Bart leerde een eeuwenoude ambacht Meester-Molenaar

In 2018 nam Bart Callebaut deel aan de molenaarscursus en opleiding als molengidsen en meester-molenaar 2018-2020 van de Molenforum Vlaanderen.   Ook zijn vrouw Peggy was ondertussen geïnteresseerd en samen volgden ze de cursus. Dat is een twee jaar durende 10-delige   intensieve cursus een grote brok theorie en daarna volgt minstens 100 uren stage in een molen waarvan 25 uur maalstage. In de voormiddag theorie per categorie zoals Inleiding / Standaardmolens, Bovenkruiers, Weerkunde, Gaande werk en onderhoud, Watermolens, Geschiedenis, Olieslagmolens, Granen / Mechanische maalderijen, Wetgeving restauratie / Wieksystemen en Veiligheid. In de namiddag werden werkbezoeken gebracht   aan de verschillende molens in de provincies. Bart is intussen geslaagd en Peggy kan het examen afleggen na de corona.

 

Zowat 1000 jaar geleden bouwden de beste ambachtslui de eerste (verticale) windmolen. Dat gebeurde haast zeker in het graafschap Vlaanderen. Ooit werd met duizenden exemplaren ervan graan gemalen, oliehoudend zaad geplet, hout gezaagd, een polder droog gehouden… Ze werden samen met de ontelbare water- en rosmolens een onmisbare schakel in onze voedselvoorziening en leverden eeuwenlang een zeer aanzienlijke bijdrage tot de welvaart in onze streken. Enkele generaties terug verloren die historische molens als gevolg van hun lage rendementen en natuurafhankelijkheid hun economisch nut.Ze verdienen dus te worden gekoesterd, zoveel mogelijk als levende werktuigen. Dan worden ze ook goed onderhouden. Honderden molenminnaars doen dat ondertussen al meer dan veertig jaar. De eerste lichting vrijwillige molenaars kreeg in de jaren ’70 van de vorige eeuw nog opleiding van de laatste generatie beroepsmolenaars. Die kennis wordt nu doorgegeven.

Leren werken met water en wind

Het molenaarsambacht vereist heel wat stielkennis. Molenaars moeten een wel eens schuddende en krakende molen in uiteenlopende weersomstandigheden veilig kunnen bedienen en zelf wat kleine onderhoudswerken kunnen verrichten. Ze moeten vertrouwd zijn met de geschiedenis en de folklore van molens en molenaars, gerst, tarwe en spelt van elkaar kunnen onderscheiden, voldoende kennis hebben over molenstenen, houtsoorten en hygi ëne, en een boeiende rondleiding in hun molen kunnen geven.

Meester-molenaar of molengids

   

Je wordt meester-molenaar als je slaagt voor een theoretisch examen, binnen een periode van twee jaar minstens 100 uur stage volgt bij een meester-molenaar en met succes het praktijkexamen aflegt. Na de opleiding beheers je oude ambachtstechnieken, ken je het ritme van wind en water en ben je in staat een molen zelfstandig te bedienen.