Ik was het dit jaar niet eens van plan. Ik ging dit jaar niet meer herdenken. Er schuilt geen meerwaarde in herhaaldelijk afscheid nemen. Tenzij zelfpijniging je fetisj is. Er is niets romantisch aan afscheid nemen. Tenzij dan voor de poster die menig meisjeskamer siert. De afscheidskus als commercieel bijproduct van brekende harten. Ooit zal het meisjeshart op een perron breken en de poster verdwijnen.
Ik mocht deze week brekende harten aanschouwen op het perron van Brussel Midi. “Geliefden bij vertrek. Jullie trein heeft uitzonderlijk eens g één vertraging”. Er schuilt geen meerwaarde in herhaaldelijk afscheid nemen, tenzij je lief pendelt. Blijven lachen tot de trein de hoek om is. En toen werd het mooie meisje een vale vod. En later die avond ook haar poster.
Ik heb het niet voor afscheid nemen. Ik ben een plakker, stel het graag zo lang mogelijk uit. Van mijn part komt de trein niet. Maar treinspringers zijn onbetrouwbaar en houden zich niet aan horaires.
En toch heb ik donderdag afscheid genomen. Niet voor de zoveelste keer van een overledene, maar van jou, mooie Syrische Samina. Je schaterlach toen je dacht dat ik The Beatles niet zou kennen. Muzikale onschuld uit oorlogsgebied. Maar jij moest terug naar het verre Beveren en ik naar Geraardsbergen. Je gaf me vlinders, maar de veel te vroege herfstvorst heeft ze gedood. Zou ik volgende week om nieuwe mogen komen? Same time, same place. Kunnen we daarna terug afscheid nemen. Er zijn ergere dingen dan herhaaldelijk afscheid nemen.