanig dat je er met een kinderwagen–laat staan met een rolstoel–helemaal niet door kan! En op de rijweg moet je het ook niet wagen want daar blijft die constante stroom van auto’s, die zo snel mogelijk de stad uit willen, andersmobielen van de weg maaien.
Zorg dan toch meteen voor randparkings waar de autofielen hun beestjes kunnen laten grazen!
Natuurlijk is de inspanning wel gedaan om de winkelstraten aan te passen in een mobiliteitsbeleid van vandaag. Lees: de susbsidies zijn ervoor aangevraagd én ook opgebruikt. Maar een degelijke inrichting? Nee, zo rap mag het dus niet gaan.
Je kan het gedrag van zulk beleid ook hertalen als ’take the money and run’. Daar komt het op neer.
Lafjes vroemen
Als je ziet hoe autofiel de Vlaming is, mag dit scenario van urbanisatie niet verwonderen. Het geniaal bevonden ‘Park & Ride’ past in dat rijtje: geef je kleine bij de schoolpoort een kus en dan krijg je een vrijgeleide om tot op de stoep te komen autorijden.
Heeft echt niemand eraan gedacht om die hele straat autovrij te maken, met aan beide uiteinden van de straat een bordje ‘Park & Walk’? Of nog beter, parkeerstroken buiten het stads- of dorpscentrum met ‘Park & Cycle’? Zodat die lieve kindjes daar hun fiets op kunnen. Een fietsdeelsysteem zou daar ook perfect bij kunnen passen.
Terug naar de autofilie, want daar zijn de Vlamingen écht aan. Dan komt je, als fietser, een 4×4 lookalike veel te snel voorbij gevroemd–in een straat die zelfs geen vroemen toelaat–, zwaai je met de vuist naar de automobilist die jou net in gevaar bracht, zie je de autochauffeur even vertragen terwijl hij vermanend in de achteruitkijkspiegel kijkt … en zet die laffe autofiel het dan gasgevend op een loopje. Tsss, tsss, tsss…
Al even laf als de politiek die het in de broek doet om een degelijk mobiliteitsplan uit te rollen.
Meer met minder
Hoe gaat dat liedje van de beroemde Vlaamse zanger weer? ‘Welkom in het land van Centerparks’? De titel van het lied is beetje anders, ik weet het wel. ik heb er altijd Centerparks in menen te verstaan. Want dat is het hier toch ook: als je door het Vlaamse land fietst zie je de opgerezen megalomanie in huizen: in alle vormen en kleuren, liefst zo oversized mogelijk, met voldoende gladgeschoren grasveld errond, niet zelden met een zwembad, nog vaker met een trampoline. Die laatste lijkt intussen bij het bouwplan te horen.
Als je het autoverkeer dan even wegdenkt, waan je je toch in een Centerpark?! Dat is toch de reden waarom die centers zo aanslaan: er rijden (nagenoeg) geen auto’s. En dus is het veilig en kan u uw bengels er laten bengelen. Nagenoeg zonder ommezien.
Dus als we ook in onze dagelijkse levensstijl meer autominderen, zou het leven ook voor kinderen veiliger -en rustiger voor ouders- kunnen zijn; niet?!
En dan hebben we die kunstmatige reservaten met tropisch zwembad niet meer nodig. Of toch minder ervan.
Die kunnen dan worden omgebouwd tot een landbouwproject, zoals dat bij Rotterzwam is gebeurd: een leeggelopen tropische kooi werd er omgebouwd tot een oesterzwammenkwekerij. Helemaal in lijn met de blauwe economie.
Van kooi tot kooi
Na de huizen verdienen intussen ook de auto’s dezelfde titel: megalomaan. Niet enkel in buitensporig formaat van de auto’s–een ‘gewone’ 4×4 is een klein prutske tegen de werkelijk oversized bootbakken die je tegenwoordig zo vaak ziet–maar ook in aantal. Bij de landhuizen en de uit hun voegen gebarsten villa’s horen ook minstens drie auto’s: een van zijn werk (je weet wel, volgens dat fiscale plan dat onze overheid ons in de maag splitst), een voor zijn priv é en een voor mevrouw. Eens de kids beginnen tegenspreken, horen daar uiteraard ook nog één of meer (afhankelijk van de kroost) extra carrosserie ën bij. Het is m.a.w. allemaal wel degelijk heel sluw. Maar of het vrij is? Ik dacht het niet.
Van de ene kooi in de andere, dat kan je bezwaarlijk vrijheid noemen.
(tekst en foto’s: © Wim Schrever)