Jan Van Den Bossche, opgegroeid in Balegem en wonend in Zottegem, schreef een boek. En dat hoort en leest De Beiaard graag. Reporter Danny De Lobelle voelde hem aan de tand dichtte hem de titel van Beiaard Persoon van Week toe.
Wie is Jan Van Den Bossche?
Ik kom uit de Poststraat te Balegem. Geboren in 1961, als jongste telg uit een gezin met 3 kinderen ben ik altijd wel een beetje de rebel geweest maar dan wel een brave. Lang haar en luide muziek waren tot wanhoop van mijn ouders de dingen waar ik tijdens mijn jeugd van hield. Zelfs mijn zussen Geertrui en Anne hadden er ook hun bedenkingen bij maar het is allemaal goed gekomen hoor! Een brommer heb ik nooit gekregen maar eens zogezegd volwassen stond mijn eerste motor, dankzij een volledig gepluimde spaarboek, gestald op het Gootje, in de garage bij mijn grootmoeder Julienne Denoyette. Het huis staat er niet meer maar de herinneringen eraan zijn nog zeer levendig, zoals het feit dat ik na aankoop nog maar 98 frank op het spaarboekje had staan en er geen geld was voor de verzekering…
Hoe ben je aan het schrijven geraakt? Hoe is het boek ontstaan?
Een reisverhaal ligt aan de basis van de roman. Op een gegeven ogenblik was mijn eerste gerestaureerde Triumph klaar voor gebruik. In het jaar 2000, hetzelfde jaar dat mijn moeder stierf, wou ik alleen de motor op voor een lange reis. Ik veronderstel dat de midlifecrisis mij reeds op 39-jarige leeftijd te pakken had gekregen. Ik was een vat boordevol grote levensvragen en ik wou me met mezelf confronteren, kijken hoever ik mijn plan kon trekken, ook met dingen waar ik weinig van af wist, zoals motormechaniek. Om tot de geboorte van het boek te komen: ik had beslist mijn avonturen van die maidentrip naar Frankrijk elke dag nauwkeurig op papier bij te houden, wat na verwerking ervan uiteindelijk leidde tot een meer dan 15 pagina’s tellend verhaal. Te groot voor het amper 10 velletjes tellende clubblad van de Belgische Triumph Owners MotorCycle Club (TOMCC) dat ik als stichter-voorzitter steeds quasi alleen in elkaar flanste. Dus ging ik ermee naar Dirk Melkebeek, toenmalig uitgever van Motoren&Toerisme (M&T), het bekendste motortijdschrift van Vlaanderen. Mijn reisverhaal zou onder meerdere nummers in M&T verschijnen. Maar kort daarop liet Dirk het leven en het verhaal belandde in de spreekwoordelijke koelkast.
Toen ik in 2014 met de motor op weg naar het werk een zwaar ongeval had in de Leopold II-tunnel te Brussel, kreeg ik na, tijdens en tussen een zevental operaties verplichtte rust te over en kwam er eindelijk tijd om alle boeken te lezen waarvoor er tot dan toe geen tijd bleek te zijn. Door het vele lezen kreeg ik enorme goesting om zelf terug te schrijven en nam ik het verhaal samen met de laptop op schoot. Ik vond dat ik het wijlen mijn ouders verplicht was om neer te pennen waarom ik eigenlijk zo koppig vast hield aan een ding op twee wielen. Ooi kreeg ik bijna een brommer… zo begint het boek.
Mijn verhaal groeide op een gegeven moment uit tot meer dan 100 pagina’s, daarna meer dan 200… en het stopte niet. Ik diende uiteindelijk alle geschreven teksten terug te ontrafelen, te schrappen, te herschrijven, nog eens te herschrijven… om wat logica en structuur te brengen in het boek. Toen ik het manuscript liet lezen door mij onbekende mensen en daar zeer positieve aanmoedigingen op volgden, besloot ik de stap naar uitgeven te wagen.
Wat vind je er zo leuk aan?
