Column, 16/06/2017 – Op 21 juni vieren we midzomer, dat is de dag waarop we het langste aantal uren daglicht krijgen. Nadien worden de dagen, jammer genoeg, terug korter. Niet iedereen betreurt dit overigens; onze kleinzonen bijvoorbeeld, die zijn nu ’s avonds niet in hun bed te krijgen, ze vinden dat het nog te klaar is om slapen te gaan. Heirdoor komt voor het moment elke avond tot een discussie om hen te overhalen om slapen te gaan. Ikzelf dacht, tijdens de tweede week van juni, dat ik me overslapen had, want wanneer ik op een morgen door de toiletvenster, naar buiten keek was het al helder klaar, in werkelijkheid was het pas 5u 20. Toen ik me terug in horizontale positie en comfortabel tussen de lakens had neergevlijd, schoot me ineens een verhaal te binnen van enige jaren geleden tijdens de midzomerperiode:
Een tamelijk aangeschoten man kwam bij ons binnen voor een praatje. ‘Een kopje koffie wellicht?’ vroeg ik. Beledigd antwoordde hij: ‘Nee, nee liefst een glas bier.’ Omdat hij al voldoende gedronken had wou ik vermijden om hem nog meer alcohol te geven; maar toch wou hij samen met ons nog iets drinken. Als we hem duidelijk maakten dat we ’s avonds zo laat niet meer kunnen drinken, sloeg de man met zijn vuist op de tafel. ‘Midzomer!’ Riep hij, ‘is een heilige periode. Bij midzomer drinken zelfs de boeren bier, wijn en jenever. Veel jenever en veel bier. Goed of niet goed, het is een feit. En als een boer sant é zegt, dan doe je mee sant é! Doe je dat niet, dan mag hij je verwensen. In Zweden, bijvoorbeeld, vieren ze midzomer ook zo, samen met elkaar en met schnaps en met bier. Skol! Ik weet dat’, vervolledigde hij zijn protest, ‘van een Zweed die hier in Geraardsbergen op de cit é van de Zweden woonde.’ ‘Ah ja, in de Resteleustraat’, antwoordde ik, dit om zijn groot gelijk te bevestigen.
En, we hadden geluk. De man dacht een ogenblik na en glimlachte en praatte dan verder: ‘Ok é, je hebt geluk. Ik mag jullie wel, maar doe dat nooit meer. Het beste is dat je meedrinkt. Het is maar een keer midzomer. Weet je dat ze op 21 juni in Zweden ’s middags de midzomerboom oprichten en versieren. Er wordt dan rond de boom gezongen en gedanst. ’s Avonds zijn er ook feesten in de parken, en iedereen brengt drank mee zodat ze zich eens serieus kunnen bezatten.’
‘Ja, het is waar,’ antwoordde ik nog maar eens. ‘Maar bij ons planten ze toch ook meibomen. Weet je dat wij rond deze tijd Sint-Pieters- en Sint-Jansvuren aansteken?’ ‘Heeft dat meteen een verband?’ Wou onze gast weten. ‘Jawel, dat zijn gebruiken van de Heidenen die gedeeltelijk in de 3de en dan ook nog in de 17de eeuw gerecupereerd werden in het christelijk geloof,’ vertelde ik hem verder. ‘Ik weet daar niets over’, antwoordde onze dorstige bezoeker.
Ik heb hem toen ‘in het lang en het breed’ een uitleg gegeven waarbij hij, ook dankzij de koffie die hij terwijl wou drinken, nuchter geworden was. Hij heeft me ook hartelijk bedankt voor de uitleg, die hij toch tamelijk boeiend vond.
