Auteurs: Ludwig De Temmerman en Regina De Rodder
Waar men gaat langs Vlaamse wegen komt men een kapelletje of een wegkruis tegen. De volksreligie is zeer diep geworteld en de kiemen liggen in de Keltische natuurgodsdienst waarbij de natuurelementen: water, vuur, aarde en lucht, werden aanbeden en waarbij offers gebracht werden om een rijke oogst te bekomen. De Kerk heeft de kapelletjescultuur nooit echt gestimuleerd maar toch is de individuele geloofsbeleving van onze voorouders altijd zeer belangrijk geweest. Ze aanbaden hun geliefde heilige in een kapelletje en vonden er troost en kracht om ziekten en tegenslagen te overwinnen. Bij de bouw van een nieuwe woning werd vaak een nis voor een kruis of een heiligenbeeld voorzien in de gevel als bescherming van de bewoners. De kapelletjes zijn niet altijd architecturale hoogstandjes, al werd vaak geld noch moeite gespaard. Ze werden gebouwd met veel liefde en toewijding en met de creativiteit eigen aan de volksmens. In veel gevallen hing er een oud en waardevol kruisbeeld of stond er een heiligenbeeld in de kapel, al dan niet van een lokale houtsnijder. In de recente decennia werden onze kapellen jammer genoeg leeggeroofd door dievenbenden. In een aantal gevallen kon het waardevol erfgoed enkel gevrijwaard worden door het op een veilige plaats op te bergen. Kruisen werden in veel gevallen geplaatst om een overleden geliefde te gedenken. Zo heeft elke kapel en elk kruis een geschiedenis en het beschrijven ervan was het doel van deze publicatie. Wie bouwde de kapel en waarom? Welk menselijk drama verbergt een kruis? Zowel de bestaande kruisen en kapellen als deze die al lang verdwenen zijn werden in het boek opgenomen. Het klein en eenvoudig religieus erfgoed is zeer waardevol omdat het iets vertelt over onze voorouders en over ons verleden. Het is het verhaal van de gewone man in zijn machteloosheid tegenover tegenslag en ziekte in het gezin en op de hoeve.
Hoe is het boek te verkrijgen?
Het boek (formaat 21 x 29.7 cm), hardcover en garengenaaid, telt 312 bladzijden en is rijk geïllustreerd met meer dan 550 afbeeldingen. Het kan besteld worden aan 30 euro door storting op rekeningnummer BE53 4448 5814 6153 van GHK Triverius — financieel beheer, met de vermelding ‘Boek Volksreligieus erfgoed’. Wie het boek met de post wenst te ontvangen betaalt ook nog 8,50 euro verpakking en portkosten. Het boek is eveneens te koop in het documentatiecentrum Triverius, Tirse 1, Brakel, open op zondagen van 10 tot 12 uur. Voor het afhalen of de aankoop van een boek moet niet gereserveerd worden in het documentatiecentrum.
De auteurs
Ludwig De Temmerman werd geboren te Zottegem op 6 mei 1948. Hij groeide op in Nederbrakel en was in 1970 medestichter van jeugdhuis Alfa en in 1973 van de Gemeentelijke Culturele Raad. Vanaf het einde van de jaren zestig was hij actief in het culturele leven van Brakel. Hij was gedurende twintig jaar voorzitter van het plaatselijke Davidsfonds en ook van Kunstkring Die Bronne. Thans is hij voorzitter van de GHK Triverius en van de Gemeentelijke Culturele Raad. Daarbij coördineert hij ook de werking van verschillende werkgroepen waaronder het FBBCE.
Van jongs af was hij geboeid door geschiedenis en de lokale geschiedenis in het bijzonder. Hij schreef de geschiedenis van het plaatselijke Davidsfonds, de geschiedenis van get theatergebeuren in Brakel en de geschiedenis van 200 jaar “muziek” in Brakel”. Hij was eindredacteur en coauteur van de uitgaven over de dekenaten van Nederbrakel en van Sint-Maria-Horebreke.