Schrijven is niet enkel blijven maar ook en vooral observeren en leren over jezelf en de anderen. Let wel: ik ben geen broodschrijver en zal het nooit worden en ik zal nooit op hetzelfde schavot staan als de meer bekende schrijvers maar ik schrijf zoals ik de dingen beleef, zoals ik ze zie, zoals ik ze voel en aanschouw. En laat dat nou net zo boeiend zijn!
Welk aandeel heeft de gerestaureerde Engelse motor in het verhaal?
De motor is een Triumph Trident T150V van 1972 en heeft tot de dag dat ik hem noodgedwongen diende te verkopen mij nooit in de steek gelaten. Het reisverhaal én de motor zijn de rode draad doorheen de roman waarbij de Trident mijn altijd aanwezige trouwe compagnon is gebleken.
Betreft het hier een uit de hand gelopen hobby?
Ik heb het steeds voor oude Triumphs gehad. Mijn eerste oude was een Triumph Bonneville T120R van 1971 in US-trim
Sindsdien heb ik er vele mogen onder de kont schuiven en steeds met evenveel plezier. Maar een groot sleutelaar ben ik nooit geweest. Ik ben altijd al beter af geweest met een pen en papier dan met een schroevendraaier. Maar die Triumphs hebben mij altijd geboeid. Pareltjes van nostalgische mechaniek zijn het, en ik zie graag mooie dingen!
Is “De Muizentrap” een zoektocht naar verhalen, vrienden, makkers?
De Muizentrap is vooral een zoektocht naar mezelf. Maar de vrienden en mensen die ik op deze bewuste reis ontmoette hebben wonderwel op één of andere manier met elkaar te maken. De roman blikt ook terug naar mijn jeugd waar motoren nog niet tot het alledaagse straatbeeld behoorden. Destijds waren het instrumenten van de duivel en laat dat nou net zo aantrekkelijk zijn…
Waar haal je echt voldoening uit?
Lezen, observeren, schilderen, schrijven en motorrijden! En verhalen vertellen straffe stoten op de motor!
Is dit je eerste boek? En schreef je vroeger?
Vroeger, in mijn lang haar periode, schreef ik al eens wat gedichten en later werkte ik nog voor Het Weekblad PLUS en BRT-2 Oost Vlaanderen regionaal. Maar steeds noteerde ik verhalen en schreef al eens een stuk voor één of ander motortijdschrift, voor het clubblad van MTC Het Gezelschap of voor het magazine van de Belgische Triumph Owners club. Het rare is: in mijn jeugd las ik amper een boek. Nu zou ik ze wel met drie tegelijk willen verslinden. Ik leer ook veel uit lezen, hoe anderen over de dingen denken, hoe een goede zin met de juiste woorden op de juiste plaats op een wondere manier je volle aandacht kunnen trekken.
Hoe is het idee van een motorreisroman ontstaan ?
De reis waarvan sprake ging richting Normandi ë en Bretagne, op bezoek bij vrienden die ik via de vele bijeenkomsten van de TOMCC-Belgium heb leren kennen en waarmee ik nog steeds goede banden heb. Met enkele van die vrienden had ik trouwens in 1997 de WATOC opgericht (World Association of Triumph Owners Clubs), met het doel Triumph motoren rijdende mensen bij elkaar te brengen, over gans de wereld, met een organisatie achter zich die hen, waar ook ter wereld, zou kunnen bijstaan in geval van nood of brute pech. Het was een ambitieus plan maar het werkte en de WATOC bestaat nog steeds! De TOMCC-Belgium bestaat helaas niet meer wegens allerlei beslommeringen, een tweede midlifecrisis en ander werk waardoor minder tijd. Maar mijn reisverslag bevatte dermate vreemde en wonderbaarlijke gebeurtenissen dat ik wel voelde dat ik iets heel speciaal had beleefd zodat ik alles niet zomaar onbesproken kon laten. Het is pas na meerdere aanmoedigingen van vrienden en van onbekenden dat ik het idee heb opgevat alles in een roman te verwerken.
Naar wat verwijst de titel van je boek “De Muizentrap”?
