Ze heette Carla en ze hield van fruit. Dat zag ik dadelijk. Ze pakte een perzik beet, kneep die eens noordelijk, daarna zuidelijk, hield die dicht bij haar mondmasker om er aan te ruiken en legde die dan weinig zacht terug. Dat was in het voor haar, de perzik, niet Carla, bestemde blauwe putteke want iedere perzik hoorde thuis in een rij in het fruitbakje. Er stond trouwens ook op de rand van dat bakje PP, wat betekent PuttekesPerziken. Ze herhaalde hetzelfde met de buurperzik, duwde en tastte en legde ook die terug. Toen ze de hand uitstak naar een derde perzik, dacht ik aan de woorden van Toon Hermans : Leg neer die bal ! en ik wou net een actie op gang trekken “Red onze perziken” toen ze riep naar Carl, haar man, die wat verderop in de supermarkt tomaten stond te verkrachten, roma’s, en die kunnen nochtans tegen wat. Ze hadden mekaar de knijptechnieken aangeleerd, niet in een SM-kelder,
wel in de fruitafdeling van Carrefour.
Nou, riep ze, die perziken zijn alle gekneusd ! Hij verliet zijn tomaten, imported from Spain voor de lokroep van zijn Carla, imported from Holland. Samen verlegden ze hun werkterrein en testten de pruimen, de reine-claudes, of ze te rauw, te hard, te rijp, te veel reine en te weinig claude waren en legden ze daarna weinig minzaam terug bij soortgenoten. Ik zag de manager naderen met een map en ik dacht : die komt hen verbaliseren wegens ongewenste intimiteiten met steenvruchten maar er gebeurde niets. Hij liet zijn map dicht. Misschien trok hij naar de microfoon en liet hij als heraut over perziken en pruimen en tomaten schallen : Aandacht ! Aandacht ! Willen de dame en de heer met het gratis witte mondmasker zich dadelijk aan de uitgang melden. Maar er waren 5 miljoen gratis witte mondmaskers bedeeld en de uitgang was vrij klein…
Die zondagnamiddag, twee dagen later, zouden Carla en Carl het dan maar stellen zonder fruit voor hun BBQ. Ze hadden zoals velen voor het eerst gehoord van een bubbel, hùn bubbel en Carla schakelde meteen over op paniek. Ze hadden geen bubbels in huis, enkel Heineken, gilde ze met zilte stem want in Yerseke, waar haar wiegje en haar bankje, nee niet haar mosselbank maar wel haar schoolbank ooit stonden, daar spraken ze allemaal met dergelijke zilte stem.
Carl legde haar de niet-alcoholische betekenis uit van bubbels in coronatijden. Dat vond ze lekker gezellig, een BBQ in hun bubbel met 10. Maar wat doe je als je geen problemen meer hebt ? Juist, je cre ëert er.
Lieverd, hoe moet dat dan ? We vragen je ma en je pa, Truus en Koos, Willempie, sinds kort zonder helm, en de buurman, je weet wel h é schat, niet buurman-wat-doet-u-nu, die andere, de dominee. Maar hoe komen we aan 9 en 10 zonder boete ? Alle anderen in de straat zijn zo creepy.
Hoeft niet. Mag minder, was al wat Carl antwoordde.
Hij was al druk bezig met het BBQ’tje. Dit was wel klein, het kleinste modelletje dat Leenbakker ooit in aanbieding had maar voor hun tweetjes was dat meer dan behoorlijk. BBQ-en doe je toch niet om je vol te proppen, wel om eens lekker bijeen te zitten bij het vuur, buiten. Hadden ze mekaar leren kennen op een scoutskamp rond het kampvuur ? Hadden ze samen bij een staking gepost voor de fabriekspoort rond smeulende en stinkende palletten ? Het was misschien de herinnering aan die stank die Carl nu opriep want zijn vuurtje deed het niet. Fijne kiekjes van “Carl bij het BBQ-tje” zouden er niet komen want manlief was onvindbaar in een zwarte wolk. Zelfs de lapjes spek kon je op de rooster niet onderscheiden van de worsten, met daartussen de krielpetatjes, 2 voor elk, en voor Carl en de dominee eentje meer. Als je moet roosteren en als je moet prediken, was een supplementje krachtvoer wel verantwoord.
Willempie, de vriend zonder helm en zonder brommer in coronatijden, had hun sla bezorgd en rode bietjes. Die zouden kleur geven aan hun smulpartij zonder dat daarom een flesje Beaujolais diende opengetrokken.
Het werd leuk, zonder rode wijn maar met een pintje Heineken. Zonder echt te overdrijven met de pilsjes zorgden vooral Truus en Koos, die wat later waren gekomen, voor de vrolijke noot, voor de ambians. Voor sfeer en gezelligheid hoefden Carla en Carl dus bij een volgend feestje niet eens een volle bak Heineken te serveren.
Truus en Koos vertelden niet dat ze al van een andere bubbel kwamen met allerlei aperitieven en zeevruchten en lamskoteletjes en Irish ribeye en Duvel en Orval en Kasteelbier en heel veel Jupiler, dat is pils, geen kattenpis zoals dat Heineken…