Zottegemse straatnamen onder de loep: Schoofland

In een nieuws reeks neemt  historicus Danny Lamarcq  voor NUUS de Zottegemse straatnamen onder de loep. Deze maand is het de beurt aan  Schoofland.  

Voor wie de vorige stukken in de rubriek heeft gemist, klik op link:  Intro rubriek,  De Colfmaekerstraat,  Duivelsvoetstap,  Pijperzele, De Munkbosstraat Wurmendries, Steenakkerweg, Brouwerijstraat en Alsbroeken   (De Beukelaar) en De Munkbosstraat.

Schoofland ligt in Elene, tussen Rijkbos, de Bambosstraat en de spoorweg

Als de jaarlijkse belastingbrief moet worden ingestuurd, haalt dat telkens weer het nieuws. Belastingen betalen doen we met lange tanden en toch zijn ze van alle tijden. Soms zitten oude belastingsystemen verborgen in een straatnaam. Schoofland is daarvan een mooi voorbeeld.

Schoofland, gezien vanaf Rijkbos. Eigen foto, januari 2021

Niets aan deze schitterende straatnaam laat een vroegere belastingvorm vermoeden en toch draagt hij duizend jaar geschiedenis in zich. De straatnaam kan opgesplitst worden in schoof en land. Land, dat spreekt voor zichzelf, betekent niets anders dan gecultiveerde grond en kan gelden als synoniem voor het hedendaagse veld en kouter.

Pikken

Een schoof is een bundel graan. Vroeger, toen alles nog met de hand moest gedaan worden, werd het graan gemaaid of gepikt, al naar gelang de graansoort en de streek. Maaien gebeurt met een zeis (die een lange steel heeft); om te pikken heeft men een pikke en een pikhaak nodig. Pikken was trouwens een typisch Vlaams systeem.

Bij (de Brabander) Breughel wordt het graan met een zeis gemaaid. Er staan al heel wat stuiken (Pieter Bruegel de Oude (ca.1525—1569) – De oogst — 1565 – The Met New York, Wikimedia
Zo gebeurde het bij ons. In de ene hand de pik waarmee het graan werd gemaaid; in de andere hand de pikhaak waarmee het gemaaide graan in bussels op de grond werd gelegd. Met de pik kon gemakkelijker door regen en wind neergeslagen graan worden gemaaid. Foto: CAG

Of men nu maaide of pikte, de strohalmen werden gebundeld en een aantal bundels werden gestuikt. Men zette ze op schoven. Dat wil zeggen dat men het graan in bundels tegen elkaar plaatste met de afgemaaide kant op de grond, zodat het graan kon drogen. Tot kort na de tweede wereldoorlog kon je dat in de oogsttijd overal op het platteland zien.

Groepjes van elf

Nu we de twee elementen van de straatnaam kennen, kunnen we veronderstellen dat ‘schoofland’ niets anders betekent dan een veld waar schoven op staan. Een synoniem voor graanveld dus. Maar, dat is te simpel geredeneerd, want dan zou elke akker een schoofland zijn en dat is uiteraard niet het geval. Zoals boven vermeld, heeft het woord ‘schoofland’ met belastingen te maken. Nu zat het belastingsysteem vroeger heel anders in elkaar dan vandaag, en toch zijn er overeenkomsten. Net als vandaag werd er op verschillende niveaus belasting geheven en dus door diverse instanties. Het zou ons al te ver leiden om hier de diverse systemen uit de doeken te doen, maar belangrijk om weten is dat er heel wat belastingen in natura werden geheven en betaald.

Zo had de kerkelijke overheid het tienderecht, kortweg de tienden genoemd. Deze belasting rustte van bij de invoering van het christendom op alle gecultiveerde gronden. Ze dienden oorspronkelijk tot vrijkoping van gevangenen, verdeling onder de armen en het onderhoud van de clerus. Zo’n tiend werd gevormd door het tiende tot het vijftiende deel van de opbrengsten van de grond en van de beesten die op die grond geboren waren. Om die belasting effectief te vorderen werden ze verpacht. En die pachter nam personeel onder de arm om het eigenlijke werk te doen. Een van die mannen was de tiendsteker. Die ging op het veld de tiendschoof letterlijk opzij zetten. De boer werd verondersteld zijn schoven in groepjes van elf te plaatsen en één schoof was dan bestemd om de tienden te betalen. Vandaar de benaming ‘tiendschoof’.

Maar daarom was dat stuk grond nog geen schoofland. Ook de heer had op sommige gronden het recht op een deel van de koek. En dat recht noemde men het schoofrecht. Het kwam hier op neer dat de boer een deel van zijn oogst, bijvoorbeeld de vierde of de vijfde schoof aan de heer, van wie hij de grond bewerkte, moest afstaan. Precies een veld waar dat recht gold en dus die vorm van belasting moest worden betaald, noemde men een schoofland.

Schoofland, richting Rijkbos. Eigen foto, januari 2021

Atlas

De straatnaam werd ingevoerd in 2001. Zoals al in ons allereerste stukje gezegd, grijpt de Zottegemse Commissie voor Straatnaamgeving altijd eerst terug naar de gegevens uit de Atlas der Buurtwegen.

Schoofland op de Popp-kaart, ca. 1860. De perceelsnummering is hierniet dezelfde als in de Atlas der Buurtwegen. Geopunt Vlaanderen

Voor het benoemen van de straat in deze verkaveling waren er uitzonderlijk veel mogelijkheden. In de Atlas van Elene vinden we:

– chemin n ° 9: Weststraat (“chemin int érieur du Bamboschstraet au Vuylbok”)

– Chemin n ° 4: Bambosstraet

– sentier n ° 33: Otteweg (“sentier du Sottegemschestraet vers Rijkbosch”)

– percelen 176-177: Schoofland

Dus drie straatnamen en één perceelnaam. Omdat de percelen “Schoofland” het dichtst lagen bij de plaats waar de nieuwe verkaveling zou worden gerealiseerd, werd dat toponiem gebruikt voor de nieuwe straatnaam. Een straatnaam die herinnert aan een tijd toen kerk en heer een flink stuk van de koek opeisten.

 

 

Bronnen
Stadsarchief Zottegem. Stedelijke Commissie voor Straatnaamgeving. Verslag van de vergadering van 22 maart 2001.
Stadsarchief Zottegem. Notulen Gemeenteraad van 24 april 2001.
Luc Van Durme, Toponymie van Velzeke-Ruddershove en Bochoute, Gent, 1986.
Julien Vander Vaeren, ‘Le livre d’or de l’agriculture Belge, Thill, Bruxelles, 1939.
Beeldbank Centrum Agrarische Geschiedenis Leuven (CAG). Geopunt Vlaanderen: www.geopunt.be.