Geraardsbergen, 20/05/2017 – Ter bekroning van de Dag van de Mattentaart stelden Arne De Winde en Oliver Ibsen in patisserie “De Vesten” hun encyclopedisch werk voor over “De Geraardsbergse mmm… mattentaart: histories”. In menig opzicht kunnen we hier gewagen van het “Magnum Opus” over onze regionale gastronomische delicatesse. (AS)
In de Oudenbergstad verschijnen regelmatig publicaties over de meest uiteenlopende onderwerpen. Nu eens zijn het kleine, dunne werkjes, dan weer zijn het lijvige kanjers. Letterlijk gesproken mogen we het jongste werk over de mattentaart als een echt en bijzonder waardevol “Magnum Opus” beschouwen. Eigenlijk is het geen gebonden of genaaid boekwerk maar een imposante bundel van 500 losse kartons op A5-formaat (21 bij 14,8 cm) met een totaalgewicht van 3,50 kilogram en een dikte van 20 centimeter. Het grootste en belangrijkste voordeel van dit werk is dat iedereen die het “leest” er op zijn manier vorm kan aan geven en er zo zijn eigen verhaal kan van maken. Dit vergt enige inspanning en wat tijd. Desalniettemin is alleen dat al een aangename bezigheid.
131 reproducties
Wij gingen als volgt te werk. Eerst verzamelden we alle (131) bladen met de reproductie van een foto, een tekening, een montage, een document… Meteen konden we ons een beeld vormen van de matten (het basisproduct), het wordingsproces van de taart bij de bakker, de stichting en de activiteiten van de Bakkersgilde en de Broederschap van de Mattentaart…We beleven ook de Dag van de Mattentaart, de Mattentaartenworp, de opname van hoge gasten in de Broederschap, een gooi naar het wereldrecord “de Grootste Mattentaart”, de opname in het “Guinness Book of Records”, de Europese onderscheiding als streekproduct. Een speciaal woord van waardering voor kunst-fotografe Lisa Bilterijst “die voor dit project het wereldrecord mattentaartenfotografie vestigde”.
Dit gigantisch werk mogen we ook, wat de teksten betreft, een “Magnum Opus” noemen omdat het ons in vogelvlucht een overzicht biedt van de rijke geschiedenis van het “gastronomisch visitekaartje” van de Oudenbergstad. Zo maken we kennis met de magische “M” van Geraardsbergen die we niet alleen aantreffen in de “Mattentaart” maar ook in de “Muur” en het “Manneken-Pis”. Sinds die slogan op 6 oktober 1986 werd in leven geroepen verwierf hij een steeds grotere erkenning en is hij een begrip geworden in en buiten de Mattentaartenstad. Toen koning Albert en koningin Paola in oktober 2008 in Geraardsbergen werden ontvangen konden ze ook kennis maken met die magische “M”. De inspiratie van die “tag” werd duidelijk toen enkele jaren geleden de 3 “Pajotse B’s in de kijker” kwamen.
We leren ook wat over de mattentaart werd geschreven door literatoren als Augusta de Clercq, prof. B. Vanacker, L.P. Boon, Mark Eyskens, Herman Teirlinck, Hubert Van Herrewegen, Michel Van der Plas, Jo Van Damme, Chauffeurke (Lierde), Joseph Pearce, Herman Brusselmans, Harry Pearson en door een schare dichterlijke zielen intra en extra muros: Marleen De Smet, Francine De Saeger, Wivina Steenput, Jan-Willem Anker, Jean Monnet, Karel De Pelsemaeker, Maurice Geeroms, Arne Sierens.
We leren ook over het enthousiasme voor de Mattentaart van Annemie Turtelboom, Willy Naessens, Guy Thijs, Will Tura, Marijn Devalck, Greg Van Avermaet, Niki Terpsta, Peter Van Petegem, Ferdi Van den Haute, Serge Baguet, Rudy Pevenage, Jan Ulrich, Robbie McEwen…
Zeer belangrijk zijn de vele recepten die rond ons taartje ontstonden evenals de vele bijdragen over de geschiedenis van de de Geraardsbergse trots. We leren ook hoe de Mattentaart niet alleen burgerrecht heeft in Wallonie maar ook faam verwierf in Japan, Chili, Lissabon, Amerika, Canada, Oostenrijk…
Topfenstrudel
Met zijn gezin in 2002 op vakantie in het Oostenrijkse dorpje Berg im Drautal (Karinthi ë) gebruikte een Geraardsbergenaar het middagmaal in Pension Ahrenhof “in ruhiger, sonniger Lage umgeben von Obst- und Nadelbaümen, auf ca. 680 m. Höhe, mit freiem Blick auf die umliegende Bergwelt…”. Niet alleen de ligging van het Gasthof maar ook de gastronomische kwaliteiten van Frau Glanzer vielen echt mee. Na een lekker etentje volgde een koffie, waarbij Frau Glanzen een “Topfenstrudel” aanraadde.
Omdat het dessert qua smaak en uitzicht nogal wat gelijkenissen vertoonde met de mattentaart vroeg onze stadsgenoot meer uitleg. “Omdat we, naast ons Gasthof, ook een boerderij met nogal wat melkvee uitbaten hebben we een aanzienlijke melkproductie. Een gedeelte daarvan gaat naar de productie van kaas en… wrongel, het basisproduct van onze ‘Topfenstudel’, de trots van onze regio” aldus Frau Glanzer. Omdat er in de Oostenrijkse bergen niet veel kippen worden gekweekt zijn er ook weinig eieren wat te zien is in de kleur van de Strudel waarin ook minder suiker dan bij ons wordt gebruikt.
Spelling
Een behoorlijk aantal stukken belicht de evolutie in de spelling van het woord waar alles om draait: uit respect voor de (oudere) auteurs hebben de samenstellers in hun “Magnum Opus” zowel de de oude spelling “Mattetaart” als de nieuwe en offici ële “Mattentaart” gerespecteerd. De petite histoire leert ons ook een en ander over de burgemeesters van Geraardsbergen en Horebeke die in 2002 aan het bekvechten gingen rond het streekgebak dat sommigen heel ver kan leiden: “Zonder mattentaarten had ik me al lang opgehangen” zei de ouwe Guggenheimer wel eens, zo schrijft Herman Brusselmans.
“Wahrheit” und “Dichtung” zijn mooi met elkaar vervlochten. Het plaatselijke blad “Het Spuwerke” nam eind maart 1999 het verhaal op met als titel “Keizer Karel lustte de: Geraardsbergse Mattentaart”. Het meldde de vondst van een 16de-eeuws manuscript door Marcel Nevraumont, conservator van het Manneneken-Pismuseum. Daarin stond te lezen dat Keizer Karel bij zijn Blijde Inkomst in Geraardsbergen de lekkere Mattentaart ontdekte… Veel lezers liepen erin tot ze vaststelden dat het de dag daarop de eerste april was…
Een slotbedenking
We zijn er ons van bewust dat de lectuur van dit “Magnum Opus” enige voorbereiding eist. De lezer moet er zelf zijn verhaal van maken door de ruim 500 vellen een eigen volgorde mee te geven. Pas daarna wordt het boeiend.
En tot slot nog dit: zoals naar gewoonte onderstrepen we de taalfouten voor zover die zijn te vinden wanneer we een tekst lezen. De oogst was klein en dat kan niet van iedere publicatie worden gezegd.
Albert Schrever