26/11/2018 – Volksverhalen – Mythische figuren zoals spoken, watergeesten, tovenaars, heksen, weerwolven en vampieren zijn een gegeerd onderwerp voor Hollywood-films. Al deze creaturen kennen hun oorspong in oude volksverhalen die een gekoesterde orale traditie van overdracht kenden.
In onze Vlaamse Ardennen moeten we niet onderdoen op het vlak van dit cultureel erfgoed want hoewel ze niet in boekvorm opgetekend zijn, zoals Bram Stoker het voor de onsterfelijke vampier Dracula deed, hadden wij ook onze eigen lugubere wezens.
Zo werd Vlaanderen in deze fantasierijke tijden onder andere geteisterd door Kludde. In de Vlaamse Ardennen beter gekend als ‘Kledde’ en specifiek in de streek van Zottegem was dat zelfs eerder ‘Kledden’. Kludde was een kwelgeest die zich vaak onder bruggen, tussen struiken of in holle bomen verschool en enkel ’s nachts tevoorschijn kwam. Als hij in de buurt was kon men hem soms horen door het ratelende geluid van zijn kettingen die hij als een soort wapen bij hem droeg.
Als hij éénmaal zijn komst had laten merken dan sprong hij de nietsvermoedende voorbijganger in zijn of haar nek. Deze was dan verplicht hem de rest van de nacht op zijn of haar rug te dragen tot aan de eindbestemming die Kludde voorop gesteld had.
Kludde’s uiterlijk verschilt van verhaal tot verhaal en van streek tot streek. Hij werd soms voorgesteld als een demon die verschillende gedaantes kon aannemen maar in onze streek werd hij meestal voorgesteld als een weerwolfachtige man met een hondenkop die zich in een harige dierenhuid hult. Meestal is Kludde in de verhalen een onoverwinnelijk wezen, echter bestaan er versies waar hij verslagen kan worden door hem een zakdoek of iets van wol toe te werpen. Blijkbaar kent Kludde dan een onweerstaanbare drang om deze stukken stof te ontweven met zijn tanden, zoals een hond graag urenlang aan een dik stuk touw knauwt. Op die manier werd Kludde soms ontmaskerd omdat hij de dag nadien in zijn menselijke gedaante gespot werd met stukjes touw of stof tussen zijn tanden.
De oorsprong van dit stukje folklore hebben we waarschijnlijk te danken aan de tijd van de struikrovers die dierenhuiden als kledingstuk droegen. Dat was niet alleen lekker warm, het stugge leer was tevens een vorm van pantser bij het incasseren van eventuele messteken. Een persoon in de buurt van struiken of in een holle boom met dierenvellen als garderobe was dus meestal een niet te vertrouwen individu. In het donker – en met eventueel een glas teveel op – kunnen we ons inbeelden dat er echt wel mensen overtuigd waren dat ze wat verderop een echte Kludde zagen en door tijdig op de vlucht te slaan werd hen vermoedelijk een overval bespaard.
Later ontstond het gebruik om zich te verkleden als Kludde om zo mensen schrik aan te jagen. Als voorbeeld van dit laatste lezen we hier een getuigenis over iemand die teveel met een lokaal meisje danste te Velzeke, iets wat toen blijkbaar niet aanvaard werd als men geen dorpsgenoot was. Om hem te ontmoedigen werd Kledden op hem afgestuurd:
“Ah ja, dat is zuiver bijgeloof h é, maar kijk, hier in Velzeke h é, hier in de buurt wat verder h é en dat was den “kleddendrager” en kijk, dat was zo: gij waart hier van Zottegem, ne jonge mens, en ge ging bijvoorbeeld naar Velzeke en ge danste daar met een meiske en ge danste daar bijvoorbeeld heel de avond mee; of ge zat er teveel mee te spreken of te lachen of ’t één of ’t ander h é; en dat wierd daar niet aanvaard in die streek en wat deden ze dat dan: kleddendragen. Ah ja, ne mens moest te voet naar huis, want auto’s dat bestond toen niet. En dat was ’s nachts h é. En d’er was geen enkele weg die verlicht was toen. En dan sprongt er met eene keer ne vent op u, in Velzeke, verkleed als Kledden; sprong op uw rug en ge moest hem dragen tot van voor in Zottegem … en dan kreeg ge nog wat schoppen bij om niet meer terug te komen h é, dat was kleddendragen. Mijn peetje heeft dat nog voorgehad, hij heeft het mij genoeg verteld.” – (Bron: Volksverhalen-databank, Prof. Stefaan Top. Interviewer Christina De Winne)
Zoals reeds vernoemd was Kludde over gans Vlaanderen gekend, echter in verschillende gedaanten. Zo zien we hem in een stripverhaal van Suske en Wiske van Willy Vandersteen (Kalmthout) die Kludde voorstelt als een klein mannetje met een vissenstraat. In de tekenfilm ‘Jan Zonder Vrees’ van Jef Cassiers ziet hij er wat vervaarlijker uit. Verder duikt hij op in verschillende volksromans waar hij dikwijls op stap gaat met de reus Lange Wapper.
Kludde of Kleddendragen wordt in onze streek soms verward met De Mare of uitdrukkingen als “van de moane gere ëen” of “van de mare bereden”, maar het verhaal van De Mare is iets anders en is voor een volgende keer. Ondertussen geven we jullie de goede raad om struiken of holle bomen waar men het ritselende geluid van kettingen hoort te vermijden. Een verwittigd man ….
PS: Onze eigenste De Beiaard-medewerker Sjarel Klak had ooit een ontmoeting met Kludde. Lees er hier alles over.