Nadat de stad Zottegem zich eerder achter het buurtprotest schaarde tegen de komst van het asbeststort, heeft het nu ook officieel bezwaar ingediend de omgevingsgunningsaanvraag van Balegro bij de provincie Oost-Vlaanderen.
Balegro bvba, de uitbater van de steengroeves in Balegem, heeft plannen om cementgebonden asbest in haar lege putten te storten. De site bevindt zich op de grens met Zottegem langs de drukke verkeersader N42. Balegro diende daartoe een omgevingsvergunningsaanvraag in bij de provincie Oost-Vlaanderen. Het openbaar onderzoek is intussen lopende.
“We willen hiermee een krachtig signaal geven”, zeggen schepenen Leen Goossens (Leefmilieu, CD&V) en Evert De Smet (N-VA). “We schuiven met het storten zowel het asbestafvalprobleem als de potenti ële risico’s en beheerskosten alleen maar door naar toekomstige generaties. Op basis van gegevens van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) blijkt dat er nog voldoende stortcapaciteit beschikbaar is. Hierdoor dringt een nieuwe categorie 1- stortplaats zich niet op. De reeds vergunde capaciteit dient eerst maximaal benut te worden en eventueel op bestaande categorie 1- stortplaatsen uitgebreid te worden. OVAM voert onderzoek naar de mogelijke alternatieven voor het verwerken van asbest in plaats van het te storten. In de periode 2019-2022 wil OVAM de haalbaarheid van een alternatieve asbestverwerking evalueren. Het inrichten van een bijkomende stortplaats voor asbesthoudend materiaal is dan ook niet wenselijk.”
“Het openbaar onderzoek loopt nog tot 29 mei”, geeft burgemeester Jenne De Potter nog mee. “Daarna is het aan de bestendige deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen om een beslissing te nemen in het dossier. Wij vragen alvast uitdrukkelijk rekening te houden met onze bezwaren bij de verdere beoordeling van de voorliggende aanvraag. Het stadsbestuur van Zottegem verzet zich uitdrukkelijk tegen de komst van dit asbeststort en sluit zich aan bij de grote bekommernissen die leven in de ruime omgeving van de site. Wij durven dan ook hopen op een weigering van de vergunning door de Deputatie.”