Julien Borremans, 12/03/2018 – 15% van de volwassenen kampt met een geletterdheidsprobleem. Daarbij gaat het niet enkel over mensen die aan de rand van de maatschappij leven. Integendeel! Zorgwekkend is dat — ondanks de vele dure investeringen in onderwijs en opleiding — de geletterdheidsproblematiek eerder toe- dan afneemt. Niet alleen volwassenen, maar ook jongeren lopen een geletterdheidsachterstand op.
Uit het PIRLS-onderzoek (Progress in International Reading Literacy Study) blijkt dat 20% van de Vlaamse vijftienjarigen op het vlak van leesvaardigheid een achterstand oploopt. Een roman lezen is al te hoog gegrepen. Niettegenstaande geletterdheidscompetenties deel uitmaken van de eindtermen, slagen scholen er onvoldoende in om zwakkere leerlingen voldoende voor te bereiden. De gevolgen zijn desastreus. Laaggeletterden zitten vaker en langer tegen hun zin zonder werk. Ze zijn oververtegenwoordigd bij het OCMW en de VDAB. Ze zijn vaker chronisch ziek. Laaggeletterdheid kost de samenleving dus veel geld.
Wat is geletterdheid?
“Geletterdheid mogen we niet met analfabetisme verwarren. Geletterdheid is de competentie om informatie te verwerven, te verwerken en gericht te gebruiken. Dit betekent met taal, cijfers en grafische gegevens kunnen omgaan en gebruik kunnen maken van ICT. Geletterd zijn is belangrijk om zelfstandig te functioneren en te participeren in de samenleving en om zich persoonlijk te kunnen ontwikkelen. Geletterdheid heeft een invloed op het zelfbeeld van mensen, hun interactie met anderen, hun welbevinden en hun inzetbaarheid. De mate van geletterdheid geeft aan in hoeverre een samenleving klaar is voor de uitdagingen van de toekomst.”
Kan je je voorstellen dat je er niet in slaagt om de treinregeling op te zoeken op het internet? …om de factuur van je elektriciteitsleverancier te ontcijferen en online te betalen? Uit een onderzoek van enkele jaren geleden bleek dat bijna de helft van de jongeren moeilijkheden heeft met het lezen en begrijpen van tabellen, grafieken en kaarten. De helft van de ondervraagden was niet in staat om een uurrooster in een station te lezen of om uit een overzicht van metrolijnen de juiste route af te leiden. Faalt ons schoolsysteem? Bereiden we onze jongeren wel degelijk voor op hun toekomst? Zijn we wel streng genoeg? Hoe zorgen we ervoor dat de snelheid van het onderwijs is aangepast aan de snelheid van verandering in onze maatschappij?
Intussen is het hoger onderwijs, de arbeidsmarkt en de maatschappij in zijn totaliteit fel veranderd, maar het secundair onderwijs is gestagneerd. Het is inderdaad totaal van de pot gerukt dat we de leerlingen vandaag nog steeds dezelfde vakken en structuren aanbieden van veertig jaar geleden, terwijl de maatschappij zo fel is ge ëvolueerd. In de Tijd stelt Peter Hinssen zich terecht de vraag of het onderwijs nog leerlingen zou hebben als het morgen concurrentie zou hebben.
Plan Geletterdheid
De instroom van vele duizenden vluchtelingen en nieuwkomers maakt de problematiek nog schrijnender. Meer dan de helft van de vluchtelingen heeft geen diploma secundair onderwijs. 70% van hen heeft nood aan een langdurige opleiding om aansluiting te vinden op de arbeidsmarkt. We leven immers in een kenniseconomie en —maatschappij. Daaraan participeren vraagt een hoop competenties. Heel wat nieuwkomers missen daardoor de aansluiting en zakken weg in de onderste regionen van ons sociaaleconomisch bestel. Terwijl de top van onze samenleving haast hagelwit is, zijn de onderste lagen eerder veelkleurig.
De problematiek wordt via de kinderen overgedragen. 42% van de allochtone schoolverlaters is laaggeschoold. 54% van de allochtonen spreekt thuis geen Nederlands en loopt zo een cruciale achterstand op. 70% brengt het secundair door in het BSO. De werkloosheidsgraad onder de allochtonen bedraagt ongeveer 40%. Er is een etnostratificatie van de arbeidsmarkt; de onderste lagen zijn veelkleurig. Wat dat betreft, is Belgi ë de slechtste leerling van de klas. Een nieuwe multi-etnische, proletarische onderlaag ontwikkelt zich niet alleen in de grootsteden, maar steeds meer in de provinciesteden. De nieuwe maatschappelijke breuklijnen en tegenstellingen tekenen zich sterk aan de oppervlakte af. De verpaupering van een multi-etnische onderlaag vormt de grootste politieke uitdaging van de komende decennia.
Alles begint bij een goed uitgebouwd geletterdheidsplan op Vlaams niveau, dat hand in hand moet gaan met de modernisering van het secundair onderwijs. Basisgeletterdheid krijgt daar terecht een meer prominente plaats. Steden en gemeenten kunnen voor een draagvlak zorgen, waarbij een netwerk van organisaties, instellingen en diensten de problematiek van de laaggeletterdheid herkennen en weten naar welke organisatie door te verwijzen. Gecoördineerde acties over de beleidsniveaus heen en veel meer middelen voor goed uitgewerkte begeleidingstrajecten gericht op werk én integratie zijn een must. Een sociaal, open en dynamisch Vlaanderen moet een project worden, eerder dan een stoffig idee.
Julien Borremans.