E-mail uit Goeferdinge: In oktober kruipen de padden hun stoelen uit de grond!

8

Column, 13/10/2017 –  Op dinsdagmorgen 10 oktober lachte de zon me rond 9 uur, over het struikgewas van onze tuin, vriendelijk toe. Ze liet me meteen denken aan een wandeling in het mooie Arduinbos aan de grens van Overboelare en Deux-Acren. Een bos waar   ik als knaap elke dag door stapte om naar school te gaan. Een bos waar ik in de lente dikwijls bleef in rondhagen om planten zoals, bosanemonen, wilde hyacinten, maagdenpalm, varen en mos te bewonderen en dan de tijd vergat zodat ik te laat op school arriveerde. Ook in de herfst was het altijd leuk om door de afvallende bladeren te crossen, en terwijl alle mogelijke paddenstoelen die ik tegenkwamen eens aandachtig te bewonderen.

ecolumn uit goeferdinge karel-depelsemaeker-banner

Later, bijna 20 jaar geleden, heb ik over dat bos een eindwerk gemaakt om erkend natuurgids te worden. Ook toen trok ik er dikwijls naartoe. Vooral in de herfst, want in deze oude stukjes bos ligt er ook een eeuwenoude bodem waar tientallen soorten zwammen hun mycelia, of hun hyfen in leven. Eigenlijk zijn de paddenstoelen die wij onder verschillende vormen kennen, de vruchten van een mycelium, of de vruchten van een schimmelnetwerk, dat ook hyfen wordt geheten.

 Als het in oktober enkele opeenvolgende nachten 8 tot 10 ° C warm is, komen paddenstoelen overal te voorschijn. Het vaste land, van onze planeet aard, werd 400 miljoen jaar geleden veroverd door groene planten. Ze waren niet de enige organismen die erin slaagden buiten het water in leven te blijven. Uit de zeewieren ontwikkelden zich ook zwammen. Omdat zwammen geen bladgroen hebben voor zonne-energie op te vangen en niet aan fotosynthese doen, kunnen ze ook geen eigen voedsel maken. Daarom voeden zwammen zich met weefsel van dode of levende planten en dieren. Ze zijn dus typisch ‘heterotroof’, “ d.w.z.: voor ontwikkeling en energievoorziening organische stoffen opnemend” en konden dus pas op het land verschijnen nadat de eerste planten en dieren er al waren.

Het is pas in de jaren 50 van de 20ste eeuw dat wetenschappers zwammen ondergebracht bij een nieuwe familie: “Fungi”.Fungi is een enorme groep van meer dan 100.000 soorten die allemaal gemeen hebben dat zij geen bladgroen of chlorofyl bezitten en daardoor niet in staat zijn de voor hun bestaan noodzakelijke stoffen zelf te maken. Fungi, schimmels of zwammen zijn in staat om de meest ingewikkelde stoffen af te breken dankzij hun ‘mycelium’ of zwamvlok. Dit is een soort buizenstelsel, enkele duizendste van millimeters in doorsnede, voorzien van complexe scheikundige systemen om stoffen af te breken en om te zetten tot voor de zwam bruikbare bouwstoffen. Deze dunne buizen noemt men ‘hyfen’.

Hoewel ze vooraan in de jaren 1950 nog als planten werden beschouwd, zijn ze noch plant noch dier. Er was zo weinig geweten over paddenstoelen en dit omdat ze anders zijn dan andere levende wezens. Dat ze kunnen groeien in het donker is een van de eigenschappen die hen van planten onderscheidt. De stof, chitine, waaruit paddenstoelen zijn opgebouwd komt in het plantenrijk niet voor. In het dierenrijk echter komt chitine wel voor, in het pantser van insecten bijvoorbeeld. Fungi of zwammen vermenigvuldigen zich niet daar zaad of wartelscheuten, maar door sporen. Eigenlijk heel minuscule zaadjes, die soms, wanneer ze dicht bijeen liggen op poeder lijken. Wanneer we nu in de herfst bij zonnig weer een liter lucht zouden opvangen en ontleden, dan zouden we daar tot 30.000 zwammensporen kunnen in vinden. Deze strijken met de wind ergens neer en wanneer de plaats waar ze terecht zijn gekomen geschikt is, zullen daar in de toekomst zwammen groeien!

