Prentkaarten van meer dan 100 jaar oud


Hoe zag Stationsstraat Scheldewindeke er een eeuw geleden uit?  (R 17, foto DDL)

Hoe Scheldewindeke er meer dan een eeuw geleden uitzag en hoe het allemaal veranderde, kan men zien op oude prentkaarten. Een eeuw geleden waren de zichten op de Statiestraat (Stationsstraat) en de Bareel zeer in trek. Er werden ook in de eerste helft van de twintigste eeuw veel kaarten verkocht. Soms gebeurde het zelfs dat men meer prentkaarten kocht dan hij of zij van plan was te versturen. Later werden die kaarten soms toch nog verstuurd. De hierbij afgedrukte kaarten dateren van begin de jaren 1900.
Hoe het allemaal veranderde kan u bijvoorbeeld lezen uit de oude prentkaart van 1903. De Stationsstraat (Statiestraat) in Scheldewindeke is een typevoorbeeld van hoe de tijden veranderen. Een eeuw geleden waren er talrijke herbergen in Scheldewindeke. Vlak bij het station stond herberg ‘A la Concorde’ (in het Frans!) van Van Pamel (zie prentkaart). Nu staat er het warenhuis Carrefour. Vanuit het station van Scheldewindeke vertrokken destijds de ‘trimars’ (seizoenarbeiders) naar Frankrijk. In Windeke was de zetel gevestigd van de ‘trimarsgilde’. De gilde verdedigde de belangen van de seizoenarbeiders. Met de honden- of paardenkar werden de ‘basadjes’ naar het station gebracht. Het station van Scheldewindeke werd officieel geopend op 5 januari 1867. Het is een station op spoorlijn 122 (Gent — Geraardsbergen). Scheldewindeke was tot voor kort het enige station tussen Zottegem en Merelbeke dat nog bemand was. Sinds 28 juni 2013 zijn de loketten gesloten. Het station is nog het originele zoals opgericht door de Compagnie du Chemin de Fer de Braine-le-Comte à Gand. Oorspronkelijk was het een trapgevelstation (net zoals alle andere stations op de lijn). De trapgevels zijn bij diverse verbouwingen verdwenen. Het stationsgebouw Scheldewindeke is één van de laatst overgeblevenen van zijn soort. Het is niet in de beste staat. Voor de toekomst van het gebouw is het koffiedik kijken. Op het perron naar Gent staat nog een authentiek wachthuisje. Op het andere perron zijn moderne schuilhokjes geplaatst.
Trimars
De ‘Fransmans’ of trimars vertrokken met hun ‘basadse’ naar Frankrijk om er 7 à 8 maanden seizoenarbeid te verrichten. Men kan een ‘basadse’ het best omschrijven als een groot hoofdkussen, opgevuld langs beide zijden, in het midden in mekaar gedraaid. De ‘tweelingzak’ werd over de schouder gedragen, één zak op de borst, één op de rug. De heel oudere generatie kent nog de ‘basadse’.
Op de oude prentkaart van 1903 (de foto moet op een zondag genomen zijn) liepen de dames en heren er netjes gekleed bij, in ware belle époque-stijl. Bij het nemen van een foto, hoorde dat toen blijkbaar op die manier te gebeuren. In het straatbeeld, anno 1903, geen automobiel (zo heette dat toen nog), wel één PK-tjes-karren met ‘paardenspan’ (postkaart van uitgeverij O. Latoir uit Scheldewindeke). Destijds in 1903, inmiddels 115 jaar geleden, toen de Stationsstraat Statiestraat en Rue de la Station werd geschreven.   Bij het station van Scheldewindeke was een magazijn voor de verdeling van stukgoederen. Destijds, toen een hondenkar nog geen antiek was en een paard nog rustig kon staan midden de straat.
De tijd van toen
De kaarten herinneren ons aan het verleden van Scheldewindeke en vertellen ons ook veel over hoe het er aan toe ging. Wie goed kijkt, kan er veel op ontdekken en een beeld krijgen van de tijd van toen. De Oosterzeelse uitgevers Van Vlierberge Zusters (Oosterzele) en edit. O. Latoir (Scheldewindeke) gingen mee met de tijd en kiekten de belangrijkste straten en monumenten in Oosterzele, Scheldewindeke, Moortsele, Landskouter, Balegem en Gijzenzele. Het uitgeven van postkaarten werd een lucratief handeltje en in het begin van de 20 ste eeuw kwamen ook fotografen van de Edit. C. Van Cortenbergh fils (Bruxelles), D. Hendrix (Plantijnlei, Antwerpen) en Uitgeverij Achiel Baele Everaert (Gent) als het ware een ‘kijkboek’ maken van de deelgemeenten van Oosterzele. Er was een tijd dat dat de belangstelling voor oude zichtkaarten miniem was. Voor enkele franken kon men ze al kopen. Nu is de belangstelling voor de verzamelaars van de plaatselijke geschiedenis heel groot en worden er voor zeldzame kaarten heel veel euro’s betaald (25 euro en meer per prentkaart). Toch zijn er nog altijd op rommelmarkten met wat geluk koopjes te doen.
                                                                                                                                                                                                                            Reporter 17