Vrijdagavond. Het was een fijne week met veel werk en nèt iets te weinig tijd om ècht lekker te eten. We spreken af aan het station. Er resten ons 60 minuten om de tijd stil te zetten, op zoek naar genot.
Om de hoek zien we Bremer stadsmuzikanten.
De korte spijskaart is gevuld met heerlijkheden à la Agnus of een stukje kwaliteitsvis. Hier hebben ze de helft van hun couverts afgebouwd. Trôp is te veel! Mensen hebben hun leven op orde. In het chique rugged interieur staat niets te veel, tegelijk vraagt niets om m éér. Alle tafels zijn gereserveerd maar aan de loungebar zijn nog twee hoogpoters vrij.
Mevrouw, we hebben nog 50 minuten om iets te eten. Lukt dat?
Een blik in de keuken. Woorden zijn niet nodig! Zet u.
Een currypasta met kip en een gebakken vis.
Dan zie je de kok zweven langs werkbladen, rustig gehaast, genietend zoals het hoort. Twee witte wijntjes. Je vertrouwt de keuze! Dan komt het eerste bord. De compositie is perfect. Niks is er over, boenk er op. Meer doen met minder heeft ballen aan het lijf. Chefs blinken uit wanneer ze er in slagen om een fantastisch gerecht voor te schotelen alsof het een wandeling door het park is.
Dan volgt de vis. Niets m éér dan dat! Gewoon een vis in het midden van een bord! Zo stevig en zacht, tegelijk krokant in zijn beet door het perfecte afbakken,… uitgepuurd sober. Nog wat frietjes, geen kroketten. Kort knapperig zacht goud, ideaal op de vork. Verse groenten met een toets vinaigrette, heerlijk neutraal.
Deze kok maakt zijn meesterschap waar door de smaak van kwaliteitsproducten te verdiepen tot een ervaring.
Bij een ideaal vertoeven hoort ook een babbel met de zaalverantwoordelijke. Niets te weinig noch te veel. Met aandacht voor details lijkt de dame met iedereen het perfecte gesprek aan te knopen. Expertise en evenwicht. Het zit hem in details.
Al lachend zegt mijn vrouw dat ook mijn ‘favoriete’ dessert op de kaart staat. Sabayon! In combinatie met vis? Daarbij,… kotsbeu zijn koks die lamlendige polszwengel. Doe de man dat niet aan.
Ondertussen is de tijd om! Mijn vrouw heeft nu een activiteit in de stad. Ik later! Kus en tot in bed.
Al was het maar om te plagen vraag ik: ‘Maakt u ook Sabayon klaar voor één persoon?” De kok knikt. Geen weg terug. Laat maar komen! Alleen met mijn genot! De avond kan niet meer stuk.
Elke chef kan het gele geduld kloppen maar niet elke chef kan daar nog mee verrassen. Krokante crumble? Lef hebben! Heerlijk zacht vanille ijs,… niks te zoet. Onderaan,… kleine stukjes aardbei. Ogen dicht, zwijgen en eten.
Nog een potje zachte koffie graag.
De ultieme test. Geen idee wie de koffiebrander is maar hij komt sterk geurend, gevraagd zacht en in een mooi ruw stenen potje, niks aciditeit en bij die zwarte laatavondzonde,… een hompje mousse-au-chocola voor het laatste gaatje.
Daar waar de Bremer stadsmuzikanten thuis zijn, nemen ze voor gehaaste mensen de tijd om kunst te verpakken alsof het eenvoud is. Koks die de art van het leven al hebben ontdekt doen meer met minder. Minder couverts voor meer genot. Minder franjes voor meer perfectie. Minder keuze voor meer aandacht.
Goedgezind neurie ik een lied over 44 Luftballons Auf ihrem Weg zum Horizont. Es gab ein großes Feuerwerk. Een hoogtepunt als begin. Daar is niks mis mee. Leve het weekend.
Sjarel Klak