Op het dorp in Oosterzele staat een monument in Balegemse steen, dat herinnert aan de gemeentefusies in 1976. In de geschiedenis van ons land hadden de gemeentefusies van 1976 nog nooit zo’n grote impact gehad. 43 jaar geleden, op 1 januari 1977, gingen Oosterzele, Balegem, Scheldewindeke, Moortsele, Landskouter en Gijzenzele een huwelijk aan en slaan onder de naam OOSTERZELE een nieuwe weg in. Er was in bepaalde ontwerpen ook sprake van Gontrode, maar finaal werd Gontrode ingepalmd door Melle. Over de naamkeuze van de fusiegemeente herinneren wij ons nog hevige discussies. Burgemeester dr. De Ganck ijverde en engageerde zich enorm om van ‘zijn’ Windeke de pilootgemeente te maken. Balegem, met het meest aantal inwoners, beriep zich op zijn beroemde steen. Tal van historische gebouwen in grote steden werden opgetrokken in Balegemse steen. Ook de Romeinen gebruikten Balegemse steen voor hun constructies. Finaal werd Oosterzele de naam van de nieuwe fusiegemeente. Fusie, geslaagd? Ja!, De zes puzzelstukken vallen perfect in elkaar. Zes landelijke, groene deelgemeenten, zes deelgemeenten die hun eigen specifiek karakter en zelfbewustzijn hebben kunnen behouden. Zowat alle inwoners vinden dat het goed wonen is in Oosterzele. (Reporter 17, foto’s Danny De Lobelle)
Sinds 1974 was het duidelijk dat een grote fusie van gemeenten er zat aan te komen. Goed om weten, zowat 60 % van de gemeenten telde minder dan 2.000 inwoners (ook Gijzenzele, Moortsele, Landskouter). Er was uiteraard heel wat weerstand tegen de fusie. Meer tegenstanders, dan voorstanders. Actiecomit és, politici,…voeren actie. Maar er was geen ontsnappen aan. De wet — zeg maar Plan Michel – werd gestemd op 30 december 1975, de 2.359 gemeenten in Belgi ë worden gereduceerd tot 596, enkele jaren later tot 589, momenteel tot 581. Doel: gemeenten cre ëren met voldoende bewoners, ruimere oppervlakte, betere dienstverlening aan de snel veranderde tijden. Er was ook een reden die aangehaald werd door de wetgever: financieel gezonde gemeenten. Een doelstelling die niet werd gehaald, zowat alle gemeenten hebben het financieel moeilijk.
De schaalvergroting werd voor onze gemeente een succes, zonder de fusie was het toch ondenkbaar dat elke deelgemeente een sporthal, een hypermodern cultureel centrum, een professionele dienstverlening (gemeente, OCMW), goed uitgeruste technische dienst, een uitgebreide, moderne bibliotheek,…zou hebben.
Op het monument in het Dorp staat een stralende zon, ze staat symbool voor de samenwerking tussen de zes (ex)gemeenten. De ‘Zuil van Samenhorigheid’, werd in 1987 gecre ëerd door beeldhouwer Marc De Bruyn en kunstsmid Pieter De Bruyn, beiden van Aalst. Het lag voor de hand dat men de Balegemse steen zou gebruiken voor het kunstwerk. Omheen de steen loopt een band in gesmeed brons die de zes deelgemeenten oproepen en samenvoegen. Elke deelgemeente wordt uitgebeeld. Graanhalmen, molen, steenhouwer en jeneverpullen staan symbool voor Balegem. Sint — Bavo, een helm met gesloten vizier verwijst naar ridders en soldeniers en beoefenaars van het volksspel (het bollen) geven Gijzenzele weer. Zware trekpaarden, een wever en een duivenmelker symboliseren Landskouter. Een schovenbindster (waar is de tijd?), een oogstende boer met de typische pik staat symbool voor Moortsele. Sint — Kristoffel, een koolmijnwerker, marktvrouw, een trimard (seizoenarbeider die op klompen met de ‘bazatse’’ beladen naar Frankrijk toog) geven Scheldewindeke weer.De jammer genoeg verdwenen Vinkemolen (door storm vernield in 1983), een stralende zon die symbool staat van een stralende toekomst in samenwerking, verzinnebeeldt Oosterzele. De twee Aalsterse kunstenaars zijn erin geslaagd om van elke deelgemeente een eigenheid te typeren. Ze benadrukken de samenhang van de zes deelgemeenten. Ze kozen niet voor gebouwen, wel voor mensen. De vormgeving sluit aan bij de Zuid — Nederlandse kunsttraditie. Het was de bedoeling van Marc en Pieter De Bruyn kunst met het dagelijkse leven te verweven. Reporter 17