In Deux-Acren, aan de grens met Viane, op het gehucht Chapelle Saint-Pierre, is het rond midzomer Kermis Sint-Pieter (la Ducasse Saint-Pierre), deze wordt daar op 29 juni gevierd, en in deze periode wordt daar nog ieder jaar een Sint-Pietersvuur aangestoken. Dit omdat de Heilige Petrus achtereenvolgens bisschop van Antiochi ë en van Rome was. Samen met de Heilige Paulus predikte hij in Rome. Hij stierf ook samen met hem de marteldood in het jaar 66 of 67 van onze tijdrekening. Sint-Petrus is een van de belangrijkste figuren van het christendom. Het kerkelijk feest van de Heilige Petrus en Heilige Paulus wordt gevierd op 29 juni. De viering van de H. Petrus beperkte zich niet tot het kerkelijk feest. In de tweede helft van juni vierden onze heidense voorouders het feest van de zomerzonnewende. Rond grote feestvuren werd er gedanst en gefeest als dank voor de zomer en de daarbij behorende vruchtbaarheid. Om de heidense gebruiken te bestrijden, werden aan die vieringen later christelijke verklaringen gegeven. Met de kerstening (of recuperaties) werden deze feesten en vuren omgedoopt tot Sint-Jans- (op 24 juni) en Sint-Pietersvieringen (op 29 juni) en St-Jans- en St-Pietersvuren. Men bracht de Sint-Pietersvuren zo in verband met een episode uit het leven van Sint-Petrus: de kinderen en jongelingen maakten vuur tot nagedachtenis van H. Petrus omdat hij zich, tijdens de gevangenschap van Christus in de hof van Pilatus, warmde aan een houtvuur. Tijdens de contrareformatie, in de 16de – 17de eeuw, besteedde de kerk veel aandacht aan de viering van Sint-Pieter. Dit verklaart waarom de Sint-Pietersviering als volksfeest sindsdien populair is. De betekenis van de feestvuren en de oude gebruiken daaromtrent vervaagden en in menig Vlaams dorp werd het Sint-Pietersfeest rond de voorlaatste eeuwwisseling nog enkel beschouwd als een vermaak voor kinderen. Wij hebben ooit nog, in de late vijftiger jaren van vorige eeuw een Sint-Pieterskroon over de straat opgehangen, de voorbijgangers gooiden ons dan enige geldstukjes toe. Bij sommigen moesten we eerst hun schoenen blinken vooraleer we een Sint-Pieterspenning kregen.
Juni draagt de naam van de Romeinse godin Juno. De maand wordt tegenwoordig meestal zomermaand genoemd. Maar let toch maar op want echt zomerweer in juni houdt zelden de hele maand stand. Meestal draait de wind na de eerste zomerse dagen van zuid naar noordwest of noord. Hierdoor stroomt aanzienlijk koelere lucht uit het Noordzeegebied Europa binnen. Boven de nog relatief koude Noordzee ligt in deze tijd van het jaar vaak een grijs wolkendek dat met de noordwestelijke stroming onze kant op komt. De felle junizon maakt dan plaats voor een grijs wolkendek en zeker in de wind is het dan ronduit koud. Een dergelijk weersomslag van warm en zonnig in koel en somber weer is in juni niet ongewoon.
Schaapscheerders maakten vroeger van deze grijze, koele periode gebruik om de schapen te scheren, vandaar de benaming schaapscheerderskou. Meestal houdt dat koele en sombere weer wel enkele dagen aan, zodat de kale huid van de schapen niet blootgesteld wordt aan de felle junizon. De ‘Schaapscheerderskou’ is vergelijkbaar met de IJsheiligen in mei, alleen is de afkoeling zo in het midden van het jaar minder groot.
Enkele mooie weerspreuken voor juni luiden als volgt: ‘Juni weer meer droog dan nat, vult met goede wijn het vat.’ ‘Blaast juni uit de noordkant, verwacht veel koren dan op het land.’ ‘De eerste juni kil en wak, brengt veel koren in de zak.’ ‘Is er in juni pas zonneschijn, dan wordt de zomer klein maar fijn.’
PS: In Sint-Lievens-Houten wordt ook nog elk jaar het traditionele Sint-Pietersvuur aangestoken; de laatste jaren gaat dit samen een met barbecue en een danspartij. Ook in Munkzwalm, op de wijk Sint-Pieters-ten-Berge, bestond dit gebruik tot laat in de 60-tiger jaren van de 20ste eeuw. Bij het dansen rond het Sint-Pietersvuur smeekten jong en oud: ‘Vie van Sinte Pieter, geef ons nog ’n liter, geef ons nog een stoop ( is een klein vatbier of een drinkbeker ), we zijn met een hele hoop, Sinte Pieter, kom alhier, in ons ronde, in ons ronde, in ons ronde van plezier. Hebde geen geld voor u n ’n hoed, koop ’n klakke, koop ’n klakke. Hebde geen geld voor u ’n ’n hoed koop ’n klakke, ’t is ook goed.’ Als bezegeling van het Sint-Pietersvuur, wanneer het vuur was uitgedoofd, riep de vierende schare: ‘Sinte Pieter zijn vier is uit!’