Hij stond voor mijn deur met bloemen.
Hij was een knappe man met lichtblauwe ogen. Het was van een soort blauw dat je enkel rond eilanden vindt, het liefst dan nog in de Egeïsche Zee.
Hij had een warme stem, niet van dat warm van de Egeïsche Zee, wel de warmte van een ovenverse geuteling van rond de Zwalm.
Zijn bloemen waren prachtig, een streling voor het oog, ook al was dat oog groen of bruin.
Ik gaf hem € 15 en hij zei : “Je weet wel”. Ik wist inderdaad hoe je potbloemen van een vroegtijdig einde moet vrijwaren want elke maand was hij er weer en telkens kocht ik bloemen. Nu zei hij “je weet wel” en hij knipoogde. Dat knipoog betekende zoveel als : Wij twee tegen alle azaleakwekers.
Ik sloot de deur en bekeek mijn azalea. Ik was blij. Ik was blij met een pot azalea. Ik was coronaproof blij. Op veilige afstand, gemaskerd, in open lucht, in mijn kot was mijn blijdschapshormoon in werking getreden.
Beleef je dat ook nog ondanks wetten en regeltjes, zulk hoeramoment ? Want geef toe : we zeggen te weinig hoera. Nee, dat hoeft niet luidkeels , dat hoeft ook niet in koor. “En nu zingt hier voor ons in het Sportpaleis, het wereldberoemde koor Cantamos Hoera !!!”
Het kan ook zonder stemgeluid, zonder taal.
Nu de Egeïsche Zee, de grotten van Postojna, de Noorse fjorden ons niet meer op bezoek krijgen, hebben we, eindelijk, de Kalmthoutse Heide gevonden, het Hallerbos, de Hoge Venen, het park van Breivelde zelfs.
We beleven dat hoeramoment bij een ondergaande zon tegen een Vlaamse horizon of een regenboog boven een Waals boerendorp.
We beschouwen de roep van de pauw, het lied van leeuwerik en lijster, het gekrijs van kraaien niet als surrogaat van oerwoudgeluiden ergens in Afrika maar als een cadeau ons door Covid-19 aangereikt.
En we zijn dan opnieuw blij, net als bij een wandeling lang geleden met de klas of met de jeugdbeweging.
Corona heeft ons weer in pannen leren roeren, brood leren bakken, bladerdeeg uitrollen en taarten maken die beter smaken dan de apfelstrudel bij Frau Martha in Vorarlberg of de baklava in Istanbul of de past éis de nata in Lissabon. Goed voor een hoera !
Corona heeft ons als gezin thuisgehouden rond het groene kaartmatje of rond een spel Monopoly, Cluedo, Zeeslag. We zijn verplicht geraakt weer te proeven hoe ouderwetse gezelligheid smaakt.
Door vrienden te missen waarderen we weer tenvolle vriendschap. Dankjewel corona !
We verscherpen onze verbeeldingskracht, gaan op zoek naar een alternatief voor een ledenfeest, zoeken de gekste vervanging voor een trouwfeest, een verjaardag, een babyborrel. Corona leert ons genieten van eigen tuin en eigen terras.
Een pandemie waarvan we in 2019 nog niet hoorden, doet ons weer naar de breinaalden grijpen en we malen nog gauw 6 rijtjes in gerstekorrelsteek terwijl in de keuken een grote pot groenten soep staat te worden.
Familie- en vriendenbezoek lukt niet meer. Dan maar met een diepe zucht de map BAH uitgehaald waarin alles wat we met afkeer doen en steeds uitstellen netjes staat gegroepeerd en waar we op pagina 167 vinden : kleerkasten uitmesten. We maken stapeltjes, wat nog even de kast weer in mag, wat naar Ommekaar verhuist, wat voor een hulpactie meegaat naar vluchtelingenkampen.
We sluiten de kastdeuren en we beleven weer een hoeramoment. We hebben plots meer plaats en we halen blij een dikke rode streep over pagina 167.
Zelfs radioweermannen David Dehenauw en Geert Naessens zijn in coronatijden beste maatjes geworden want we hebben de radio in eer hersteld. Wanneer zij ons regen voorspellen, pakken we ook maar pagina 168 eens aan : bellen naar Irma en Lily, naar Lea en Leona maar ook naar Jos ée van Paul en naar Agnes van Borsbeke en Norbert van Anderlecht. En als we dan al bijna een ganse dag Proximussen of Telenetten, dan zien we dat het heeft opgehouden met regenen en we spoeden ons nog even naar buiten want we voelen ons blij met wat corona ook soms met iemand doet : hoera zeggen.