27/2/2019 – Zottegem – Volksverhaal – Sinds 1827 had Zottegem een weeshuis of een “Armeschoole”, zoals ze dat hier noemden. Naast school deed het gebouw dienst als Godshuis en hospitaal. De inrichting kwam tot stand dankzij milde schenkingen en afhangend van de geestelijkheid. Het was gevestigd in de Faliestraat die we nu kennen als de Nieuwstraat. Daar werden vroeger oude behoeftigen en zieken verzorgd door de zusters van de Heilige Barbara. De school kreeg dan ook de naam Sint-Barbara College.
Rond 1860 was dit gebouw het decor voor een duivels tafereel. E én van de weeskinderen die les krijgen op de “Armeschoole” was een meisje met de toepasselijke naam Barbara. Volgens de zusters was er iets niet pluis met het meisje. Ze was zo onhandelbaar dat men tot de conclusie kwam dat ze bezeten was door de duivel. Als we aan bezeten meisjes denken dan zien we beelden voor ons uit de film “The Exorcist”, waar op de kamer van het filmpersonage allerhande voorwerpen op mysterieuze wijze tot beweging komen. Zo ook bij deze Barbara. Als ze alleen op haar kamer was hoorden de zusters haar bed heen en weer rollen en gebonk van de zware ijzeren poten van haar metalen Engelse bed op de grond. Als de zusters op onderzoek gingen naar de herkomst van dat helse lawaai vonden ze Barbara in haar bed met een sardonische grijns op haar gezicht. Van het ogenblik dat de zusters de kamer verlieten begon het demonische gebonk opnieuw tot een stuk in de nacht.
Dat omineuze tafereel verontrustte de zusters en vooral moeder-overste. De onderpastoor E.H. De Smet van Zottegem werd erbij geroepen. De onderpastoor had nog niet aangebeld of Barbara schreeuwde het uit “’t Is een paap, die belt!” en verstopte zich onder de dekens rillend en bevend van de schrik. De onderpastoor gaf de raad religieuze relikwie ën zoals een paasnagel, een flesje wijwater, een paternoster en een palmtakje onder haar hoofdkussen te leggen. De onderpastoor had de school nog niet verlaten of voorbijgangers brachten hem de relikwie ën al terug. Ze hadden ze op straat gevonden.
De onderpastoor besloot om de duivelse entiteit op een andere manier te verdrijven. Hij ging een gebedenboek halen in de kapel van de school. Hij keerde terug naar de kamer van Barbara en begon in zijn gebedenboek over Barbara te lezen, wanneer plots een onzichtbare hand een geweldige klap op het boek gaf. Zo geweldig dat er bladzijden door de kamer vlogen. Barbara begon te huilen en te schreeuwen alsof ze leed onder helse pijnen. Onthutst in zijn ontsteltenis diende de onderpastoor Barbara een kaakslag toe. Ze viel achterover op haar bed en bekomen van de schrik kon de onderpastoor enkel nog vaststellen dat Barbara vredig lag te slapen niet beseffende wat haar was overkomen.
Men raapte de losgerukte bladen en het gebeden op, blij met de goede afloop van de bezwering, wanneer E.H. De Smet een kreet slaakte. Hij had zojuist met zijn eigen ogen en tastende vingers vastgesteld dat in de onderste rechterhoek drie, vier soms vijf kleine gaatjes waren geslagen als een afdruk van een vurige klauw.
Het gebedenboek heeft jaren in het klooster van Sint Barbara gelegen. In 1977 heeft Lic. Nestor Van Den Bossche uit Zottegem het boek nog in handen gehad toen hij onderzoek deed voor zijn boek “Spokerijen in de Streek van Zottegem.” In Gunther Opdecam zijn spannende thriller “Het Egmontmysterie” komt het relaas van de bezeten Barbara ook aan bod. Gunther ging aankloppen aan het Sint-Barbara College om het boek te bezichtigen. Helaas was het daar verdwenen zonder enig vermoeden waar het naartoe is. Ook in het Centrum van Streekgeschiedenis in Zottegem is het verhaal van het duivelsboek gekend. Ook daar heeft men geen weet wat er uiteindelijk met het boek is gebeurd. Zelf zijn we dan ten rade gegaan bij het dekenaat, daar hadden ze de hoop dat het boek zijn bestemming vond in het archief van gebedenboeken te Gent. Na een opzoeking daar konden we enkel vaststellen dat geen enkel gebedenboek afkomstig uit Zottegem voldeed aan de criteria uit ons verhaal.
Vandaar een warme oproep bij dit volksverhaal. Heeft er iemand weet wat er met dit boek is gebeurd? Of de gebrande gaten afkomstig zijn van een diabolische klauw of een andere oorsprong kennen laten we in het midden. Er zijn echter wel bronnen genoeg die het bestaan van een gebedenboek met verbrande gaten in de onderste rechterhoek bevestigen.
Lees tevens de volksverhalen:
De zieneres uit Onkerzele die de moord op Koning Albert I voorspelde