Gij zijt een racist,… een flamingant. Zo beleefde ik de schrikreactie van een franstalige Zottegemnaar,… waarvan ik dacht dat hij me zou begrijpen. Pas nu, jaren later, durf ik schrijven wat ik toe zei :
“Zottegem zal snel gaan verstedelijken en je zal het merken aan de verfransing en de toestroom van Brusselaars, waarschijnlijk vooral de Afrikaanse gemeenschap want die wijkt nu al uit naar Denderleeuw. Zottegem is de eerstvolgende grote statie.“
Nochtans koester ik de taal van Voltaire met evenveel goesting als die van Brulboei Brusselmans. Alweer in een verder afgelegen dorp, waar ik neerstreek op de vlucht voor de verstedelijking, leerde ik de gebruiken, het dialect, koesterde ik de traagheid en besefte alweer dat het ‘geen avans‘ was terwijl oude taal, beleving en gewoonten er verdwijnen als smeltwater.
Op de vlucht voor de stad.
Ook Zottegem krijgt er uiteindelijk mee te maken: de stadsmens die er geen benul van heeft dat hij de plattelandsbeleving de nek omdraait. Komt daarbij dat de stedelijke uitwijkeling de taal der inboorlingen vaker niet dan wel begrijpt, om over de gewoonten en cultuur te zwijgen.
Heleba Sjarel,… wat zegt gij nu?
Ieder leeft toch zoals hij wil, spreekt de taal die hij wil en belijdt de cultuur van zijn keuze, zo staat het gebeiteld in de grondwet en in de rechten van de mens.
Dat is waar, en dat is ook mijn levensmotto, maar er is ook de notie dat de eigenheid van een individu gaat tot waar die de eigenheid van de andere in het gedrang brengt. Wat als de stadscultuur die andere (rurale cultuur) uiteindelijk onmogelijk maakt? Wat als stadsmensen op het platteland de bestaande gewoontes gaan overvleugelen?
Sjarel, ge moet mee met de tijd.
Waarom voelde jij jezelf bestempeld als racist en flamingant?
Ik zal het u uitleggen : Zottegem zal verfransen.
Woehaa,… gij vuile flamingant!
Jamaar, dat is nog niet alles. Je zal zien dat vooral de Brusselaar van Afrikaanse origine naar Zottegem zal uitwijken.
Woehaa,… gij zijt een racist!
Het is inderdaad niet de kleur van een mens die het probleem vormt, maar aangezien vooral de Afrikaanse gemeenschap in deze richting de hoofdstad uitvlucht zullen zij weldra het gezicht zijn van de Zottegemse verstedelijking,… en zullen zij weerstand oproepen bij de burgers die een zwarte piet zoeken.
Et puis, l’ histoire se r épète.
Kijk naar Denderleeuw, waar dit al enkele decennia de realiteit is. Al wat flamingant en maatschappelijk rechts is kreeg er vleugels,… tot ze uiteindelijk in de minderheid zullen geraken. Dat lost het probleem op. Juist?
Th érèseken uit Denderleeuw zag het niet meer zitten.
Ik begreep mijn familielid, een oudere dame, (nu al overleden) die zich 20 jaar geleden opsloot in haar huis. Ze had immers nog nooit een andere dan een blanke mens gezien.
Th érèseken, ge moet u dat niet aantrekken. Dat zijn mensen zoals gij en ik.
Tendoet ventje, ze spreken Frans, ze zijn zo luid en ze zwaaien met hun armen. Ik versta ze niet. Ze maken me bang.
Th érèse, ge moet niet bang zijn!
Abatoet, ik durf zelfs niet meer naar de winkel. Ze lopen op straat en staan met hun auto voor mijn deur… ik ken ze niet,… en ze kennen mij ook niet!
En zo overleed Th érèse, in haar straatje achter de kerktoren van Denderleeuw.
Ze had enkel nog contact met haar directe buren, vriendelijke mensen die nochtans niet van ‘hier’ afkomstig waren. En toen het huis werd verkocht kwamen de overburen aan de erfgenaam vragen: “Ge gaat het huis toch niet verkopen aan vreemden?”
De racisten, wat denken ze wel?
Zulk een discours is onaanvaardbaar,… maar stel je in hun plaats. Kan je de weerstand begrijpen wanneer iemand zich verongelijkt voelt,.. ook al ben jij het principieel oneens met ongelijkheid? Weerstand heeft alles te maken met vreemdheid, niets met DE vreemde mens want morgen is die misschien uw allerbeste buur.
Ik heb de afgelopen decennia al wat ervaring opgedaan op de spoorlijn Brussel -Zottegem, woonde na een jeugd in een rurale omgeving (dan als student in Brussel) op twee locaties in Groot-Bijgaarden, krabbelde verder ‘achteruit’ richting Ternat, dan steeds verder naar het achterland,… om uiteindelijk aan de grens van Zottegem en Brakel terecht te komen, op een boogscheut van de taalgrens. Ik zou er mijn hand niet voor omdraaien om straks nog wat verder te gaan wonen,… en dan zou ik de taal van Voltaire gaan hanteren,… me aanpassen aan de lokale ruigte.
De taal is niet het probleem. De kleur al evenmin. Dat zijn in deze streek (de Vlaamse Ardennen) louter de in-het-oog-springende symptomen van verandering, niets meer dan dat,… maar het zijn de symptomen waar burgers zich zullen tegen afzetten wanneer ook de tekenen van stedelijke overlast zichtbaar worden.
