Op 15 november of op ‘Koningsdag’, is het feest in Belgi ë. Tenminste voor diegenen die zich nog met het koningshuis en de koning verbonden voelen. De jaren dat de schoolgaande jeugd een dag vrijaf kreeg voor ‘Koningsdag’, zijn al lang verleden tijd. Alleen bij de federale ministeries is 15 november nog een offici ële verlofdag.
Koningsdag, heeft een lange en drukke geschiedenis: onder het bewind van Koning Leopold I gaven 3 feesten aanleiding tot herdenkingsplechtigheden: 21 juli, refererend naar de datum van de eedaflegging van de Koning, 16 december, de verjaardag van zijn geboorte en de nationale feestdagen in september, om de gevechten van de revolutie te herdenken.
Bij de troonsbestijging van Koning Leopold II werd in 1866 beslist dat het ‘Feest van Zijne Majesteit’ gevierd zou worden op 15 november, de datum van Sint-Leopold. Onder het bewind van Koning Albert I, zou ‘Koningsdag’ plaatsvinden op 26 november, de dag van Sint-Albert, maar aangezien de moeder van de Koning overleden was op 26 november werd beslist deze Koningsdag te verschuiven naar 15 november, op Sint-Leopold dus.
Vermits na de Eerste Wereldoorlog de datum van 15 november zeer dicht lag bij 11 november, de datum van de Wapenstilstand, werd de Koningsdag vastgelegd op 27 november.
Sinds 1934, met de troonsbestijging van Koning Leopold III, werd Koningsdag opnieuw op 15 november gevierd en ‘Naamfeest van Zijne Majesteit de Koning’ genoemd. Tijdens de afwezigheid van de Koning in het land, of tijdens het regentschap van Prins Karel (1944-1950), besliste de regering in 1945 om de viering te vernoemen als ‘Feest van de Dynastie’ om zo indirect te verwijzen naar de afwezige koning.
Toen Koning Boudewijn de troon besteeg, besloot hij de datum van 15 november te behouden op voorwaarde dat vanaf 1952 dit naamfeest van de stichter van de Dynastie de naam ‘Koningsdag’ zou krijgen, met uitsluiting van alle andere benamingen.
Actueel wordt Koningsdag nog steeds op 15 november gevierd, ter gelegenheid daarvan wordt er in verschillende steden en gemeenten een Te Deum (of een lofzang) gezongen. Het Te Deum van Brussel heeft plaats in de Sint-Michielskathedraal, in aanwezigheid van de leden van de Koninklijke Familie. Sinds 2000 wordt het georganiseerd door de kerkelijke overheid; de burgerlijke overheden organiseren een plechtigheid in het Paleis der Natie.
De korpsmaaltijd: traditioneel komen bij Defensie op Koningsdag de onderofficierenkorpsen en vrijwilligers samen om een toast uit te brengen op de Koning. Tevens wordt sinds vele jaren bij die gelegenheid bijna overal een korpsmaaltijd georganiseerd. Voor Defensie was Koningsdag al zeer snel een gelegenheid om de gevoelens van gehechtheid en waardering van het leger ten overstaan van zijn opperbevelhebber, de Koning, naar voren te brengen. Concreet werd per korps en per eenheid een heildronk uitgebracht ter ere van de Vorst en werden hem in een kort schrijven – de gevoelens van de leden van het korps – uitgedrukt. Actueel komen zowel militairen als burgerpersoneel van Defensie samen voor een toast op de Koning en een gezamenlijke maaltijd om hun gehechtheid aan het vorstenhuis te betuigen. De organisatie van dit evenement ziet er meestal als volgt uit: eerst de groepsfoto, dan de toast op de koning gevolgd door de eigenlijke korpsmaaltijd.
Ik ben van mening dat het terecht is om nu, terwijl we ook – 99 jaar de Wapenstilstand van de Eerste Wereldoorlog ( op 11 novemvber ) – herdenken, we de Belgische postduif op 15 november eens hoog op haar til mogen plaatsen. Daarom, dit kort gedenkschrift aan de ‘Belgische Soldaat Duif’ of de ‘ Piegon-Soldat belge’. Omdat veel duivenrassen in staat zijn om vanaf een willekeurige plaats én in en hoge snelheid hun til terug vinden, zijn ze van oudsher gebruikt om berichten over te brengen. Dit gebeurt al eeuwen, in vredestijd maar ook en vooral in oorlogstijd. De hedendaagse postduif komt uit Belgi ë, vanuit het Luikse. Uit verschillende kruisingen ontstond rond 1850 de Belgische reisduif. De duivensport heeft op de ontwikkeling van deze vogel en enorme invloed gehad. Voor militaire doeleinden werd de Belgische duif vanaf 1870 gebruikt:
– In de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) is bij het beleg van Parijs systematisch gebruik gemaakt van de moderne postduif. Dit gebeurde vooral nadat de Duitsers in het najaar van 1870 alle spoorwegverbindingen met Parijs hadden verbroken. De duiven werden met luchtballonnen buiten Parijs gebracht en vervolgens met boodschappen in een kokertje aan de poot of in een holle veer ( een ressortje, zoals in een balpen bijvoorbeeld) tussen de staartpennen teruggestuurd.
