Vlaanderen heeft de blauwdruk klaar voor de oprichting van 120 vaccinatiecentra. Tegen vrijdag 15 januari verwacht de Vlaamse regering alle locaties te kennen. Binnen eerstelijnszone Scheldekracht valt de keuze op een sporthal in Provinciaal Domein Puyenbroeck te Wachtebeke en een sporthal in Sport- en Recreatiecentrum De Warande te Wetteren.
Sinds het begin van de coronacrisis slaan ook de lokale besturen binnen eerstelijnszone Scheldekracht (een gebied dat de gemeenten Melle, Destelbergen, Merelbeke, Wetteren, Wichelen, Laarne, Lochristi en Wachtebeke omvat), de handen nog steviger in elkaar om deze crisis op alle vlakken in te dijken. Er vindt dan ook op structurele basis overleg plaats tussen de acht gemeenten en Eerstelijnszone Scheldekracht.
Zo werd vanuit deze samenwerking onder meer al ingezet op de verdeling van persoonlijk beschermingsmateriaal aan eerstelijnsactoren in de regio. Er volgden specifieke acties inzake sensibilisering en psychosociaal welbevinden van de burgers en eerstelijnsactoren. En niet in het minst wordt ook dagdagelijks intensief samengewerkt om de lokale contact- en bronopsporing waar te maken.
Op woensdag 13 januari vond binnen eerstelijnszone Scheldekracht een overleg plaats tussen de burgemeesters, noodplanningsambtenaren, huisartsenkringen en Eerstelijnszone Scheldekracht vzw om te komen tot één à twee 2 vaccinatiecentra binnen deze zone.
In dit intergemeentelijk overleg werd de knoop unaniem doorgehakt om twee vaccinatiecentra uit te bouwen, gesitueerd langs een denkbeeldige verticale as doorheen de zone: een sporthal in Provinciaal Domein Puyenbroeck te Wachtebeke en een sporthal in Sport- en Recreatiecentrum De Warande te Wetteren.
In de bepaling van de locaties stonden de burgers centraal, alsook het doel een maximale vaccinatiegraad te bekomen. De acht gemeenten en de Eerstelijnszone zijn overtuigd van het belang van een zo toegankelijk mogelijke vaccinatiestrategie in Vlaanderen. Waarbij er enerzijds dient ingezet te worden op de kwalitatieve organisatie van de vaccinatiecentra, maar anderzijds ook de toegankelijkheid moet verzekerd worden voor alle (minder mobiele) burgers, onder meer door de combinatie van openbaar vervoer met een extra mobiel aanbod.
Binnen de zone kan de bevolking uiteraard ook blijven rekenen op de niet aflatende inzet in de triagecentra, die zich momenteel in Merelbeke en Lochristi bevinden. De eerstelijnsactoren en de lokale besturen gaan nu samen met de Eerstelijnszone aan de slag om goede logistieke en mobiliteitsoplossingen uit te werken zodat elke inwoner makkelijk toegang kan krijgen tot de centra. De behaalde consensus is een mooi voorbeeld van hoe een intergemeentelijke samenwerking er kan uitzien binnen een Eerstelijnszone, ten behoeve van de burger.