Regina De Rodder werd geboren te Oudenaarde op 26 december 1948. Ze is de echtgenote van Willy Groenez en moeder van een dochter en een zoon. In 1967 behaalde ze het diploma van kleuterleidster aan het Crombeen-instituut te Gent. Na een aantal jaren dienst sloot ze in 1987 de klasdeur definitief achter haar dicht om zich volop te focussen op het familiaal kleinfruitbedrijf, gekend onder de naam “Die Soete Bese”. Van jongs af was ze geboeid door de geschiedenis van haar dorp en de ruime omgeving maar pas na haar pensionering kwam er ruimte vrij om zich helemaal uit te leven in haar hobby de geschiedenis van haar dorp. Ze ontsloot de gegevens van de burgerlijke stand van de beide deelgemeenten van Horebeke door de essenti ële gegevens te verzamelen in overzichtelijke alfabetische indexen. Ze is auteur van diverse uitgaven over “De bende van Maeter”, het tienerorkest Scaldiana en Horebeke in de ‘Groote Oorlog’. Ze was coauteur van de uitgaven over het dekenaat Sint-Maria-Horebeke en over de militaire oorlogsdoden Brakel -Horebeke-Lierde.
Inleiding
Onze streek is rijk aan klein religieus erfgoed. Vooral in Nederbrakel, Everbeek en Vloesberg zijn nog veel kapelletjes en kruisen te vinden. Veel van dat klein bouwkundig erfgoed ging verloren in de loop der tijden en het komt er dan ook op aan om hetgeen nog rest te koesteren. Ook werden heel wat waardevolle beelden gestolen door benden die de kunstwerken proberen te gelde te maken. Meer nog dan de gebouwen en de kruisen is het verlies aan waardevolle beelden en siervoorwerpen dramatisch voor ons cultureel patrimonium. Waar vroeger het respect oor het religieus erfgoed ingebakken zat in ons volk, is dat steeds minder het geval.
Eindredacteur Ludwig De Temmerman: “ In Brakel begon ik met het verzamelen van informatie en beeldmateriaal in 1977. Ik was destijds betrokken bij de oprichting van Jeugdclub Alfa in 1970 en binnen die jeugdclub werd een fotoclub opgericht onder de leiding van fotograaf No ël De Loose. Na een vijftal jaar stopte fotoclub Alfa. Om de lacune op te vullen werd in 1976, binnen het Davidsfonds van Brakel, fotoclub DAVF opgericht. De eerste activiteit was het fotograferen van kapelletjes en kruisen in Brakel. Laurent De Prez, Peter Devleeschauwer, Patrick Martens, Jeannot Pannekoeke, Erik Van Hoorde, Luk Van Wijmeeersch en ikzelf namen er aan deel. Die verzameling werd dan verder aangevuld en uitgebreid. Op 9 december 1977 werd een diamontage, bestaande uit 235 dia’s, vertoond en die is daarna ongewijzigd gebleven. De beelden zijn dan ook precies gedateerd. Om bij de voorstelling toch iets te kunnen vertellen begon ik dan met het verzamelen van informatie over de kapelletjes en de kruisen die in beeld kwamen. De voorstelling van de montage was aldus geen eindpunt, maar een beginpunt. Verdere informatie werd opgezocht bij buurtbewoners en tal van personen werden geïnterviewd. De diamontage werd ettelijke keren vertoond en telkens kwam er nieuwe informatie naar boven. Alles werd neergeschreven in zes notaboeken. Zeer veel van de zegspersonen zijn inmiddels overleden maar gelukkig werd hun informatie vastgelegd. De notities werden ook getoetst aan de gegevens van de bevolkingsregisters en aan de kadastergegevens.
Op het einde van de vorige eeuw zat de belangstelling voor het bouwkundig erfgoed in de lift. Binnen de Culturele Raad werd in 1993 de werkgroep Open Monumenten opgericht en nagenoeg jaarlijks werd een Open Monumentendag georganiseerd in Brakel. Daarbij kwam telkens het klein religieus erfgoed aan bod. In 1995 werd binnen deze werkgroep het Fonds voor de Bescherming van het Brakels Cultureel Erfgoed (FBBCE) opgericht met de bedoeling erfgoedprojecten te steunen en restauraties uit te voeren in eigen beheer. Daartoe krijgt het Fonds jaarlijks, via de Culturele Raad, een dotatie van de gemeente en jaarlijks wordt ook een bijdrage door de Geschied- en Heemkundige Kring Triverius gestort. Dankzij het Fonds kon al heel wat worden gerealiseerd en heeft Brakel een voorbeeldfunctie verworven op het vlak van de bescherming van het klein bouwkundig erfgoed.
