Anny Bert: Ik zie, ik zie wat jij niet ziet

anny-bert-columns2

Column, 12/05/2017 – Anny Bert

Ik zag je deze week nog in het   centrum, aan Lili’s Coffee and More of was het aan Cheers en Sweets? Of was het aan de Lodge ? Het was in geen geval aan The House of Dis en evenmin aan Black Cat Bone of Vape Canaveral.  Nee zeg, niet juist het Kanaal over maar in het Zottegems centrum. Je kuierde er achter een groep kinderen die naar de bieb in het Egmontkasteel gingen. Je liep zo een beetje je tijd te doden maar je had de klas moeten volgen. Weg met het doden!  

Ongelooflijk. Moet je zeker eens doen. Zonder in de leer te zijn geweest bij Dirk De Wachter of het jonge grut ooit op je sofa te hebben gekregen, kan je een haarfijne analyse maken van hóe de kinderen zijn en wát ze zullen zijn. Ga je direct eens mee naar binnen ? Deur sluiten achter je !!!

Bekijk het ventje met de gele jas. Hij was bij de laatsten om binnen te komen maar is al de eerste om zijn anorak open te rukken en in de hoek te gooien, niet trekken, niet leggen. De meester probeert nog gauw, net voor zijn pensioen, wat instructies te geven maar met anderhalve stap is het kereltje al aangekomen bij de kast met daarin thrillers. Vorig jaar nog stonden historische werken bij hem op een verkiesbare plaats maar daar kwam verandering in na een kampeervakantie aan de taalgrens.

Met wat genetische manipulatie en een dosis verbeelding zie je hem zo al staan in het Vlaams Parlement, op een bankje want die kluiten om hem uit te wassen wilden bij hem niet echt mee. En een bankje, het mag zelfs een bank zijn, is altijd aardig meegenomen voor een politicus met eelt op de ellebogen.

Gans anders gaat het er aan toe bij het meisje met een lange jas in tijgerprint van een soort tijger die de bende van Jan de Lichte ooit nog in Velzeke heeft neergelegd.

Ze neemt voorzichtig haar muts af, haalt de vingers door het lange blonde haar en steekt de muts dan in haar linkermouw, de handschoenen in haar rechter zoals papa dat heeft geleerd. Haar mantel hangt ze aan een van de haakjes zoals mama dat heeft geleerd.

Nu wachten de sprookjes op haar. Over enkele jaren hangt ze haar witte schort netjes op een klerenhanger aan de kapstok nadat ze een ganse dag beugels op de kindertandjes heeft geplaatst of aangespannen.

Plots weerklinkt gegil. Het jongetje dat met een brilletje zijn entree deed, verschijnt van achter de rekken met Roald Dahl dit keer zonder brilletje. Hij wordt achternagezeten door een potige klasgenoot die hem aan “Matilda” opwachtte en luid boe zei, tegen het oor waarop het brilletje rustte. Was het net onder “Sjakie en de chocoladefabriek” geweest, dan was hij al even bleek geworden. Het is het soort jongetje dat later veel boe zal horen als opticien, boekhouder, groothandelaar in olijven, programmeur. De slungel zie je later al binnenstappen in slagerij”De varkenspoot” met een voorkwartier van een rund of een half varken, als het moet zelfs met beide tegelijk. Hij kent het einde niet van zijn macht en evenmin het begin van zijn verstand. Maar hij doet zijn werk goed en graag.

Twee meisjes zitten samen op een grote poef in één sprookjesboek te kijken. De roodharige leest voor, de blonde luistert en slaat het blad om als het vosje bazig “ja” zegt. De rosse moet je je maar eens voorstellen op een werf, met helm, chef maar ook vakbondsafgevaardigde, zij die voor de palletten of voor de autobanden zal zorgen. De kleine blondine verdwijnt later in de zorgsector met veel aandacht voor luieruitslag en misschien zelfs voor ondervoeding en armoe in een ontwikkelingsland.

De meester bladert in enkele reisbeschrijvingen. Verder dan de Noordkaap is hij nog niet geraakt of een jongetje komt aangelopen. Meester ! Nico heeft overgegeven en al dat over ligt tussen de strips…

Meester zijn is ook niet alles, zeker niet in een bieb op de vooravond van je pensioen.