Nieuw te lezen op De Beiaard Online, het vervolgverhaal ‘Het leven van Sjareltje Van Gansberge’. Geschreven door Zottegemnaar Mike Vanderroost. Vandaag het tweede van twaalf delen.
Meteen na hun huwelijk gingen Georges en Josephine samenwonen in het huis van Josephine. Al snel bleek de blindheid van Georges het geluk van het prille gezin in de weg te staan. Josephine kreeg van ’s morgens tot ’s avonds alle huishoudelijke taken op zich. Ze waste, kookte, kuiste en ontfermde zich over de hulpeloze Sjareltje en Georges, bij wie het stilaan begon te dagen dat hij een stommiteit had begaan. Hij voelde zich nutteloos, gleed weg in een depressie en greep hierdoor steeds vaker naar de fles. Door zijn handicap griste hij er evenwel af en toe naast, waardoor hij op een dag per ongeluk een fles eau de cologne van het merk 4711 aan zijn mond zette. Josephine was op dat moment met Sjareltje naar het dorp voor enkele boodschappen. Bij haar thuiskomst trof ze Georges aan op de vloer, met de lege fles eau de cologne naast hem. Josephine was toen meteen hulp gaan zoeken bij haar buren, maar die waren de dag voordien op reis vertrokken naar Torrevieja, op aanraden van Georges. Josephine belde daarna nog voor een ziekenwagen, maar alle hulp kwam te laat. Georges stierf op 32-jarige leeftijd in de liefdevolle armen van Josephine. Een paar dagen na zijn heengaan werd Georges ten hemel gedragen na een ontroerende en druk bijgewoonde uitvaartplechtigheid. De pastoor had hem tijdens zijn redevoering geroemd om zijn goede inborst. Zijn jeugdvriend las een pakkende afscheidsbrief voor, vol anekdotes en herinneringen. Toen Georges de kerk werd uitgedragen op de repetitieve klanken van zijn favoriete muziek, de originele Nokia beltoon, hield niemand van de aanwezigen het droog. Het collectieve verdriet werd enigszins verzacht door de intense, frisse geur van 4711 die zich vanuit de kist door de kerk verspreidde.
Josephine ging na het overlijden van Georges door het leven als weduwe. Om haar immens verdriet te verwerken stortte ze zich op een nieuwe hobby, met name het kogelstoten. Ze begon met het stoten van tomaten uit de moestuin van haar buren, maar schakelde al snel over naar zwaarder geschut. Het kogelstoten nam een steeds belangrijkere plaats in in haar leven, evolueerde naar een passie en mondde uiteindelijk uit in een obsessie. Josephine stootte op de duur met alles wat ze tegenkwam en smeet op die manier zowat haar hele hebben en houden aan gruzelementen. Telkens wanneer ze haar huis verliet liet ze een spoor van vernieling achter zich in het dorp. Ze stootte met losstaande fietsen, bloempotten en tuinkabouters. Toen ze op een dag op het punt stond om te kogelstoten met Sjareltje als projectiel, kwam ze plots tot inkeer. Sjareltje huilde en krijste het hele dorp bij elkaar. Josephine liet zich op haar knie ën vallen en barstte in tranen uit. Diezelfde dag ging ze op consultatie bij een psycholoog. Hij adviseerde haar om te kogelstoten in competitieverband. En zo geschiedde. Josephine bleek een natuurtalent. In een mum van tijd werd ze eerst Belgisch, vervolgens Europees en tenslotte wereldkampioene. Haar dorpsgenoten gingen bij elke veroverde titel helemaal door het lint en feestten elke keer drie dagen en nachten na elkaar. Josephine werd overal gelauwerd, gevierd, bewierookt en geprezen. Een ware volksheldin was geboren en al haar begane zonden werden vergeven en vergeten.
Een jaar verstreek en Sjareltje ontwikkelde zich langzaam tot een kleuter. Josephine was al die tijd single gebleven en overleefde op de erfenis van Georges. Omdat de eenzaamheid en het gemis aan mannelijke affectie begonnen te wegen op haar gemoed, ging ze na vele afwijzingen toch in op het aanbod van Frank De Kneus om nog eens met hem af te spreken. Frank was de derde van de zeven mannen met wie Josephine het bed had gedeeld, na een avond vol drank en drugs. Hij werkte in de week als militant op het partijbureau van het Vlaams Blok en trad in het weekend op als travestiet onder de artiestennaam Sabrina Schwanz. Die naam had hij niet zo maar gekozen. Sabrina Schwanz was de bijnaam die zijn grootmoeder ten tijde van de tweede wereldoorlog had gekregen omdat ze zich toen vaak liet opmerken in het gezelschap van enkele nazi-officieren. Een collaboratrice kon je Frank’s grootmoeder echter niet noemen, eerder een gewillige animatrice van het vlezige hakenkruis.
De eerste afspraak tussen Frank en Josephine was geen succes te noemen, de tweede en de derde evenmin. Dat lag vooral aan Frank die ze in zijn hoofd wel allemaal op een rij had, maar helaas niet in de juiste volgorde. Zo keek hij bij elke afspraak minutenlang stilzwijgend voor zich uit, begon dan ineens te luid te lachen, hard op tafel te kloppen met zijn vuist en te roepen dat alles de fout was van de socialisten. Josephine schrok zich telkens een hoedje, maar deed de eerste keren alsof er niets aan de hand was. Na de derde afspraak hield Josephine het evenwel voor bekeken en stuurde ze Frank wandelen. Frank drong niet aan, droop af en gaf een poos nadien toe aan zijn verdrongen verlangen om een vrouw te zijn. Frank werd Francine en Josephine bleef een alleenstaande moeder.
Toen Sjareltje uiteindelijk rijp was voor de kleuterschool, zocht en vond Josephine werk. Ze stopte met kogelstoten en ging aan de slag als uitbaatster van een kroeg vlakbij het station in het dorp.
Woord van de redactie
Elke gelijkenis met bestaande personen berust op louter toeval. De Beiaard Online heeft oog voor lokaal talent, verder dan dat hoeft u het niet te zoeken.