Laat je dus niet vangen,… want misschien heeft uw Franstalige getaande buurman een authentieke boerenziel, is het ook een plattelandsbewoner, zoals Sjarel, op de vlucht voor de verstedelijking. Maar vertel hem over je streek, de gewoonten, de cultuur, zodat die weet hoe het volk hier leeft.
En als het een afgestompte stadsmens is (zij die het kabaal al lang niet meer horen, die het zelfs opzoeken want anders beleven ze leegte)… bleek of kleurrijk,… dan zie ik ze niet graag komen in de laatste stille boerendorpen rond Zottegem.
Is het te laat om te leren uit de ervaring van die andere gemeenten op de lijn Brussel – Zottegem?
Een stukje geschiedenis over de Vlaamse ’taal’ : In Groot-Bijgaarden (Dilbeek) ‘waar de Vlaming thuis was’ en waar mijn (nu volwassen) kinderen opgroeiden leefde de taalstrijd toentertijd nog heftig, geraakte de ‘voetbalploegskens’ en de jeugdverenigingen in snel tempo verfranst en mokten de inboorlingen, die uiteindelijk samentroepten in twee kleine clubjes en een handvol jeugdverenigingen die hun ledenaantal jaar-na-jaar zagen slinken. De mentaliteit van de stadsmens was anders. De boerenjongens vonden geen plaats meer in de stadsploegskens. Zij waren uiteindelijk ‘anders’.
De taal en de plaats waar men opgroeit zijn geen basis om mensen op te beoordelen. Maar ik snapte het ongenoegen wanneer de inboorling stamelde: “Hey, denk ook aan ons, wij zijn hier ook nog!”
De Brusselaar (als eufemisme voor ‘de stedeling’), die met alle recht en reden meer leefbaarheid en betaalbaarheid opzoekt, verlaat ook via de lijn Brussel – Zottegem het hoofdstedelijke nest,… eerder richting Groot-Bijgaarden,… dan verder naar Ternat,… ondertussen volop in Denderleeuw en de volgende halte is : Zottegem, terminus.
Een annecdote : De Vlaamse boeren uit de Brusselse rand snapten 25 jaar geleden al dat hun koetervlaams geen eenvoudige materie was om onder de knie te krijgen, broebelden snel al een woordje Frans om de inwijkeling ter wille te zijn,… en voor die inboorling er erg in had snauwde de vrouw aan de kassa van de Duitse supermarkt (echt gebeurd in Groot-Bijgaarden / ik stond er bij) tegen een bejaard koppel: “Vous ne savez pas parler le français comme tout le monde?” Ingehouden woede,… zichtbare schaamte.
Ik verhuisde toen naar één van de kleinste dorpjes, aan de rand van het Pajottenland, tussen Groot-Bijgaarden en Ternat, daar waar een handvol boerenfamilies nog de plak zwaaiden. Als je geen vijf generaties kon voorleggen was je geen van hen. Et alors,… het waren boeren die de traagheid koesterden. Eindelijk kon ik terug thuis komen met koeien in de weide en een tractor die het stof opjaagt in plaats van de overprikkelde stedeling die zijn auto voor de lochting van zijn buur parkeert, gewoon omdat daar plaats is.
Maar ook daar kwam steeds meer volk wonen. Uiteindelijk werd ik aangepord om een slot op mijn achterdeur te monteren. Ongehoord,… nooit eerder gedaan. Bij de buren werd ingebroken,… mijn slot werd nooit getest. Dan doet een mens nog zoveel moeite!
Naar Denderleeuw verhuizen was al lang geen optie meer,… dus effe kijken,… wat ligt er verder op de lijn Brussel – Zottegem? Niets, behalve de terminus.
Zottegem was een goeie keuze. Wat een zalig plekje, met zijn ruwheid en zijn volkse charme,… waar nog niemand stierf van de dorst.
Toen integreerde ik me in de gemeenschap, zoals inwijkelingen dat horen te doen,… of toch dat horen te proberen zonder zich te verloochenen, en volgde de uitspraak:
“Zottegem zal snel gaan verstedelijken en je zal het merken aan de verfransing en de toestroom van Brusselaars, waarschijnlijk de Afrikaanse gemeenschap want die wijkt al uit naar Denderleeuw. Zottegem is de eerstvolgende grote statie.”
Gij zijt een raçist,… een flamingant.
En dus trekt het boerke zich steeds vaker terug tussen de velden en de bossen,… want de stad is niet tegen te houden. Werken doet hij nog altijd in de stad, elke dag pendelend, met veel goesting want mensen zijn à fond allemaal hetzelfde,… alleen leven ze niet op dezelfde manier. Wat doet een stilte-mens dan,… wanneer de assimilatie met de stedeling niet lukt?
Mijn lichaam heeft de oplossing gevonden.
Volgens de specialist ben ik potdoof aan het worden.
Een hoorapparaat helpt me vandaag doorheen de stadsbeleving en thuis geniet ik van de stilte,… en wanneer ik nog eens een vinylplaat op zet dan ‘ambeteer’ ik mijn buren, want v éél te luid,… die me dan ongetwijfeld een rumoerige stadsmens vinden.
Zo zie je maar,… we komen allemaal in hetzelfde vakje terecht.
Boeren verdwijnen waar steden verschijnen.
Toch zou ik graag terug wat beter kunnen horen,… want de meesjes beginnen in de haag te nestelen. Moest ik nog één keer van hun gekwetter kunnen genieten zonder die roepers in mijn oren… dat zou wat zijn!
Sommige evoluties zijn echter niet te keren.
Sjarel Klak