Voor de foor van Zottegem nemen inboorlingen een week onbetaald verlof plus extra ziektedagen om te bekomen. Van waar komt het woord ‘foor’ en de betekenis van het kermisgebeuren? Daarvoor moeten we naar een ver verleden.
De oorsprong is verrassend.
Feestelijkheden met rondreizende attracties worden al eeuwenlang georganiseerd. In de elfde eeuw was een feest met enige uitstraling verbonden aan een patroonheilige of een parochie. Het volk stroomde toe en daar viel een centje te verdienen met amusement, kwakzalverij en de verkoop van goederen.
Vandaag zie je aan de ene kant van de stad een jaarmarkt en aan de andere kant staan de foorkramers. Die opdeling is spijtig want samen vormen ze een bonte mengeling : een hapje, een drankje, een aankoop van fijne waren en een brok amusement.
Volgens bronnen (Wiki) zou het woord ‘kermis’ een verbastering zijn van ‘kerk-mis’ waarbij de bevolking haar heiligen vereerde. Pas na de reformatie, met de beeldenstorm en de onthoofding van Lamoraal Egmont, werd de foor en het kermisgebeuren een zuiver amusement. Het verhaal van Tijl Uilenspiegel (Ullenspiegel), die de mensen geld aftroggelde en ze daarbij ‘een spiegel voor hield’ is daarover een mooi verhaal. Zoals Jos Ghysen het zou gezegd hebben: “Als je er al aan bedrogen bent, dan heb je toch voor zoveel geld plezier gehad.”
Het woord ‘foor’ is nog ouder en verwijst naar het Latijnse woord ‘forum’.
Dat wil eigenlijk ‘marktplein’ zeggen. In de Romeinse tijd was dat de plaats waar je zowel plezier als goederen kon vinden. Een oudere oorsprong gaat terug tot het Griekse ‘agora’ : het hart van een stad waar het sociale leven zich afspeelde.
Nog oudere bronnen verwijzen naar het Sanskriete woord ‘dhar-’.
De betekenis is ‘steun’ maar de Arabische klank ‘Dar’ betekent ‘woning’ : daar waar het leven zich afspeelt. De Arabische stad ‘Dar es Salaam’ heeft zo als betekenis : ‘huis van de vrede’. ‘Foor van Zottegem’ zou dan als moderne betekenis kunnen hebben : ‘de plaats waar zotten thuis zijn’?
Howkes, er is protest van Sotto.
Sotto : “Klakkevent, ge weet er niks van. Zottegem heet oorspronkelijk ‘Sotteghem’, naar het Gallische ‘Sotto Ingaheim’, wat verwijst naar mijn hof, de woonplaats van Sotto.
Dus, de foor van Zottegem betekent dan : ‘de plaats waar ze mij, Sotto, herdenken’ met een rondje op de rups, een passage langs de schietkraam, een beker mede en een pak friet met een cervela. Mijn gedacht!”
Volgende keer zoeken we naar de oorsprong van een ander woord.
Sjarel Klak