Xenia, het jongere zusje van Xenox, wat vrij verkrijgbaar is in de betere apotheken, je weet wel, die waar de apotheker nog een witte schort draagt, was een moeilijk etertje. Andere kinderen aten pap, zij at moeilijk. Ze at alles, als het maar kalfslever van een jak was of appelmoes van een uitgestorven fruitsoort. Met de planken van die allerlaatste appelboom maakten ze ooit de doodkist van Hannibal.
Oma Germaine, dat was de oma en ze heette Germaine, zo genoemd naar haar grootmoeder die Pharaïlde heette, zag het allemaal met lede ogen aan. Ze begreep het niet, zo klein en zo kieskeurig.
Zijzelf stond ooit op de eerste rij aan de Zottegemse Luchtbal bij het moordend treffen tussen Duitsers en Canadezen. Ze liep met haar toen nog korte beentjes en met een lege maag naar Velzeke om het vliegtuig te zien dat er was neergestort.
Op zekere dag moest ze met haar aluminium melkkannetje naar Grotenberge bij boer Elvis, zo genoemd naar die andere Elvis die toen nog niet geboren was, je weet wel, Elvis Costello. Ze keerde met haar witte goud terug naar huis waar drie hongerige maagjes op wat sterkers wachtten dan pompwater toen een vliegtuig rakelings over Germaineken en haar kannetje scheerde. Zoals men het haar had geleerd, dook ze meteen in het hoge gras van een berm en ze maakte zich onzichtbaar, de melk ook. Alleen een kannetje met nóg meer blutsen was bij thuiskomst haar trofee.
Vele jaren en rimpels later heeft ze er nog spijt van ze toen in geen joert woonden, rond en zonder hoeken en dat een moederhand zo groot kan aankomen tegen een kinderpoepje.
Ze had nog als Germaineken gedraaid aan de trommel die in de Leuvense stoof paste om er een vervanger van koffie in te branden, schokkeloen of wintergerst. De lucht van de gebrande soort tarwe vulde de keuken met een doordringende geur, zeg maar stank. De trommel moest in beweging blijven en het resultaat was een kopje…verschrikking.
Als Germaineken lang genoeg en zonder morren al haar levertraanenergie aan die verdomde trommel had opgeofferd, wachtte haar een beloning : geen calippo, geen zakje ringlings, geen M&M’s, wel een schijfje gedroogde appel. Nu is Xeniaatje nog te klein maar over een paar jaar zal oma vertellen hoe de oorlogsjaren en het tekort aan alles voor inspiratie zorgden. Zo staken ze schijfjes appel op een draad en spanden die boven de stoof tot ze droog waren en lekker…taai.
Als het iets feestelijker mocht zijn, dan maakte de moeder van Germaineken een “praline” van ingredi ënten die ze verborgen hield achter de kleerkast in een geheim luik om Ren é Artois uit Allo ! Allo! kriebelingen te bezorgen in zones die niet door de Nazi’s werden gecontroleerd.
Hallo Dominique Persoone ! Aandacht Wittamer ! Neem een klontje suiker, smeer er een vliesje boter op, heel dun, zeg maar een maagdenvliesje, strooi er in alle soberheid wat cacaopoeder op, van een soort die zich al schuilhield vanaf de opkomst van het nazisme en bekroon de creatie met een rozijn. Een krent mag ook maar dat klinkt nogal lichamelijk.
Germaineken was daar heel gelukkig mee want het was oorlog en ze was ook nog klein toen, amper 1,05m. Intussen is ze een uit de kluiten gewassen oma van 1.57m. Dat komt omdat tijdens de oorlog de kluiten niet zo groot waren.
Wat wel groot uitviel toen, was het overaanbod aan vis, vooral dan van leevaard, in Zottegem legaard.
In Knokke meenden ze echt dat elke haring zich de schubben van de rug verwrong om er aan land te gaan maar ook in Oostende, zelfs zonder Vande Lanotte, herhaalde zich dagelijks de wonderbare visvangst en in De Panne riepen ze : Quel miracle. Notre plage, c’est la place m’as-tu vu.
Ook zonder bretellen hield de vader van Germaineken de broek op met haring, niet haring én want die houden een tent overeind. Met emmers mocht men haring halen bij de visboer, mooi in de rij, geduldig, gratis. Jawel, gratis, want dat woord stond toen nog duidelijk in het woordenboek. Wat men nu nog gratis krijgt, is een pak rammel.
Moeder zorgde voor veel variatie op het haringmenu : er was haring zonder kop en zonder ingewanden, er was haring gegrild op de Leuvense stoof met kop en ingewanden, er was haring in azijn met drijvende uienringen en laurier, en een variant zonder azijn maar met gesnipperde ui. Er kwam zelfs een soort quiche op het bord van Germaineken maar dan zonder groenten, zonder kaas of room en zonder bladerdeeg maar het kwam toch uit de oven en het geurde, juist, naar haring.
Echt onder een Michelinsterrenhemel zat Germaineken toen moeder haring serveerde met paraplusaus. En hier geef ik Pascale Naessens 5 minuten om haar blaadje en kogelpen te nemen en het recept te noteren : vul een pan met warm water, voeg er wat azijn aan toe en dik de saus met aardappelbloem die je zelf met patatten hebt gemaakt. Het is monnikenwerk maar voor een culinair orgasme moet je tijd vrijmaken én een rasp. Lekker, en zo puur !
En zo iemand als oma Germaine kwam men nu vertellen dat een snotter geen vlees, geen vis, geen groenten, geen fruit, geen brood lustte…
Germaine wenste die periode uit haar leven liefst te vergeten. Ze had trouwens geen tijd daarvoor want een vriendin had net een berichtje gestuurd op haar allernieuwste smartphone: Kom af, ben over 10 minuten daar.
Ze reden dadelijk naar Kruishoutem voor een aangenaam terugzien van Peter Goossens in Hof van Cleve.