Een opiniebijdrage van een onze lezers. Over de zaak Jozef Chovanec (zie link voor meer info hierover)
De dood van Jozef Chovanec : duiding bij de hitlersnor.
Ik schrijf in eigen naam, vanuit ervaring als instructeur geweldbeheer, oud-spoedverpleger en psychiatrische verpleegkundige, daardoor ervaren in de omgang met agitatie, agressie en/of geweld bij psychiatrische pati ënten, professionals èn het gebruik van gecontroleerd geweld om de veiligheid terug te garanderen. Ik schrijf ook als vader van een agente.
Vooreerst mijn medeleven aan de familie om deze verschrikkelijke manier van sterven.
Over ‘defusing’.
Heeft de jonge agente een fout gemaakt? Ja. Het was geen ‘erreur’ maar een ‘faute’. Hebben de andere personen een fout gemaakt? Daar kan ik me niet over uitspreken, al kan ik me de situatie inbeelden.
Is er een verklaring voor het maken van die fout? Ja: gebrek aan begrip wat met haar lichaam en geest gebeurde tijdens en vlak na het bedwingen van deze (blijkbare) fysiek gevaarlijke agitatie.
Lees vooral dat ik al meerdere terminologie ën heb gebruikt die elk een totaal verschillend betekenis hebben maar door de meeste mensen, zelfs professionals, op een hoopje worden gegooid. Het zou hier te lang duren om dat uit te leggen.
Besef dat weten wat gebeurt voor een professional (agent, arts, verpleegkundige) de basis moet zijn van handelen. Daarvoor is vaak extra expertise nodig.
Over het symboliseren van de hitlersnor.
Dat een professional de behoefte heeft om de druk van het vat te laten zodra die zich terug veilig voelt is noodzakelijk. Dat is wetenschap. Daarom is het nog niet aanvaardbaar dat dit met een ‘hitlersnorretje’ gebeurt èn terwijl die agente nog bij de betrokkene staat. Sowieso, een hitlersnorretje uitvoeren is niet verstandig. Ik vermoed (voorzichtig) dat het aangaf hoe ze de situatie, hun handelen of het gedrag of de woorden van de betrokkene beleefde.
Maar als u vraagt of ik begrijp wat daar gebeurde dan moet ik antwoorden : ja!
Flikken bashen : Het mag nu gedaan zijn met het steeds weer in beeld brengen van de stommiteit van deze jonge agente en het sterven van een man die, achteraf gezien, beter pati ënt zou genoemd worden.
Best ware het om de situatie te kunnen vermijden, specifiek om hier te duiden waar het snorretje vandaan kwam en hoe en waar ze kunnen leren om gecontroleerd de druk van het vat te laten. Want laat duidelijk zijn: moeten tussenkomen in een cel waar iemand door het lint gaat is levensgevaarlijk en beangstigend. Het went nooit,… of zou nooit mogen wennen. En dan vloeit de adrenaline.
Er blijft veel werk en vorming, ook hervorming voor de boeg. Gelukkig besef ik ook dat de sectoren van de spoedzorg en de politie steeds beter op mekaar ingesteld geraken. Veroordeel niet iedereen die nog de moed heeft om in de hulpverlening te werken, want ook flikken zijn steeds meer hulpverleners. Laat dit een les zijn en moge dit soort gebeurtenissen niet meer verrotten uit angst dat het controverse oproept.
Leer over de noodzaak van defusing. Ga steeds achteraf ‘de handen wassen’, weg van het gebeuren en beschouw dan ‘het openen van de drukklep’ nooit als een professionele mening. Het is louter wat het is: stoom aflaten om weer verder te kunnen werken. Flikken, verpleegkundigen en artsen zijn ook mensen. En dat ‘snorretje’ was een stommiteit die te duiden valt, daarom niet aanvaardbaar is.
Waar me dunkt meer aandacht mag voor zijn is de vraag :”hoe is de situatie zover kunnen komen?” Waarom werd die man niet door een psychiater gezien? Dat vraagt niet zozeer kennis, maar vooral een kader waarbinnen deze kennis voorhanden is.
Het wordt tijd dat spoeddiensten versmelten met politiediensten en ambulancediensten, in grote sites, per regio van 500.000 inwoners in steden, kleiner in het rurale zodat snel kan worden ingegrepen naargelang de noden van de betrokkene.
Carl Nys