Sjarel Klak zegt : Respecteer toch verdorie de plattelandsmentaliteit


Steden en hun mentaliteit dijen uit, ook richting Zottegem. De Rand rond Brussel is al verstedelijkt. In elke wijk overheerst een andere taal. Maar behalve de taal riskeert iets even kostbaars verloren te gaan.

Vandaag verhuizen Brusselaars naar Denderleeuw, Dendermonde en Geraardsbergen. Daar voelen ze ‘den Brusseleir’ al komen. Er is natuurlijk niets mis met een Brusseleir, weze het een fiere ket of een ferm mokske, voor wie ‘zwans’ een levensstijl is.

Zouden velen nog het woord ‘zwans’ kennen?

Ook in  onze omgeving gaat de volkstaal- en cultuur verloren. Je ziet steeds minder boerkes en boerendochters het lokale dialect spreken, de lokale gewoonten beleven. ‘Tendoet’ en ‘abatoet’ verstaan ze niet meer. Abaniènt! Gelukkig zijn er ook de West-Vlaamse keuters die in Oost-Vlaanderen nog wat boerenverstand importeren. Mo how sèg! Dat is een ander verhaal…

Zottegem kent nog de gezapige, eenvoudige, zij het ietwat ruigere, volkscultuur die elders verdwijnt of al is verdwenen.

‘Politiekers’ doen er nog volop aan dienstbetoon en bij feestelijkheden draait alles rond eten en drinken. En carnaval,… dat vieren ze al vanaf het eerste weekend van januari,… gedurende gans het jaar. Uitbundig lol maken is voor Zottegemnaars wat de meer flegmatieke ‘zwans’ was voor de Brusselaars.

Stedelingen bekijken dat Zottegemse volksgebruik meewarig, maar deze Sjarel koestert het.

Besef dat Zottegem aan de vooravond staat van een bevolkingsgroei zonder voorgaande. En ziet met lede ogen hoe het op het punt staat te verdwijnen, want de ietwat ruwere lol van volks Zottegem is er voor stedelingen te veel aan.

Dit fenomeen heb ik al vaak beleefd,… telkens ontvlucht. Verder achteruit krabbelen, op de vlucht voor de stadsdruk, is in Vlaanderen niet mogelijk. Er is geen ontkomen aan. The times they are a changin’ zou ene Bob Dylan zingen. Ah,… muziek,… dat kennen ze ook in Zoetegem: jazz, klassiek, fanfare, korengezang, pop, rock, bababananen,… you name it!

Het hart van de Vlaamse Ardennen gaat ook voor de bijl, als we absoluut alles willen volbouwen als token van ‘mee-zijn-met-de-tijd’.

Trap niet in die val. Megalomane bouwprojecten en ongebreidelde bouw van woongelegenheden brengen weliswaar leven in de brouwerij. Tegelijk zal Zottegem aan sneltempo veranderen,… als gebied van rijke volkscultuur wegdeemsteren.

Maar elke medaille heeft een keerzijde, waardoor lokale ‘edelen’ en ‘notabelen’ gretig op de kar van de verstedelijking zullen springen.

Een voorbeeld: Vandaag is ‘het achtergestelde heuvelland’ de luxe van morgen. Het vergelijkbare Hageland (tussen Leuven en Diest) is een schrijnend voorbeeld. Daar voltrok zich het fenomeen al decennia geleden,… mijn onbetaalbare geboortegrond. Jeugd trok er weg want gronden werden onbetaalbaar. Velden werden ‘ontakkerd‘, dan volgestouwd met nieuwbouw. Inboorlingen zagen hun volkscultuur verdwijnen recht evenredig met de stijging van de waarde hunner boerenhoven. Rijke stedelingen verbouwen die hoeves vandaag tot lusthoven; ieder zijn eigen Breivelde.

Zeg niet dat dit boerke jullie niet heeft gewaarschuwd.

Snak niet naar de verstedelijking, want de stadsmens zal de lokale volkscultuur niet eens herkennen, laat staan erkennen. U zegt: “We zijn zover nog niet! ” Dat spreek ik tegen. Niet de vluchtende Syri ër is het probleem, wel de uitdijende stadsbeleving, want stedelingen hebben niks vandoen met plattelandsbewoners. Een compromis dan maar?

Zeg me: Hoe bewaar je het compromis tussen landelijk schoon en stedelijke praal? Het tweede vreet immers aan het eerste.

Geef mij maar de koeien in de weide, het koppel eekhoorns in het bos, mijn eigen kiekens die de overschotten opeten en natuurlijk de fijne buren in de straat waarvan ‘wij‘ het gezicht nog kennen. Behalve die ene buur, die ook boer wil zijn. Ik ken hem niet. Hij begint steeds meer geiten, eenden en kippen te verzamelen in één grote ren, te midden de omringende huizen. Zoals anderen treintjes verzamelen of bierviltjes. Geen probleem, want kleine hoevedieren zijn leuk en charmant,… iedereen houdt hier trouwens enkele kippen, een paar schampere ezels, wat omfloerse schapen, een schattige hoogland koe of een schietklare bok. Het zijn allemaal lieve beesten die al eens een balk, een beih, een kwaak of een koekeloere laten. Maar die drie hanen  zijn er te veel aan…

Ook in dorpen vind je al stedelingen, heren, die al lang geen boeren meer zijn. Zij zijn de toekomst.

Dan beseft deze Sjarel dat hij ook aan een piepende en kriepende tramhalte kan gaan wonen, ergens in de stad waar kippen alleen nog in onderdelen te verkrijgen zijn… en dan is hij blij, zot van vreugde en jolijt, elke  zonsopgang wanneer hij slaapverstoord recht krabbelt om het raam te sluiten. ‘Weg mè dei gooie buitenlocht‘.

Sjarel Klak

(Deze tekst werd al gepubliceerd op de blog sjarelklak.be in 2015. De foto is illustratief.)