Anny Bert, 30/03/2018 – Ben je een trouwe VTM-kijker ? Volg dan maar rustig verder de belevenissen van de Kotmadam of haal het beste boven uit je verbeelding om in Natalie en Jonas ene Oprah Winfrey en Poetin te herkennen.
Ben je een éénkijker en ben je ook op zoek naar wapenfeiten die in het collectief geheugen mogen overgaan, niet naar de prullenmand ?
Dan zag je het ook.
Misschien kraaide je zelfs : Met zulke rolschaatsen heb ik ook nog gereden ! Ze moeten nog ergens in de schuur bij pepe staan.
Misschien herinner je je nog de telefooncellen die binnenin verwarring zaaiden : zit ik hier in een publiek urinoir of in een relatiebureau met hartjes en liefdesboodschappen ?
Zag je dan ook de kabeljauwogen en hoorde je het gelal van een zekere minister Daerden ?
Als taalkundige was je zeker het perfecte hoogduits van Jean-Marie niet vergeten. Het fragment met poedel Pfaff was trouwens al heel lang de geschiedenis ingegaan.
Maar wist je ook nog dat de bomma van Leo Tindemans tot in Zaïre was bekend, allicht als ambassadrice voor de Vlaamse keuken en haar patatten met saucissen ?
Waarvoor ons geheugen ons echter nooit in de steek mag laten, is voor dat enige en diepbetreurde Spel Zonder Grenzen. Jij, die de vele afleveringen hebt meegemaakt en ervaren hebt wat eenvoudig amusement nog betekende, ga nu rechtopstaan en hou met mij één minuut stilte, een eerbetoon in extremis aan dit spelprogramma van internationale allure.
Jij, die niet weet waarover het gaat, stop nu je activiteiten en besef welk hiaat er in je prille leven te betreuren valt, welke klappen je kinderjaren en je jeugd moesten incasseren, onbewust, maar met een onuitwisbaar littekenweefsel op je zieltje.
Spel Zonder Grenzen was een amusementsprogramma waarmee de Europese Radio-Unie in 1965 op TV startte. Teams uit verschillende landen bonden met elkaar de strijd aan op een speelse en ludieke manier. Jong of oud, gedoopt of ongedoopt, intellectueel of analfabeet, half Europa keek naar Spel Zonder Grenzen of Jeux Sans Frontières, naar It’s a Knock-out , naar Spiel ohne Grenzen of Giochi Senza Frontiere. Aanvankelijk namen kandidaten uit 4 landen het tegen elkaar op : Belgi ë, Duitsland, Frankrijk, Itali ë. Toen ook Zwitserland en Groot-Brittanni ë 2 jaar later toetraden, was Nederland nog steeds niet klaar met het becijferen van het kostenplaatje en de winstmarge. Verleid door het enorme succes van het amusementsprogramma , gaven de Nederlanders tenslotte ook hun jawoord hoewel ze in die 9 jaar die volgden nooit een overwinning konden vieren. Was het als slechte verliezer dat ze al in 1979 afhaakten ?
De Vlaamse televisiekijker was in de beginjaren van Spel Zonder Grenzen nog in de ban van Schipper naast Mathilde. Het TV-toestel was er nog niet overal maar het sociaal contact zoveel te meer. Buren gingen nog bij mekaar een kaartje leggen, stil en ingetogen, maar veelal met heel wat stemverheffingen, een luide godver en een dreun met de vuist op de toile cir ée van de keukentafel. Ze scholden mekaar uit voor zeurzak. Schoppenaas vloog met ruitendame en klaverenzot de lucht in en ze vertrokken met slaande deuren. Maar de volgende avond al staken ze diezelfde deur voorzichtig open en vroegen op de beminnelijkste toon : Wordt er vanavond gekaart ?
Wie geen TV had, ging bij de buren kijken en ze waren er welkom. Soms werd de bank van de binnenplaats naar binnen gehaald zodat iedereen een zitje had. Dolf bracht zelfs altijd zijn houten vouwstoeltje mee, zijn pliant,pliang in het Zottegems, en dat vond de gastvrouw maar goed ook : tuimelde hij door zijn persoonlijk kunstwerk, dan waren het zijn eigen onderdelen die tussen zijn eigen latwerk gekneld zaten, zei ze altijd, maar in een woordenschat van de streek.
En toen kwam Spel Zonder Grenzen. Het was de complete uitvergroting van de spelletjes uit de jeugdbeweging, niet met Erna uit de Meire of tegen Christiane uit de Vestenstraat maar tegen ganse ploegen van ver hier vandaan als Portugal en Spanje en Hongarije en de voertaal was geen Vlaams dialect maar Frans of Italiaans. Elke aflevering gebeurde telkens in een ander gastland en een Vlaamse of Waalse stad trad aan, eenmaal zelfs ook Zottegem met Urbain Braems als coach in het ItaliaanseUdine. Winnen deden we niet maar over de grenzen hoorde men over het bestaan van Zottegem, toen nog zelfs geen stad, tegenwoordig goed op weg naar een metropool.
Het was een kleurrijk spektakel : prei- en selder- en uienfiguren in contouren van Michelinmannetjes moesten door hun snelheid en behendigheid voorkomen dat ze in een grote ketel in julienne gaarstoofden.
Bij een ander spel moest voor elk team een koene ridder op een middeleeuwse toren zien te geraken om ginder helemaal hoog een beeldschone onschuldige maagd te redden. De aanstaande held moest wel een ferme aanloop nemen op een smalle brug die rijkelijk was ingesmeerd met bruine zeep. De zeepklodders vlogen soms zo kwistig in ’t rond dat we in onze huiskamers de ogen veiligheidshalve dichtknepen en eens over onze wang wreven maar er hing niets dat er voordien nog niet was.
Het entoesiasme voor de Belgische ploeg was dit keer nog groter dan anders ook al speelden ze in ex-Joegoslavi ë want de stamgasten van caf é De Muizenval herkenden de maagdelijke gevangene op de tinne van de toren : de caf ébazin, niet beeldschoon, niet onschuldig, wel hoogverheven en popelend om gered te worden. Maar dat deed ze achter haar tapkraan ook al.
Water was in Spel Zonder Grenzen nooit veraf, helaas ook soms heel dichtbij voor een commentator als Jan Theys. Boxershort, broek en jasje, polshorloge, toepetje, alles was kleddernat en aan vervanging toe. Het was toen al dat hij besliste te kiezen voor een splinternieuw programma : De juiste Prijs van Jan Theys. Ook dat verdween in het collectief geheugen.
En wat nu onderweg is naar het collectief geheugen ? Weinig. Heel weinig.