Column Anny Bert: NUUS zeg je?

Wa nuus ?

Hij zucht diep als meme hem de vraag stelt.

Angoulème zal weer een ramp zijn. Mijn schoonste is nog niet weer op haar kot.

Iedere dag slaat hij, de buurman, de hand aan de ploeg en ’s avonds een babbeltje met meme.

Wa nuus ? van haar dient als inleiding voor zijn relaas over duiven die verloren zijn gegaan of over de vuile kouter met schokkeloen van Pier of over Jef uit ’t Grijs Katje die weg is van zijn Paula of over die jonge gast die ’t poortje van Manse heeft omvergereden.

Meme luistert want na de vraag Wa nuus ? moet je luisteren, ook al is de bakker en de facteur al langsgeweest en weet je reeds alles. Ook al krijg  je opje  aanzet Wa nuus ? enkel maar “Dat ’t warm is !”

 

Maar de buurman is niet meer, meme is niet meer, de kapper is er wel nog. Elke week, als ik mijn Camino van de wasbak naar de zetel en het spiegelpaleis afleg, niet met wandelstok en St.-Jacobsschelp maar met een drijfnat hoofd, kan ik van mijn figaro de vraag verwachten “Is ’t er geen nuus ?”

 

Misschien ziet hij in mij de nieuwe versie van de Griekse godin Iris, boodschapster van de goden, die goede en slechte tijdingen brengt, ook aan single kappers.

Ik zou hem kunnen vertellen over de vermeende sluiting van Maboel omdat de uitbaters met tappen en koken te veel hooi op hun vorkje hadden genomen. Maar als overbuur zal hij de aanplakbrief aan raam en zijgevel wel al hebben gelezen, een soort afscheidsbrief aan de klantjes en de passantjes waarin de Maboeltjes beloven er met de augustuskermis terug te zullen zijn.

Ik zou hem als boodschapster rustig, om geen schokeffect te veroorzaken, kunnen de komst melden van een nieuwe zaak in het Zottegemse centrum, het gat in die spreekwoordelijke markt waarop alle gezonde burgers jaren zaten te wachten : een eroticazaak. Ik zou hem kunnen melden dat hij zijn gepermanenteerde en gesnorde klanten kan voorlichten over het nut van dergelijke zaak ik de directe omgeving.

 

Kan het  ook  zijn dat hij me houdt voor een journaliste van P-magazine die even een korte stop maakt onder zijn waterstraal met shampoo en hem alles, maar dan ook alles kan doorspelen als laatste roddel over escorte Lynn en DJ  Kitkat ?

 

Of ziet hij in mij een reïncarnatie van Pieterke-van-De Beiaard, de jongeman die met zijn brommer en met zijn camera altijd op de eerste rij stond voor het nieuws heet van de naald. Dat nieuws werd toen nog in een papieren versie geserveerd, met drukinkt die nog zwarte vlekken op je zuiverheid achterliet en dat weekblad heette De Beiaard. Die berichtgeving gaat nu digitaal en heet nu niet meer De Beiaard maar, ja, hoe heet die tegenwoordig ook weer…De naam ontgaat me. Een mens moet ook zo veel proberen te onthouden en dan nog vooral van die moeilijke woorden. Vraag me naar krantennamen als Komsomolskaja Pravda, Magyar Nemzet, Dnevnik maar die nieuwe naam voor De Beiaard. Nee. Ik dacht dat ik het zou kunnen onthouden omdat het geleek  op een lichaamsdeel. Maar we hebben er ook zo veel, ikzelf toch. Kneut voor elleboog ? Nee, dat was het niet.  Nagelbuik voor navel ? Roeper voor adamsappel ? Ook niet, en toch geleek het op een lichaamsdeel… Ik vind het nog wel. Het is zoals hoofdredacteurs dat soms omschrijven : Het rijpingsproces moet zijn werk nog doen.