Hoewel WOI wordt beschouwd als de eerste moderne oorlog, speelden postduiven ook tijdens deze oorlog een belangrijke rol. Alle strijdende machten hadden goed georganiseerde militaire duivendiensten met uitgebreide stations op de hoofdkwartieren en verspreid over het land. De postduiven werden ingezet om berichten, meer bepaald codeberichten, over te brengen die in een kokertje werden gestopt en aan een poot vastgebonden. Voor langere berichten werd toen al een microfilm gebruikt. De duiven dienden niet alleen om nieuws over te brengen, ze werden ook ingezet voor spionagedoeleinden. Met in Deutschland ontworpen kleine fototoestellen op hun borst, die vanop een afstand konden worden geactiveerd, namen duiven ook foto’s van de vijandelijke terreinen. De duiven voerden hun opdrachten dikwijls uit in de meest gevaarlijke omstandigheden zoals beschietingen, bombardementen en gasaanvallen. Doch juist door deze drukke gebeurtenissen waren deze dieren noodzakelijk want in echte oorlogsomstandigheden waren telefoon en telegraaf immers dikwijls onbruikbaar. Naar ruwe schatting zijn er in WOI meer dan 100.000 duiven gebruikt, waarvan zo een 95% het meegestuurde bericht werd afgeleverd.
Enige van deze postduiven werden echte helden, opdat ze vaak heel wat mensenlevens hebben gered. In bijvoorbeeld Brussel staat er, op de Pantsertroepensquare, vlak naast de Vismarkt, een monument ter ere van de militaire duiven en hun verzorgers uit de Eerste Wereldoorlog. Het is goed om weten dat zelfs na de Tweede Wereldoorlog postduiven nog dikwijls werden ingezet bij oorlogvoeringen.
De Franse heldenduif ‘Vaillant’ genaamd, werd op 4 juni 1916 losgelaten tijdens de Slag bij Verdun, hij werd gelost op fort Vaux met in een kokertje de boodschap: ‘Wij bezwijken langzamerhand onder gasaanvallen. We moeten dringend ontzet worden. Dit is mijn laatste duif. Getekend, commandant Raynal.’ Niettegenstaande er veel gas hing lukte Vaillant toch in zijn opdracht en hoewel het fort uiteindelijk toch in Duitse handen viel, herinnert een monument ter plaatse nog altijd aan de duif Vaillant die vergiftigd door het gas stervend zijn hok binnenviel. De vogel ontving, postuum, medailles; werd opgezet en kreeg een plekje in het Franse legermuseum.
‘Cher Ami’, een duif van het ras blauwkras doffer, was een van de 600 duiven die werden ingezet door de U.S. Army Signal Corps in Frankrijk. Hij bezorgde 12 belangrijke boodschappen binnen de Amerikaanse sector bij Verdun. Op zijn laatste tocht, in oktober 1918, werd Cher Ami geraakt door vijandelijk vuur zowel in zijn borst als in een poot. Hij bereikte niettemin zijn hok. Het kokertje met het bericht bungelde nog net aan het kapot geschoten pootje. De boodschap was van Major Whittlesey’s ‘Lost Battalion’ van de 77Th Infantry Division, dat geheel geïsoleerd was geraakt van de andere Amerikaanse troepen en hopeloos onder vuur lag. Cher Ami had de veertig kilometer naar het Amerikaanse hoofdkwartier afgelegd in 25 minuten. Binnen enkele uren konden de Amerikanen het bataljon bevrijden en waren 194 levens gered!
Cher Ami werd onderscheiden met het Franse ‘Croix de Guerre avec Palmes’ en overgebracht naar New York voor een heldenontvangst. Hij stierf in 1919 als gevolg van zijn verwondingen en werd opgezet. Later kreeg hij nog een gouden medaille van de Amerikaanse postduivenorganisatie.
Koning Boudewijn liet zich ooit, in de tuin van het Koninklijk Paleis, een duiventil optrekken en speelde zoals vele van zijn landgenoten met zijn duiven. Op bijna geen enkele andere manier kon hij zich Belgischer manifesteren.
In de film ‘ Flying Home’ van schrijver-regisseur Dominique Deruddere, draait heel het verhaal rond de verliefde kleindochter van een Vlaamse duivenmelker en zijn een oorlogsduif. Voor deze film werden er opnames gedaan in ‘Caf é De Zavelpunt’ in Sint-Goriks-Oudenhove, dit unieke Vlaams caf é was in de film, die overigens doorgaat in West-Vlaanderen, het ‘Duivenlokaal’.
Karel De Pelsemaeker
Aux Colombophiles Morts pour la France
Au Pigeon de Verdun
Plaque appos ée sur le Fort de Vaux
Contact: Mail : accueil@tourisme-pays-verdunois.eu
Office de Tourisme du Pays du Verdunois,
14 Rue Raymond Poincar é, F-55100 Bras sur Meuse.
Tel: 0033 (0)3 29 85 41 52 9u 30/ 12u 30 en van 13u 30 / 17u 30.
Foto plaque-colombophiles ©TGV_Marie_Jacquine