Geraardsbergen, 24/08/2017 – Nu zondag trekt de jaarlijkse kermisprocessie door de stad. Dit jaar vindt de voorstelling plaats van een pas gecre ëerd Bartholmeuslied plaats: op tekst van Manu Lion, gezongen door Stefaan De Neve en begeleid door de Sint-Ceciliaband. In primeur kregen we de tekst -in het Geraardsberg dialect- te lezen en we vinden hem -in alle opzichten- schitterend. (AS)
De eeuwenoude traditie bestaat sinds 1515 toen de relieken van St.-Bartholomeus (de huidige stadspatroon) uit de Karhuize (Sint-Martens-Lierde) plechtig naar Geraardsbergen werden overgebracht. In 2015 verscheen niet alleen een fraaie DVD maar ook een knappe publicatie over dit onderwerp. In januai 2016) werd de processie opgenomen op de lijst “immaterieel cultureel erfgoed”
De eerste strofe leert ons dat de relieken van Bartholomeus in 1515 uit Lierde plechtig naar Geraardsbergen werden overgebracht: het gaat om een klein beentje dat sindsdien jaarlijks in de leutige ommegang door de stad zal worden gedragen. In de tweede strofe horen we dat relieken ieder jaar op 24 augustus -het feest van de heilige Bartholomeus- of de zondag erna in de processie worden rondgedragen: de reuzen, de fanfares, de pompiers (en eigenlijk alle verenigingen) stappen mee op. De derde strofe vertelt dat de stoet onderweg regelmatig stopt zodat de deelnemers hun dorst kunnen lessen waarna het “kofferken” (de apotheose) van de optocht plaatsvindt op de Markt. Het bier heeft zijn werk gedaan. De vierde en laatste strofe vertelt dat niemand na de processie onmiddellijk naar huis gaat. De traditie wil dat “Pierre, Jean, Patrick, ofte Saint-Saucisse” na de offici ële receptie verkleed als Barthomomeus op een berrie worden rondgedragen en, terwijl de reuzen dansen, stukjes “sosiesje” uitdelen. Tot slot volgt de herhaling van het refrein, eerst in het dialect van de vrouwen en daarna in dat van de mannen:
Voor u de tekst van het lied leest, is deze lovende reactie van onze reporter Albert Schrever aangewezen.
Dit schitterend lied heeft vele verdiensten.
In het refrein en de vier strofen weet Manu Lion ons een plastische beschrijving te geven van het hele gebeuren en zijn voorgeschiedenis.
Bijzonder waardevol vinden we dat Lion ons -in het refrein op het einde- ook het essentieel verschil in uitspraak weet aan te geven tussen het dialect van Geraardsbergse mannen en dat van Geraardsbergse vrouwen.
Naast het opvallend verschil in uitspraak tussen mannen en vrouwen kent het dialect van onze stad nog veel andere eigenaardigheden. We plukten er enkele uit het lied:
De -sch- van schrijn (uit de refrein)- wordt -sk-: die skone Geraardsbergse -sk- horen we niet alleen in skroun (<schrijn) maar in het dialect ook in skoon, skrijven, skoenen… Die -sk- komt algemeen voor in de regio Kortrijk, Brakel en Geraardsbergen.
De “mouillering” [de zogenaamde “niesklank” die we ook horen bij Jan De Wilde in “madja of a batja (=mijd je of hij bijt je)”] komt in het lied ook aan bod: tusj, reuziesj, volgiesjtj, tradiesje, stuzje, coruzje… De mouillering horen we vaak in de zone Aalst, Ninove en Geraardsbergen.
Opvallend is ook de wegval van de aanvangs h-: ardùne (=herdoen), onderdtwunteg (=honderd…kilo), iest ére (hysterie), nur ous ((=huis)
Het dialect van de Oudenbergstad kent ook nog de Middelnederlandse eind -e die in hedendaags Nederlands is verdwenen:
vouftienonderdvouftiene (vijftien); rond de nune (rond de noen); zanne p ére (=son père); get een kaanse (= je hebt een kans)…
Verdere woordverklaring:
« Aji ëre ! och heer;
presjiesj: precies, ei zo na;
ardùne: opnieuw doen, herhalen;
ommegank: verscherping van de stemhebbende -g met toevoeging van -k;
‘ t muziek: het vrouwelijke woord “de muziek” wordt onzijdig “het muziek” zoals ook tskole (< de school), tstoasje (< de statie, het station), tant (< de hand)…;
demies vur veske koruzje: pintjes voor nieuwe moed;
tusj en taans: nu en dan;
’t Kofferken: de apotheose, het hoogtepunt o.m. het einde van het jaarlijks vuurwerk met helse knallen;
Waanzjelende vodden: waggelende leden van de toneelvereniging;
Cecilia g é lavu ër: speelt er maar op los;
We kunnen niet nalaten onze oprechte gelukwensen toe te sturen naar Manu Lion voor zijn schitterende tekst in een onberispelijk Geraardsbergs dialect. Niet minder waardering voor Stefaan De Neve die zich ontpopt als een echte troubadour. Last not least feliciteren we iedereen die aan dit project meewerkte.
De tekst van het lied
In vouftienonderdvouftiene
Kwamme ze va Lierde neki ër ziene
“Wuir ein eur een bienjtjen mee,
Zonder vel, ’t es va Senbartolom é !”
« Aji ëre ! azu e sku ën dingsken..
’t es presjiesj za pinksken…”
« Vanaf nà gomme dadelk joar ardùne ! »
« Mè ne plezanten ommegank, tot rond de nune ! »
’t Skroun, ’t Skroun, ’t Skroun da komt vurbou…
Nie ta va Lierde, mur de Processe, Unesco erkent !
‘t Es e miroakel da ta nog alted bestoat,
En in reigen en went elk joar outgoat.
De 24sten U ëgst of de zondag derop
Mè de reuziesj, ’t muziek en de pompiers op kop
Got de Processe garantie out
Volgiesjtj Giesbaargske tradiesje, alted op toud !
Tusj en taans ester ne ki ër een stuzje
E poar demies vur veske koruzje
Mur t kofferken es op de Mart…
Ast t skroun binnengedregen wart …
Spasjevul volk, Manneke Piesj in zannen blu ëten
Onderdtwunteg kilo op acht pu ëten
Waanzjelende vodden, ballongs, iest ére
’t Es (z)woar, iederi ën zie zanne p ére.
Niemand got direct nur ous
Cecilia g é lavu ër, ambijaanse in ‘t kot
Ne vinger op à à n kop en reuzekiesjdroa-en gelek ne zot
Nog ne ki ër veiren, en tan est zu và re
Pierre, Jean, Patrick, ofte Saint-Saucisse op een bà re
Wilde sosiesje zonder vel, get een kaanse
Nog een sjaanse… ’t es va Plaisaance.
’t Skroun, ’t Skroun, ’t Skroun da komt vurbou
Gedregen deur mannen in ’t ru ët
’t Skroun, ’t Skroun, ’t Skroun da komt vurbou
Sent Bartolom é es nie du ët.
’t Skrui-en, ’t Skrui-en, ’t Skrui-en da komt vurbui-e
Gedregen deur mannen in ’t ru ët
’t Skrui-en, ’t Skrui-en, ’t Skrui-en da komt vurbui-e
Sent Bartolom é es nie du ët.