Het 50-jarig jubileum van de Geschied- en Heemkundige Kring Triverius in 2020 was een goede gelegenheid om alle verzamelde informatie te verwerken. Het was ook de bedoeling daar zowel Lierde als Horebeke bij te betrekken, maar Lierde haakte af. De achterstand met Brakel was te groot en bovendien maakte corona het allemaal niet gemakkelijker. In de toekomst zal nog geprobeerd worden om ook het klein religieus erfgoed van Lierde te boek te stellen.
Voor Horebeke was dat wel mogelijk. Vooreerst is Horebeke minder uitgestrekt en ook is Regina De Rodder al jarenlang bezig met het verzamelen van alle mogelijke informatie. Zij vindt zeer goed haar weg in de archieven van de gemeente en van de parochie en zodoende ontdekte ze heel wat interessante informatie. Ze kon bovendien ook putten uit haar verzameld archiefmateriaal en kon ten volle rekenen op de medewerking van bestuurslid Willy Van Schoorisse. Willy is al zijn hele leven gepassioneerd bezig met de lokale geschiedenis en beschikt over een zeer uitgebreide verzameling heemkundig materiaal.
Het verwerken van de gegevens was een hele klus. De mondelinge overlevering is zeer waardevol maar de gegevens moeten gecontroleerd worden. Ons bestuurslid Jean-Pierre Hoebeke bezorgde ons de nodige genealogische informatie. Zijn genealogisch archief is zeer uitgebreid en op een minimum van tijd kan hij een uitgebreide familiegeschiedenis opmaken. Zonder Jean-Pierre was het nooit gelukt om in enkele maanden tijd dit werk klaar te krijgen. Ook de bevolkingsregisters van de verschillende deelgemeenten werden ondergezocht om de verhalen met precieze gegevens te staven. In dit werk werd de genealogische informatie eerder beperkt gehouden. Het was in de eerste plaats de bedoeling een leesbare tekst te schrijven. Dat is een moeilijke combinatie want de bijkomende gegevens maken de tekst minder vlot leesbaar. Om die reden werd de plaats van overlijden niet vermeld als die dezelfde was als de geboorteplaats. Een uitgesponnen genealogie is inderdaad niet mogelijk binnen het bestek van dit boek. Toch hebben we zoveel mogelijk informatie willen verstrekken om de betrokkenen de gelegenheid te bieden hogerop in hun stamboom te klimmen. In een aantal gevallen was het ook mogelijk om te verwijzen naar publicaties waarin dieper kon worden ingegaan op de geschiedenis van de betrokken familie. Om die reden werd bij elke kapel of kruis gerefereerd naar de bron van de informatie en naar meer gedetailleerde informatie indien deze beschikbaar was. Enkel de specifieke bronnen werden daarbij vermeld. Achteraan is er een lijst van bronnen die voor alle beschrijvingen doorheen het boek van toepassing zijn zoals topografische kaarten, historische kaarten zoals de kaarten van de Ferraris, kadasterkaarten en zo meer.
De kapelletjes, kruisen en gevelnissen werden gegroepeerd per deelgemeente. Bij een wandeling door de verschillende wijken wordt stilgestaan bij zowel het verdwenen als het bestaande erfgoed. Straten die vóór de fusie tot een verschillende gemeente behoorden zoals dat het geval was voor de Twaalfbunderstraat en de Smisstraat werden bij één van de gemeenten behandeld. Zo moet de volledige Twaalfbunderstraat onder Nederbrakel gezocht worden, ook al omdat daar de Romeinse afspanning Falconis Mons gelegen was en daarvan is het toponiem Valkenberg afgeleid. De huidige Smisstraat werd volledig onder Elst behandeld hoewel een deel tot Zegelsem behoorde.
Het verwerken van de informatie heeft uiteindelijk een zevental maanden gekost. Daar was meer tijd voor in deze coronatijd, maar anderzijds was het moeilijker om op interview te gaan. De moderne communicatiemiddelen waren een grote hulp en ook de bereidwillige medewerking van bestuursleden en van leden van onze kring was zeer belangrijk. De viering van het gouden jubileum van onze kring kon wegens corona dit jaar niet doorgaan en dan is dit boek toch nog een jubileumrealisatie. Door een samenbundeling van inspanningen werd het volks-religieus erfgoed dat onze voorouders hebben nagelaten uit de vergetelheid gehaald. Het is een stukje geschiedenis van eenieder van ons. Dit boek is dan ook een eerbetoon aan onze voorouders.”