 

Heksen en Kabouters: vroeger verwonderde men zich over paddenstoelen. Paddenstoelen verschijnen snel zonder dat het duidelijk is waar ze vandaan komen. Daarom werden paddenstoelen in verband gebracht met bovennatuurlijke dingen, zoals duivels en heksen. Veel namen herinneren daar nog aan: duivelsei, duivelsbrood, heksenboleet, heksenkringen en elfenbankjes. Omdat er geen duidelijk oorzaken waren, verzonnen de mensen zelf een verklaring. Heksenkringen zouden ontstaan waar ’s nachts heksen gedanst hadden. Elfen gebruikten paddenstoelen om op te zitten: het elfenbankje. Er is ook het verhaal dat jonge heksen op stinkzwammen, die trouwens de vorm hebben van een flinke penis in erectie, zich ’s nachts komen bevredigen. Deze zwamsoort   scheidt ook een geur van rottend vlees af om vliegen aan te lokken. Wanneer er vlieg op neergestreken heeft, blijven er sporen aan haar poten en lijf hangen en verspreidt ze zijn sporen.

Ook de naam paddenstoel verwijst nog naar die verzonnen verklaringen. Padden, zo dacht men vroeger, zijn de huisdieren van heksen en tovenaars en paddenstoelen zijn hun zitplaatsen. Nu hebben Wetenschappers zwammen in drie groepen verdeeld: symbionten, parasieten, saprofieten.

Symbiont: vele zwammen leven in symbiose. Dat betekent dat ze een soort levensgemeenschap aangaan met een plant of dier. Ze kunnen zonder hun partner niet overleven. De vliegenzwam, bijvoorbeeld, leeft in symbiose met de berk. De zwamvlok leeft op de worteltopjes van een berk. De zwam zorgt ervoor dat de wortels van de berk over een grotere oppervlakte beter voedingsstoffen uit de grond kunnen opnemen. De berk voedt de zwamvlok met suikers die hij zelf aanmaakt door fotosynthese. Zowel de berk als de zwam heeft voordeel van elkaar.

Parasieten: sommige zwammen en schimmels gebruiken levende planten en dieren als voedsel. Zo is er een schimmel die op levende rupsen leeft. Langzaam verteert de schimmel de rups. Als de rups bijna dood is, vormt de zwam vruchtlichamen. De paddenstoelen groeien dan uit die rups. Een ander voorbeeld, als de vliegenzwam verdwijnt, verzwakt de berk. Parasieten grijpen hun kans en vallen de verzwakte bomen aan. Uiteindelijk gaan de bomen dood. Dan komen de saprofieten die de dode bomen opruimen.

Saprofyt: het mycelium trekt de voedingsstoffen uit rottende organische resten. Aan de paddenstoelen die in een bos voorkomen, kun je zien of het bos gezond is. Als er bijvoorbeeld veel vliegenzwammen (symbionten) in een bos groeien, is het een gezond bos. Als er in een bos veel parasieten of saprofyten zijn, dan is er waarschijnlijk iets mis met het bos.

Alle zwammen zijn eigenlijk scheikundige opruimmachines die alle afval van deze wereld tot humus verwerken, zonder paddenstoelen zouden de bossen en de wereld er vandaag niet zo uitzien.

                               Karel De Pelsemaeker.

PS: Voor het   komende weekend van 15 oktober, wordt er mooi nazomerweer voorspeld.

Het wordt het gepaste moment om onze Vlaamse Ardennenbossen eens aan te doen. De paddenstoelen zullen u zeker van harte welkom heten! Bossen die veel zwammen herbergen zijn het Arduinbos en het Boelarebos in Geraardsbergen, de bossen van Vloesberg ( flobecq ), het Raspaillebos in Geraardabergen, het Enamebos in Oudenaarde. Ook de bossen in en rond Ronse zijn absoluut een herfstbezoek waard.   Geniet ervan!