U zal me hier nooit een uitgesproken mening over politiek horen verkondigen. Ik heb die maar houd die liever voor de toog of voor nabesprekingen tijdens stille momenten op familiefeesten. Een familiefeest is namelijk nooit geslaagd zonder “vuile communist of sos” en ik zie het als mijn taak, voor de jongere generatie binnen mijn familie, het levenseinde van nonkel Frans enkele jaren te vervroegen en de testamentslezing te bespoedigen. Voor politieke hoogstandjes en uitgesproken meningen hebben we namelijk een parlement. Of een toog.
Ik keek dan ook reikhalzend uit naar de eedaflegging. Al even reikhalzend als naar een eerste date met de mooie jongedame die ik gisteren vluchtig mocht passeren in mijn stamkroeg: naturel blond, benen op overschot in zevenmijlslaarzen, nippend aan goedkope rode wijn én… tijd nemend voor een frisse neus en bijhorende sigaret. Onbewuste elegantie met een sigaret: al even uitgestorven als eenhoorns met prostaatproblemen. Had ze me verteld dat ze geitenhoedster in de Provence in bijberoep was, ik had overwogen het bestaan van een godheid te aanvaarden.
In het parlement was weinig elegantie te bespeuren. Zelfs geen eerbied voor het ambt of respect voor de kiezer die de eedaflegger naar de hogere machtsregionen katapulteerde. De kiezer zag zijn/haar verkozene NIET de landstalen machtig en niet in staat een minimum aan respect op te brengen voor het ambt der ambten binnen de ambtenarij.
Ik zag twee derden neofieten schuifelend op hun stoel, wachtend om een selfie te kunnen nemen. Puberaler dan hun veertienjarige dochter en niet in staat hun gegiechel en onbestaand staatsmanschap te onderdrukken. Ik zag geen parlement waar waardigheid straalde na maanden campagne voeren maar egotripperij en de “ik” die belangrijker was dan het “ons”.
“Ik zweer een selfie te zullen nemen. Ik zweer te posten op FB én Instagram én Twitter. Ik zweer er nog te nemen en jullie op de hoogte te houden van mijn dagelijks leven in het parlement. Ik zweer mijn “likes” te tellen en mijn hashtags te verzorgen. Ik zweer een mooi pak of mooie blouse te dragen. Ik zweer mijn filters min of meer volwassen te houden”.
Ik zag zwerende verkozenen en etterende windbuilen, maar geen gedreven veranderaars of tegenwerkers, geen tafelspringers, tenzij dan voor de selfie. De muze met de Marlboro zag ik nog niet terug? Maar het parlementair jaar is nog jong natuurlijk.