Geraardsbergen. Welzijnsschakels Steksken doet er alles aan om mensen in tijden van grote eenzaamheid en knagend isolement samen te brengen. ‘Maar waar ligt de grens van wat toegelaten is?’, vraagt Ann Van Nieuwenhove zich af. In een open brief brengt Ann verslag uit over de hoop die vele eenzame mensen koesteren in deze barre tijden en de vele inspanningen die worden geleverd om mensen samen te brengen.
‘Met een bang hartje wachtten de leden van welzijnsschakel Steksken de nieuwe maatregelen af. Zullen we nog mogen samen komen? Wat mogen we nog doen, wat niet meer?’
Welzijnsschakels vallen onder zelfde regeling als cultuur. We mogen dus blijven samen komen, maar onder strenge voorwaarden. Daar zullen we dan ook ons best voor doen want wij weten hoe belangrijk dat samen komen is voor mensen die naar Steksken komen.
Honderden mondmaskers werden gemaakt…
Tijdens de eerste coronagolf met lockdown zaten we ook al niet stil. Onmiddellijk zijn we in actie geschoten om onze mensen op allerlei andere manieren te bereiken. Een messengergroep van vijfentwintig mensen werd al snel opgestart. Daar werd over allerlei thema’s gecommuniceerd. Er werden mopjes en raadseltjes verteld aan elkaar. We dachten samen na over bepaalde thema’s zoals: Wat doet dit met jou als je in je kot moet blijven? Soms werd er in kleinere groepen een videogesprek gehouden. Tekenopdrachten werden meegegeven. Zo zijn we begonnen met kaartjes maken en schrijven. We brachten honderden kaartjes naar rusthuizen, serviceflats en ziekenhuis. We schreven brieven en bereikten onze mensen telefonisch. Honderden mondmaskertjes werden gemaakt door ons naaiclubje, eerst voor eigen mensen en nadien kregen we vragen van buitenaf. Stof, naaigaren en elastiek werd aangereikt en enkele dames hebben heel intensief achter de stikmachine actief geweest. Er werden kleine tomatenplantjes en zonnebloemen uitgedeeld, er werd soep, groenten en fruit verdeeld.
Eenzaamheid en isolement
Toch bleef de lockdown voor onze mensen ondraaglijk. De eenzaamheid en het isolement wogen te zwaar door. Daarom zijn we als één van de eerste groepen opnieuw samengekomen. Eind mei brachten we alles in gereedheid om onze mensen weer bij elkaar te brengen. De vreugde was groot, maar we voelden ook dat er heel wat van ons werk was afgebrokkeld en dat het opnieuw diende opgebouwd te worden. Dat zal tijd vragen. Gedurende drie maanden zijn we altijd in de buitenlucht bijeengekomen. Eerst bij Peperkoekenhuis, nadien aan Den Bleek. Daar waren verschillende mogelijkheden: petanque, badminton, tafeltennis, minigolf, speeltuin voor de kinderen en bankjes om wat uit te rusten en voor een babbel met elkaar. We konden ook enkele uitstappen in juni, juli en augustus organiseren. We bezochten SOS Wilde dieren, de manege ‘4 Stables’ en gingen een dagje naar zee.
Opnieuw een soepbabbel
Vanaf september konden we terecht in de ruime gebouwen in de Abdijstraat, de voormalige kringwinkel. Geen enkel ander lokaal was geschikt om met de coronamaatregelen op een verantwoorde manier samen te komen. We hebben er begin oktober zelfs opnieuw een soepbabbel kunnen houden. Nu corona weer sterk toeneemt, moeten we ook inkrimpen met onze activiteiten. We zullen er evenwel alles aan doen om toch nog onze mensen samen te brengen zonder regels te overtreden. We komen nog samen maar schenken geen koffie meer, geen koekjes of gebak voorlopig, ook geen soepbabbel begin november. Wat mogen we dan wel nog? We mogen nog samenkomen, met de nodige afstanden en vierkante meters per persoon. We moeten nu even dankbaar leren zijn met het weinige dat wel nog mag. We kijken vol goeie moed uit naar betere tijden.
Ann Van Nieuwenhove