Maandag al voelde ik de bui hangen. Brussel was leeg. In de Europese wijk bleven de parkeerplaatsen voor de “Corps Diplomatiques” leeg en geen veiligheid die me kwam aanmanen de duurbetaalde plaatsen vrij te houden. De overbetaalde ratten hadden het zinkend schip reeds verlaten. Maandlonen betaald als uurloon, maar net niet genoeg om verantwoordelijkheid te nemen. Een crisis is geen mensenleven waard. Niet het mensenleven dat zich kan terugtrekken en onttrekken aan het leven van de ordinaire burger.
Ook het centrum was leeg. Lege straten en pleinen, los van enkele toeristen die twijfelden tussen al dan niet slagroom op de Luikse wafel. Toch nog snel een foto en dan de kamer op. CNN brengt nieuws, het betaalkanaal laat lachen toe en de minibar verdoving en verstrooiing.
Lege straten. Een stad, opzij geschoven als een sekswerkster met uitgezaaide blaasontsteking. De hoerenlopers naar huis, terug naar kind en gezin, niet omkijkend naar het verdriet en de leegte die ze achterlaten. Enkel nog graag gezien door zij die niet kunnen verlaten, die zich nestelen in de zilte, vochtige oksels die haar portalen en portieken zijn.
Voor het portiek van De Koninklijke Sint-Mariakerk ligt een matrasvulling. De kerk is gesloten wegens corona gevaar. Prioriteiten zullen er zijn. Als zelfs de heiland niet langer heil en soelaas brengt. Misschien dunnen corona en mortaliteitscijfers het gezin wat uit en is er binnenkort meer plaats op de matras. Het zou een zegen zijn.
Het toiletpapier is op. De buurman heeft twee pakken. We mogen slechts mondjesmaat de supermarkt in om merksalami en bio pastinaak op te pikken in ruil voor maaltijdcheques. Vergeten groenten, vergeten mensen. De één smaakt minder wrang dan de ander.
En oh ja…voor ik het vergeet: het toiletpapier is op. Ramp.
.