Rond het feest van ‘Driekoningen’ bestaan er van oudsher vele volkse gebruiken. Een aardig gebruik is dat de kinderen op of rond ‘Driekoningen’ – verkleed als Gaspar, Melchior en Balthazar van huis tot huis Driekoningenliederen gaan zingen en hiervoor van de toehoorders wat zakgeld of snoep krijgen. Zo liepen Wannes,Lucas en Robben verkleed als Caspar, Melchior en Balthasar al van huis tot huis en zongen ze hun koningen lied in de Rooigemstraat te Balegem.
Een gebruik in nog veel gezinnen is, dat men een boon stopt in het deeg van koek of oliebollen: wie de boon vindt in zijn koek of oliebol mag die dag koning zijn en het menu samenstellen. Een ander gebruik is het houden van volkse spelen en optochten. In sommige streken in Vlaanderen is het Driekoningenfeest uitgegroeid tot een carnavalesk, uitbundig volksfeest.