Anny Bert: Eerste vrouw in Zottegemse ruimte

Ik had ’s avonds niet zwaar getafeld, had zelfs niet getafeld en toch bezorgde die maag me nachtmerries.

Ik opende de voordeur en daar stond hij, Jules Matthijs, en hij bekeek me heel boos. Als ik op straat had gestaan, dan had ik zijn pijpje en de spitse punt van zijn neus al eerst om de hoek zien verschijnen voor hij er helemaal was. Nu ja, stel je met “helemaal” nu ook maar niet t é veel voor, geen kleerkastmodel. Laten we het bij een nachtkastje houden. Hij ging meteen in de aanval, absoluut niet zijn stijl dus, niet Jules Matthijsiaans. Zo hadden we hem als burgemeester nooit gekend.

Of ’t nu goed was, snauwde hij, of ik nu mijn zin had : een vrouwelijke burgemeester !!! Ik was wel voor iets willen aansluiten bij Femen, de Oekraïense feministische protestgroep die zich, met ontblote je weet wel, aanstelde.

Maar mijnheer de burgemeester, probeerde ik eruit te krijgen maar dat lukte niet, mijn keel zat dicht alsof een zware schoen van zijn eigen schoenenmerk dan nog wel, de doortocht van lucht verhinderde. Ik snakte naar adem, wou hem vragen waarom hij plots zo ruw was maar al wat volgde, was : Zwijg ! Wat weet jij daarvan ! Dat kón Jules niet zijn. Zo deed hij niet met mensen. Het was een man die minzaam was, die luisterde naar wat je te vertellen had, die rondkeek en zag wat er haperde, die elk hoekje en foutje in Zottegem herkende. Hij had zelf drie dochters. Hoe kon hij dan zo tekeergaan tegen vrouwelijke burgemeesters.

Leer haar eerst kennen. Ze heet Evelien De Both, probeerde ik nog maar ik schoot wakker.

Jules was er niet meer, de zweetdruppels op mijn hoofd wel. Het pijpje en de kraalogen waren niet meer op mijn slaap gericht als een moordwapen.

Leer haar eens beter kennen ! had ik nog willen roepen doch hij liet het aan mij over.

Maar ho é doe je zoiets ?

Spreek ik haar op straat, op een terrasje, in een winkel aan met “madame” dan kan het best zijn dat ze kort antwoordt “Jawel, meneer…” en dan tast ik meteen onder mijn neus of ze misschien snorharen heeft ontdekt. Met een juridische ervaringsdeskundige kan je niet voorzichtig genoeg zijn, ook al hangt die toga ergens aan een Kortrijkse wilgentak.

Spreek ik haar aan met “meester” dan krijg ik wat later, waarschijnlijk kort daarop al, een aanmaning tot het betalen van een voorschot op de komende advokatenkosten. Denkt ze dat ik haar schoolmeesterallures aanmeet met de titel “meester”, dan kan het gebeuren dat ik met twee bladen rekensommen en een opstel als strafwerk naar huis ga.

Nodig ik haar bij mij thuis eens uit op de koffie, ik die nooit koffie drink ? Ik zie ons al zwijgend tegenover mekaar zitten, zij met haar koffietje, ikzelf met mijn kriek Lindemans. Misschien steekt ze een sigaret op of zelfs een dikke havanasigaar, ik die reeds twee decennia tabaksrookloos  door het leven ga. Praten we over Jef Vermassen of over Christine Mussche, over Gwendolyn Rutten of over Meyrem Almaci, over Devos of over Lemmens ?

Of schrijf ik haar, schriftelijk, een welkomsbrief op watergroen papier met dito envelop en met een priorzegel ? Of een kaart, met veel glitter of zo eentje met muziek, eentje dat ze openplooit en “Eine kleine Nachtmusik” weerklinkt in volle dag ?

Ik kan ook bij haar thuis gaan en aanbellen juist naast de koperen plaat bij de voordeur waarop staat :

Evelien De Both

Burgemeester

Oorspronkelijk stond er “Advokaat” maar dat heeft een kunstbarbaar overduidelijk onduidelijk gemaakt met een soort Tipp-Ex.

Als een jong meisje in jeans salopet verschijnt, zeg ik : Hallo ! Is je mama thuis ? maar dat had ik beter niet gevraagd

en had beter gewacht tot 2022. Dan was ze daar voor mij verschenen met haar tricoloor lint dwars over haar burgemeesterlijke boezem. Dan had ik niet moeten horen : Ik b én de mama !

Als ik er dan geraak, draag ik best een hoed want zij draagt veelal een hoed, een zwarte hoge hoed dan nog wel. Zelf geef ik meer de voorkeur aan het model platbodem, die vangen minder wind en houden eksters en kraaien weg van mijn kersen.

De volgende nacht droom ik weer. Dit keer is de merrie op stal gebleven. Evelien De Both knikt me heel vriendelijk toe, knippert zelfs even met de ogen zoals oude kennissen doen. Ze is op stap met Egmont die in een blinkend harnas steekt. En plots zie ik dat ze het pijpje van Jules Matthijs tussen de tanden knelt.

Ik schiet wakker en denk : Dat komt dik in orde in 2022.