You don’t miss your water till your well runs dry. Dat geldt evenzeer voor verdriet. Fysieke afstand cre ëert emotionele afstand. Maar de emotie komt terug, net zoals het peil van het grondwater.
De laatste weken werden geleefd -niet beleefd- in een surrealistische waas. Op uitvaarten van mensen die mij aan het hart liggen breek ik. Mijn lodderogen zijn m éér bloeddoorlopen dan de stranden van Normandi ë, the day after.
Van Luc hebben we geen echt afscheid genomen vanwege een beestje in de lucht. Maar kijk, plots was het daar, het gulpte er uit, drie weken na datum. Verdriet voor een vriend, waarmee ik zo veel mooie momenten heb beleefd. Een klein uur snotteren, de tijdsduur van een uitvaart. Verdriet in uitgesteld relais. Ik kan verder.
’s Nachts -in dreams, eveneens in uitgesteld relais- won ik Parijs-Roubaix op magistrale wijze. Op een ratelend rad. Tubes of bandjes had ik al lang niet meer. Uit de naakte velgen spatten gensters vuur en de kasseien ploegde ik uit de grond. Bij aankomst was er niemand. Omwille van een samenscholingsverbod? Of omdat de rest van het deelnemersveld uit ‘eerlijke schaamte’ niet mee op de foto durfde?
Na mijn exploot trakteerde ik uitgebreid in overvolle caf és. Ik overhandigde mijn dikke portefeuille aan de bedieners achter de toog, met de boodschap: ‘alles moet op!’ De kans dat jij, lieve lezer, deel uitmaakte van het frequenterende gezelschap is bijzonder groot. Vreugde in uitgesteld relais. Mijn madam keek mij voor de tweede keer die dag oprecht bezorgd aan en vroeg: ‘gaat het jongen?’
Verder was maandag dertien april van het jaar des Heeren tweeduizend twintig nà Christus van een zelden meegemaakte doffe saaiheid.