(Ik heb dit deze nacht geschreven en lees net in de krant dat de 1,9 mil gehaald is. En ook dat de behandeling misschien in Portugal of Frankrijk kan en daar misschien wel terugbetaald wordt)
Vandaag moest en zou iedereen 2 Euro storten voor de kleine Pia. En het zou gedeeld. Met bewijs. Het bewijs van mededogen en compassie, van een goed hart en samenhorigheid. Wie niet op de kar sprong was een onmens. Ik ben een onmens. Dan is dat maar zo.
Ik licht graag toe, al ben ik er zeker van dat sommigen onder jullie niet verder zullen lezen dan dit. Omdat ik in hun ogen een onmens zal zijn. En gevoelloos. Dat ik zelf geen kinderen heb en “niet weet hoe het voelt” zal waarschijnlijk een eerste opmerking zijn. Alsof verdriet, verlies en pijn een alleenrecht is voor zij die er wel hebben? Ik dacht het niet.
Anderen zullen me dan weer asociaal vinden en een gebrek aan solidariteit toedichten. Ik denk niet dat ik lessen in solidariteit te leren heb van anderen. Meer nog. Ik heb er mogen ontvangen. Een absolute les in nederigheid en dankbaarheid. Moet je eens proberen.
Vandaag hebben we massaal beslist dat de kleine Pia een kans verdient. Omdat het een mooi verhaal is. Omdat het gesteund wordt door de media. Omdat het ons een goed gevoel geeft. Vooral omdat het ons een goed gevoel geeft. Een gevoel van samenhorigheid en vereende krachten. We hebben het samen beslist, maar toch én vooral omdat het onszelf een goed gevoel gaf. En omdat we er bij zouden horen. Een beetje egoistisch? Niet?
Ook vandaag heeft de moeder van Tristan (23) een fonds opgericht voor onderzoek naar chronische spierpijnen. Tristan heeft al zeven jaar geen normaal leven. Het bericht werd vier keer gedeeld en kwam niet op TV. U kan het hier lezen en delen. U kan een gulle gift doen en delen. Niemand zal er om geven. De moeder van Tristan zal geen miljoen Euro ophalen. Het zal waarschijnlijk uitdraaien op een immense teleurstelling en onze warme harten zullen er niet wakker van liggen.
Of hoe we als gemeenschap met één simpele klik een mensenleven “misschien” redden en en een ander “waarschijnlijk” vernietigen.Vandaag waren we allemaal een beetje god. Ik niet. Ik ben god niet. Die woont aan de andere kan. En hij geeft slechts zelden thuis.