Ik geef vrouwen tomaten. Als teken van mijn ongebreidelde liefde, genegenheid en toewijding. Maar ook omdat het een goed seizoen was, de lockdown voor vroege zaailingen zorgde en de koelkast op mijn “loft” de toestroom van het rode en gele goud niet meer aankan.
Ik geef tomaten aan alle vrouwen. Rond of fijn, rank of net iets minder klein, omdat iedereen gelijk is en even mooi en iedereen wel een handvol zongerijpt vruchtvlees verdient in dagen van eenzame opsluiting.
En stiekem hoop ik dat ze kunnen koken en de vruchten mijner noeste arbeid zullen verwerken tot een fijne goulash, of soep met balletjes, liefst nog heden. En mij uitnodigen op anderhalve meter date. Ik breng het voorafgebakken speltbrood wel mee.
Ik geef tomaten aan sterke, vooruitziende vrouwen met ruime vriesvakken of vrouwen die het inmaken meester zijn, en blijf zo verdoken van goulash en velout é. Maar geen probleem, want wijls huidhonger en meeneemchinees mijn deel, staan de “tomates concass ées” in den Aldi aan één plus één.