Oosterzele —Balegem, 13/05/2017 : Gustje Heyndrickx en Cecile Van Herreweghe hangen het kapbijl aan de haak… Waar vind je zo nog, die noeste harder werkers met honderd procent liefde voor hun vak …? August Heyndrickx en Cecile van Herreweghe zijn zo een koppel harde werkers die recent het kapbijl en de andere snijattributen aan de haak hebben gehangen…
Gust trok met zijn vader mee bij de boeren om varkens en koebeesten te slachten. Het moet zowat na de tweede wereldoorlog geweest zijn in 1946 dat Gust den “stiel” leerde van zijn vader. (interview HDK, foto’s L.A.M.P)
Een opleiding was toen nog niet verplicht en wie beenhouwer wilde worden moest dat al “doende leren”. Zo vertelt Gust dat hij 8 jaar bij slagerij Boeykens (in de volksmond Rietje Spek) in Scheldewindeke te werk gesteld was, om “den stiel” te leren en nadien nog eens 6 jaar bij beenhouwerij Lemaire in Westrem. Leerrijke jaren voegt hij er aan toe, maar een periode van hard werken, met vroeg opstaan en vaak laat gaan slapen.
In 1960 heeft Gust dan een belangrijke beslissing genomen, hij is als zelfstandige begonnen met een beenhouwerij op de Kalle in Balegem. Elke morgen om 5uur opstaan om aan het werk te beginnen, zegt het u iets…? We hadden op de Kalle een stuk bouwgrond gekocht en hebben daar onze winkel gebouwd. Er waren in de nabijheid wel 5 beenhouwers toen, toch hebben we eigenlijk nooit naar klanten moeten zoeken. Het liep allemaal vrij goed en Gust startte niet met het geven van zegeltjes aan de klanten, zijn filosofie was: geef de mensen die in uw beenhouwerij komen “directe korting en goede marchandise”, wees vriendelijk en beleefd en laat de mensen ook hun klapken doen… Ik heb eigenlijk nooit problemen gehad met klanten die betalingsmoeilijkheden hadden zegt Gust en Cecile knikt éénsgezind.
Iedere dag om 5 uur ’s morgens was ik paraat. Over een langere periode reed ik naar de markt in Brugge om varkens en koebeesten te kopen. Het gebeurde weleens dat ik hier op de gemeente bij een boer een beest kocht, maar meestal ging ik naar de markt. Met koebeesten omgaan moet ge doen zoals ge met mensen omgaat…uw afreageren op beesten dat moet ge niet doen! Hieruit blijkt duidelijk de liefde voor het vak. Toch heb ik ooit een ongeval gehad met een koebeest die van de vrachtwagen struikelde en mijn schouder brak, maar dan zijn er gelukkig familieleden die kunnen inspringen zodat de klant ook in dergelijke situatie steeds bediend kon worden. Het is merkwaardig met hoeveel respect Gust spreekt over zijn dienstverlening (zijn winkel) aan de klanten…
Cecile bleef niet zo maar op het achterplan, neen zij nam zelf het initiatief om een “ronde” in te voeren. Zij reed dan met de fiets naar Velzeke en Dikkele en zocht er deur aan deur klanten. Ze noteerde keurig de bestelling en reed met haar “stalen ros” terug naar de beenhouwerij thuis. Dezelfde dag of ’s anderdaags werden de bestelling weer afgeleverd met de fiets. Dat gebeurde met manden die aan de fiets werden vastgemaakt en verschillende rugzakken die werden gevuld met de bestelde vleeswaren. Je moet weten dat er toen helemaal geen “grootwarenhuizen” waren. Na vele jaren vrouwelijke fietskampioen te zijn geweest, kocht Cecile dan maar een autootje, ’t was een deux cheveaux… een wipperken. Maar hoe meer klanten er bij kwamen hoe harder we moesten werken, maar wij kloegen niet en deden ons werk graag, er kwam dan ook navenant “zaad in het bakje”, want de winkel en het woonhuis moesten betaald worden. Op een dag ben ik zeer erg geschrokken toen ik op het “vliegplein Oosterzele” werd tegen gehouden door gendarmen, ik moest alle bestellingen laten zien en werd grondig ondervraagd. Later werd mij verteld dat zij op zoek waren naar leurders, en dat er ook een gevangene was ontsnapt.
Ge kunt de bestellingen van vandaag de dag, niet meer vergelijken met toen: de klanten kochten buiken(varkensbuik), smout en veel gepekelde hesp en meestal ook veel gezouten vlees. Gezouten hesp dat was mijne Gust zijn geheim… en de bloedworsten zijn nog altijd een recept dat van vader op zoon is doorgegeven. We verkochten zelfs hele gezouten hespen aan klanten in Walloni ë.
Wij hadden een groot gamma aan vleeswaren vertelt Gust verder, braadworsten maar ook bloedworsten en onze klanten waren zelden ontevreden, we hadden zelfs een klant die van St.Niklaas kwam. Het was hard werken en stel je voor : “we zijn niet één dag op reis geweest gedurende de 70 jaar dat we actief de beenhouwerij openhielden”…
Zoon Jo Heyndrickx runt nu de beenhouwerij-traiteurdienst. De kleinkinderen gaan de zaak waarschijnlijk niet overnemen. Na drie generaties Hendrickxen kunnen Gust en zijn Cecile nu genieten van hun “pensioen” en kijken ze gelukkig en tevreden terug naar hun geleverde werk en zijn daarover terecht fier.
HDK (foto’s L.A.M.P)