Geoportaal: gearceerd gedeelte is beschermd onroerend erfgoed
Geraardsbergen. Voor de bouw van 49 wooneenheden en een woontoren tussen de Molenbeek en de spoorweg ter hoogte van de Reepstraat werd onlangs een omgevingsvergunning onder voorwaarden verleend. RAAP Belgi ë deed in 2018 een archeologisch vooronderzoek om na te gaan of er kans is op aanwezigheid van belangrijke archeologische resten van de vestigingswerken en de omwalling van het middeleeuwse Geraardsbergen. We vroegen aan de schepen van Cultuur, Toerisme en Erfgoed Ann Panis (Open Vld) donderdag 14 januari of de stad Geraardsbergen de ambitie heeft om deze site te borgen of eventueel een deel van de omwalling bloot te leggen. We kregen om maandagmorgen 18 januari een reactie. Volgens Ann Panis leert de studie ons niets nieuw.
Op 15 oktober 2020 besliste de Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen om een omgevingsvergunning onder voorwaarde te verlenen voor de bouw van een wooncomplex met 49 wooneenheden langs een nieuw aan te leggen weg tussen de Molenbeek en de spoorweg te Nederboelare. Het bestaat uit een volume met vier bouwlagen, een open plein en een toren met 9 verdiepingen. Er wordt eveneens een verbindingsweg voorzien — parallel aan de spoorweg — die zou moeten aantakken aan de parking van de Vooruitzichtstraat.
RAAP Belgi ë deed in 2018 een archeologisch vooronderzoek. ‘Het doel van dit onderzoek was na te gaan of er kans is op de aanwezigheid van waardevolle archeologische resten. Hierbij zijn gegevens verzameld over aardkundige, archeologische en historische context van het plangebied. Daarnaast werd het terrein geïnspecteerd en zijn enkele controleboringen uitgevoerd’, staat in de studie te lezen.
Vestigingsgracht en omwalling
Tijdens de middeleeuwen — vermoedelijke tussen het einde van de twaalfde en het begin van de veertiende eeuw — werd een stadsomwalling aangelegd die gedeeltelijk via de Ezelsberg liep. De omwalling bestond minstens uit een vestigingsgracht en -muur. De verdedigingswerken verliepen zeer waarschijnlijk van noord naar zuid over het westelijk deel van het plangebied. ‘De stadsomwalling werd vermoedelijk in de 19de eeuw volledig opgegeven en ontmanteld. De verwachting op het aantreffen van de restanten van stadsgracht en -muur ligt volgens de studie van RAAP Belgi ë zeer hoog.
De plaats — waar nu de Ezelsberg ligt — lag bij de ontwikkeling van de middeleeuwse stadskern aan de rand van de benedenstad, wat volgens de studie wellicht pas vanaf het einde van de twaalfde eeuw in de stad werd opgenomen. ‘De verwachting op het aantreffen van laatmiddeleeuwse sporen op dit deel van het terrein ligt relatief hoog.’ De verwachte sporen zijn dus de fundering van een stadsmuur en de opvullingspakketten van een vestigingsgracht.
Verwachtingen liggen hoog
De vraag of de archeologische resten nog in goede staat verkeren, kan momenteel nog niet worden beantwoord. ‘Om deze inschatting te kunnen maken is verder vooronderzoek noodzakelijk. Een eerder uitgevoerd booronderzoek kon de aanwezigheid van stadsgracht en -muur op de Ezelsberg niet aantonen’, vermeldt de studie. De verwachting op archeologische grondsporen en vondsten uit de laatmiddeleeuwse periode wordt vrij hoog ingeschat. ‘Mogelijk gaat het hierbij om de restanten van ambachtelijke activiteiten. Voor bewoningssporen uit oudere periodes ligt de verwachting eerder laag. De studie besluit dat de restanten van de stadsomwalling zeer waarschijnlijk op het westelijk deel van het terrein aanwezig zijn.
We vroegen aan de schepen van Cultuur, Toerisme en Erfgoed Ann Panis of de stad Geraardsbergen de ambitie heeft om deze site te borgen of eventueel een deel van de omwalling bloot te leggen. De schepen reageerde pas deze morgen. Ann Panis: ‘Deze studie leert ons niks nieuw. We weten al sinds eeuwen dat daar de Oudenaardsepoort en de stadsomwalling was. In ‘De Muur rond Geraardsbergen’ (uitgave Gerardimontium 2009), kan je de resultaten vinden van de proefboringen op dit terrein. Dit gebied, net zoals de rest van het centrum, ligt in een archeologische zone, vastgesteld door Onroerend Erfgoed. Het is verboden zomaar in de grond te graven om archeologische vondsten bloot te leggen. Doordat archeologische resten veilig in de grond blijven en dus ook onaangeroerd, is de site sowieso ‘geborgen’ (aldus Onroerend Erfgoed). Enkel bij het plannen van een nieuwbouw moet er een archeologienota opgemaakt worden door de eigenaar van de grond en moet er een archeologiebureau aangesteld worden om proefsleuven te graven voor onderzoek.’
Julien Borremans