Wie destijds in Balegem in het Klooster naar de kleuterklas ging heeft er ongetwijfeld ooit moeten maken! In een muizentrap (gemaakt van twee steeds overlangs gevouwen stroken papier) zitten overal inkepingen die wel met elkaar in verband staan maar waarbij het ene nooit rechtstreeks uitgeeft op het andere. In de roman “De Muizentrap” lijken alle gebeurtenissen wel aparte verhalen maar toch staan ze onderling in verband of leidt het ene voorval rechtstreeks of onrechtstreeks tot het andere.
Je favoriete plek om te schijven?
Ik schrijf meestal ’s nachts in alle stilte onder het ampele licht van een flauw peertje in mijn bureau. De nacht brengt veel teweeg hoor!
Heeft het schrijven van “De Muizentrap” je een andere kijk op je leven, Zo ja, hoe?
Het reizen zelf is het doel maar eens het reisdoel bereikt knagen nieuwe horizonten. Dat heb ik altijd al gevonden. Het onderweg zijn is wat reizen voor mij zo boeiend maakt. Ik trappel niet graag ter plaatse. Wat betreft het schrijven zelf kan ik maar één ding concluderen: ik heb er enorm veel van genoten en ook van het lezen heb ik massa’s kennis verzameld. Lezen doet leven en in mijn geval ook schrijven. Een tweede roman staat trouwens in de steigers…
Hoe is het boek onthaald bij de uitgevers ?
Ik diende als kersverse auteur nogal wat brieven te schrijven waarop ik soms hoopgevende kritiek mocht krijgen maar ook dikwijls het deksel op de neus. Niet iedereen staat te springen om een onbekende Balegemnaar in huis te nemen. Beefcake publishing uit Gent wou de sprong met mij wel wagen.
Komt er nog een vervolg ?
Er komt geen echt vervolg maar zoals gezegd zit er een tweede roman in de spreekwoordelijke pijplijn. Dit keer wordt het 100% fictie maar wel gebaseerd op enkele waar gebeurde verhalen. Het boek zal “De Alzheimerpiloot” noemen. En er komen weerom nogal wat plaatselijke figuren in voor, fictieve dan.
Het boek is door middel van crowdfunding gefinancierd. Op welke manier?
Beefcake Publishing zag de uitgave wel zitten en een crowdfunding bleek de ideale manier. Want indien ik het streefdoel van 8.000€ niet haalde zou dit alsnog geen probleem zijn: zelfs bij een paar honderd euro zou het boek worden uitgegeven, met een veel kleinere oplage dan. Ik was natuurlijk gemotiveerd om vooraf wel een startkapitaal te werven van 8000€. Die crowdfunding bracht uiteindelijk 10.000€ op zodat er 1.000 exemplaren konden worden gedrukt en daarvoor wens ik alle mensen die me steunden nogmaals te bedanken. Zonder hen was er geen Muizentrap geweest. Het is een intense periode geweest waarbij ik wekenlang op vele deuren heb geklopt en waarbij er dus ook veel zijn open gegaan. Bij de kaap van 5.000€ heb ik het door mij geschilderde themaschilderij geschonken aan Levi Goditiabois uit Zottegem en bij de kaap van 8.000€ ging een ander werk van mijn hand naar Conny De Couck uit Gent. Zelf had ik maar op een oplage gerekend van 300 stuks maar gelukkig was de crowdfunding een groot succes want van de 1.000 gedrukte stuks resten er nu maar een kleine honderd meer.
Waar te verkrijgen?
In Balegem is “De Muizentrap” verkrijgbaar bij CADO superette en verder bij De Standaard Boekhandel of Bol.com, in de meeste krantenwinkels van Zottegem en ook nog in enkele Zottegemse caf é’s. Of bij mezelf mits een telefoontje op 0489/822221 of een mailtje naar speedtwin49@skynet.be ; ik breng het persoonlijk of stuur het op. Je krijgt er dan een leuke bladwijzer bij en indien je het wil schrijf ik er ook een leuke opdracht in! Verder kan je me vinden op de grote oldtimerbeurzen en op 21 en 22 december in caf é Caplette op de kerstmarkt van D’Hoppe-Flobecq!