Mensen die interesse hebben in de dynamiek van taal, komen met het Nederlands behoorlijk goed aan hun trekken. De verkiezing van het “woord van het jaar” is dan waarschijnlijk ook iets waar ze elk jaar reikhalzend naar uitzien. Vorig jaar bijvoorbeeld werd de term winkelhieren in Vlaanderen verkozen tot het woord van het jaar, ten koste van de term klimaatspijbelaar. Het jaar daarvoor was die eer nog weggelegd voor moordstrookje, een term die gebruikt wordt om onveilige fietspaden te benoemen.
De verkiezing van het woord van dit jaar belooft ongemeen spannend te worden. Sinds het begin van de coronacrisis zijn al maar liefst zevenhonderd nieuwe Nederlandse taalvondsten aan de horizon verschenen** die allen kans maken op op het hoogste schavotje te eindigen, zoals bijvoorbeeld quarantinderen, coronazi, hoestschaamte, anderhalvemetersamenleving (dat wordt scoren bij Scrabble!) en huidhonger. De laatste term drukt het menselijk verlangen uit naar lichamelijk contact, in welke hoedanigheid dan ook. En dat is de reden waarom huidhonger wat mij betreft op de eerste plaats mag eindigen dit jaar. Ik associeer het woord met een pure emotie en een fundamentele behoefte, en ja, er is ook de onweerstaanbare alliteratie in het woord zelf natuurlijk. Huid en honger, daar kan niemand onverschillig voor blijven.
Maar ondertussen blijft het geduldig afwachten natuurlijk tot heel dit circus voorbij is. Ik verwacht dan een groot volksfeest van drie dagen en drie nachten. Ik verwacht dan een lange polonaise op de E40 van Oostende tot in Brussel. Ik verwacht dan tegen elkaar aanschurkende lichamen op alle pleinen en in alle parken, op de maat van de muziek. Ik verwacht dan innige omhelzingen van al wie daar nood aan heeft. Ik verwacht dan dronken filosofen aan alle togen in ons land en eindeloze verklaringen van onvoorwaardelijke liefde voor elkaar. Ik verwacht dan een explosie van ingehouden blijdschap en vreugde. Ik verwacht dan dat we met z’n allen onze huidhonger stillen tot we volledig verzadigd zijn.
Bij leven en welzijn, tot genoegen.
Lees ook: