Trage wegen in Corona- en andere tijden.

Stiefmoederlijk behandeld of herwaardering?

We doen het bijna allemaal dezer dagen, de wandelschoenen aantrekken en erop uit gaan. Modder kan ons niet deren, integendeel, het kind in ons vindt het best leuk. Even aan de kant voor een horde fietsers want die willen ook gebruik maken van de wandelpaden.

Zo ontdekken we dat de natuur dikwijls achter de huizen ligt in de (spijtige) lintbebouwingspolitiek van Vlaanderen. Die ruimte gebruiken we zo optimaal mogelijk.

Meer en meer gemeenten herstellen wegjes en paden  en rekenen daarbij ook op de milieuvereniging VZW Trage Wegen.

Het ‘decreet houdende de Gemeentewegen’ dat in werking trad op 1 september 2019  betekende een mijlpaal: het geeft de gemeenten duidelijk de opdracht en de verantwoordelijkheid om een netwerk aan trage wegen uit te bouwen. Opvallend: ze gingen ook in de steden aan de slag (Gent, Antwerpen, Brussel, Brugge, Genk en Hasselt… om er maar enkele te noemen).

Belangrijk is dan ook dat geen enkele trage weg nog kan teniet gedaan worden door verjaring, of omdat hij niet meer gebruikt wordt. Iets waar in het verleden regelmatig misbruik van gemaakt werd om een trage weg af te schaffen. Met dit decreet zullen gemeentebesturen ook krachtdadiger kunnen optreden tegen het onrechtmatig afsluiten, inpalmen of omploegen van een trage weg.

Met dit nieuwe decreet zullen gemeenten dus meer zeggingskracht krijgen.

De vraag blijft wel of alle driehonderd steden en gemeenten die rol ook gaan opnemen. Niet elke gemeente is die trage wegen even goedgezind. De belangrijkste uitdaging is dan ook om de lokale besturen de beschermende principes van het decreet consequent om te laten zetten in daden. Daarom moeten er duidelijke richtlijnen en garanties komen om ervoor te zorgen dat gemeenten dit decreet niet gebruiken om trage wegen af te schaffen, maar wel om het trage wegen netwerk te versterken.

En wat zijn dan, die trage wegen?

Eerst moet je je wel begeven in de specifieke taal van het onderwerp,

Zo spreekt Filip Keirse   mij over omgeploegde clusters, wandelknooppuntenkaart met blauwe streepjes ( dit betekent dat wandelwegen in de toekomst kunnen geopend worden) en andere niet-gerealiseerde wegjes.

Trage wegen zijn paden of wegen die bestemd zijn voor niet-gemotoriseerd verkeer. Wandelaars, fietsers en ruiters zijn de belangrijkste gebruikers.

Je vindt ze overal: op het platteland, in een dorpskern of verkaveling, zelfs in de stad. Verhard of onverhard, breed of smal: een trage weg kan alle vormen aannemen.  Of een weg traag is, hangt dus uitsluitend af van de gebruikers.

Ons land ligt bezaaid met trage wegen. Samen vormen al die veldwegen, kerkwegels, jaagpaden, vroegere treinbeddingen, holle wegen, bospaden en doorsteekjes een  dicht netwerk  waar zachte weggebruikers graag fietsen en wandelen.

Trage wegen worden heel vaak gebruikt voor  recreatie dicht bij huis. Want wat is er leuker dan een fietstocht op zondag, een ommetje met de hond of een avontuurlijke mountainbiketour langs trage wegen? Je ontspannen is veel gemakkelijker ver weg van het drukke verkeer.

Veel trage wegen hebben historische roots. De geschiedenis van sommige veld- of kerkwegels gaat terug tot in de Romeinse tijd! Het zijn relicten die getuigen van oude verbindingen tussen dorpskernen (kerkwegels), van vroegere doorgangen voor landbouwers (karrensporen), van wegen die werden gebruikt om boten voort te slepen (jaag- en dijkpaden op oeverstroken) of van verdwenen trein- en tramverbindingen. Trage wegen vertellen heel wat over de eigenheid van een dorp of een streek. Ze zijn vaak  levend erfgoed  waarover heel wat anekdotes en legendes bestaan. Denk maar aan de smokkel- en molenpaadjes en de kerkwegels.

Trage wegen zijn, zeker in Vlaanderen, ook van belang voor  natuurontwikkeling. In onze dichtbebouwde contreien zijn de overblijvende natuurgebieden klein en sterk versnipperd. Trage wegen zorgen voor een ecologische verbinding tussen natuurgebieden, waardoor tal van planten en dieren zich kunnen verspreiden over een groter gebied. Daarnaast zijn trage wegen een specifieke biotoop voor verschillende planten en insecten. Holle wegen nemen hierbij een specifieke plaats in door hun hoge ecologische en landschappelijke waarde.

Ze zijn ook veilige verbindingen voor  zachte weggebruikers. En maken dikwijls een verbinding tussen verschillende dorpskernen.

Allemaal mooi natuurlijk, maar veel trage wegen zijn de afgelopen jaren verdwenen. Door de aanleg van nieuwe verkavelingen of industrieterreinen, inschakeling in het autowegennet,  of wederrechtelijke afsluiting en inname door eigenaars of landbouwers. Soms worden ze ook met opzet afgesloten of wandelluw gemaakt om — bijvoorbeeld – te zorgen voor rustplaatsen voor dieren of om een kwetsbaar gebied te vrijwaren voor wandelaars of andere gebruikers.

Soms zorgt gebrekkig onderhoud ervoor dat wegen in onbruik geraken en daarna verdwijnen.

Maar daar wordt tegenin gegaan door de milieuvereniging. Zij wijzen er de gemeenten op en schakelen die dan ook in om, in overleg, de weg te ontsluiten.

Bestaan er dan concrete plannen om het decreet “houdende de Gemeentewegen uit te voeren in de verschillende steden en gemeenten?

We vragen het aan Ben Boone, Groen gemeenteraadslid in Zottegem.

”  Op papier lijkt Zottegem verder te staan dan heel wat andere gemeenten. In juni 2019 is de inventarisatie afgerond en hadden alle deelgemeenten een actueel tragewegen plan. De gebiedsdekkende inventarisatie is een belangrijke eerste stap want sinds 2019   kan de stad een subsidies aanvragen bij de provincie voor onderhoud en het plaatsen van naambordjes.  

Normaal is de tweede stap de opmaak van een Actieplan. In zo een actieplan legt men de prioriteiten vast. Welke trage wegen moeten we infrastructureel aanpakken, welke ontoegankelijke wegen maken we weer open? Ook maakt men een budgettaire inschatting. Het is ook in die fase waar de stad een doordachte keuze moet maken over de materialisatie en uitvoeringstechnieken. Bijvoorbeeld welk modderig pad heeft een houten vlonder nodig, waar is een kiezelverharding nodig, waar kan regulier onderhoud volstaan?

“De cruciale planningsfase van het Actieplan inzake trage wegen heeft men in Zottegem gewoon overgeslagen. De stad Zottegem blijf dus werken zonder kompas en met een heel beperkt budget van 5000 euro per jaar” aldus een    gedreven Ben Boone.

De derde stap heeft de stad wel al genomen, weliswaar veel te vroeg. Een 20-tal wegspotters gaan elk seizoen op pad en inspecteren hun deelzone. Bij die vrijwilligers groeien de frustraties want bij elke inspectieronde komen dezelfde infrastructurele problemen weer bovendrijven maar door gebrek aan langetermijnvisie en middelen blijven de problemen onopgelost.

 

Ondanks het vele werk en enthousiasme van die vrijwilligers gebeurt er in Zottegem bijzonder weinig. De tragewegen plannen zijn in Zottegem drie jaar oud maar de aanpak door de stad   is niet substantieel verbeterd. Eigenlijk werkt men in Zottegem nog steeds op dezelfde ad-hoc manier als jaren geleden. Wie het luidst roept of politieke druk kan uitoefenen wordt geholpen maar structureel is er afgelopen jaren weinig veranderd. Soms lijkt er zelfs weinig veranderd sinds de jaren ‘70, behalve dat Instagram-waardige plekjes ook bij de politiek gevoeliger liggen.”  

En bijkomend schakelt Ben Boone nog een versnelling hoger :

“Een bijkomende bedreiging voor het fijnmazige netwerk voor actieve weggebruikers zijn de plannen van Infrabel om heel wat kleinere overwegen volledig af te sluiten. Gezien Zottegem een spoorknooppunt is, zal dit onze stad veel harder treffen dan andere gemeenten.

Die kleinere overwegen zijn vaak de sleutel voor een vlotte, veilige en aangename verbinding tussen de deelgemeenten. Indien Infrabel en de Stad hun princiepsakkoord over de sluiting van de spooroverwegen onverkort doorvoeren moeten voetgangers en fietsers verplicht langs drukke, vaak gevaarlijkere wegen omrijden. Een grondige heronderhandeling, zoals ook de Fietsersbond vraagt, dringt zich dan ook op.”

We vroegen een reactie van bevoegd schepen Evert De Smet, ook naar aanleiding van een recent artikel in het Nieuwsblad van 10 maart 2021, maar daar bleef het erg stil, tot nu.

Tot een paar dagen geleden was het stil, maar ondertussen is de verloren e-mail komen bovendrijven en kreeg ik antwoord op mijn vragen.

Schepen De Smet wou zich eerst goed laten voorlichten door zijn diensten en leverde dan vervolgens deze antwoorden af:

Zijn er sinds de opmaak van het tragewegen plan al verdwenen trage wegen heropend in Zottegem?

“We hebben inderdaad al enkele trage wegen opnieuw geopend sinds de opmaak van het plan. Zo werd, in samenwerking met Natuurpunt, de trage weg tussen Ter Heiden en Steenbergen heropend. Momenteel is dit een van de drukst bezochte wandelwegen van de stad geworden. Ook de verbinding met nummer 178 tussen de Kloosterbosstraat en de Hongerstraat werd opnieuw toegankelijk gemaakt. Ook wandelverbinding nummer 69b werd deze legislatuur helemaal geopend. Een mooie verbinding tussen de Herenput (Beugelstraat) en de Penitentenlaan, over de nieuw aangelegde vistrap”.

 

En is het stadsbestuur van plan om tijdens deze legislatuur bepaalde wegen te heropenen.  

“Voor de trage wegen met nummers 108 en 109 (regio Boterhoek) werd een overleg opgestart met de gemeente Brakel om ook deze op korte termijn te gaan openen. Deze liggen op of langs de grens van beide gemeenten en moeten dus intergemeentelijk bekeken worden. De eerste contacten werden ook al gelegd om de trage wegen met nummers 208 (uitloper van de Slaveweg) en 214 (verbinding Slaveweg met Meersstraat) opnieuw te openen. Dat wordt een belangrijke verbinding met het bestaande Jan De Lichtepad. Ook de wandelverbinding tussen de Wolvenhoek en de Langendries in Sint-Goriks-Oudenhove (Trage weg met nummer 199) wordt aangepakt. Momenteel loopt er een parallel trac é dat werd uitgewerkt door Natuurpunt. We proberen dit in samenspraak met de omwonenden nog te finetunen om op die manier een degelijk alternatief te hebben voor de originele maar onbruikbare trage weg 199”.

 

Zijn er bepaalde wegen waar je concrete plannen mee hebt?

“Er worden heel wat trage wegen opgewaardeerd deze legislatuur. Een voorbeeld daarvan is het Jan De Lichtepad waar de toegankelijkheid werd verbeterd. Ook op andere locaties worden de trage wegen aangepakt. Bij zones die jaarrond heel drassig zijn worden knuppelpaden voorzien en op schuine hellingen worden trappen gemaakt om het comfort en de veiligheid te garanderen. Enkele voorbeelden daarvan zijn de nummers 179, 129 en 237c”.

 

Komen er (bijkomende?) financi ële middelen om de zwaarbewandelde wegen , in slechte staat, opnieuw in bewandelbare modus te brengen?

“Er zijn recent op een aantal van deze trage wegen ingrepen gebeurd om deze beter begaanbaar te maken. Op grote stroken van het Jan De Lichtepad is boomschors aangebracht om de grote drassige stroken beter begaanbaar te maken. We doen dat met inzet van eigen personeel en daar kan geen bedrag op gekleefd worden: de tomeloze inzet van ons stadspersoneel is onbetaalbaar 😉 “.

 

Op welke manier wordt bepaald welke wegen voorrang krijgen?

“Tot op heden was dit ‘ad hoc’. Ik ben het echter eens dat hier een structurele aanpak de beste manier is om dit aan te pakken. We nemen daarvoor contact op met de mensen van het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen, die daarin de lead kunnen nemen”.

Bestaat er een concreet plan om nog tijdens deze legislatuur de voorliggende plannen uit te voeren?

“Geen concreet plan. Er is slechts €5000/jaar voorzien. Met dat geld worden de grootste probleemsituaties aangepakt”.

 

Iemand zegt mij het volgende :  De tragewegen plannen zijn in Zottegem drie jaar oud maar de aanpak door de stad   is niet substantieel verbeterd.

“Ik ben het daar absoluut niet mee eens. De opgesomde voorbeelden van de realisaties van de voorbije jaren en maanden tonen dat ook duidelijk aan. Ik snap dat de oppositie graag een stok heeft om mee te slaan, maar het Zottegemse stadsbestuur doet écht wel veel inspanningen hiervoor.

Bovendien moet er ook een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen trage wegen die op het trac é van een offici ële gemeenteweg (de vroegere “buurtwegen”) liggen en de trage wegen die op priv éterrein liggen en g één gemeenteweg zijn. Bij deze laatste categorie heeft een lokaal bestuur niet de bevoegdheid om werken te gaan uitvoeren. We proberen daar wel, in samenspraak met de eigenaar van die grond en verenigingen zoals Natuurpunt, een bemiddelende rol op te nemen om op die manier, zonder de inzet van financi ële middelen, het één en het ander te kunnen laten realiseren”.

Hij vertrouwt me ook toe dat het jaarlijks budget 5.000,00€ bedraagt. Daarmee kunnen weliswaar geen wonderen mee worden verricht en is een beetje in tegenspraak met de voorgestelde plannen. Meer ambitie zou wel mooi zijn, ook op financieel plan.

 

Het zijn dus de gemeenten die de opdracht geven aan RLVA/Trage Wegen om een adviesnota en wenselijkheidskaart op te stellen. Bij deze opdracht werken vrijwilligers mee aan het inventariseren, etc. De juiste werkwijze kan je vinden op https://www.rlva.be/trage-wegen.

Soms wordt er door de gemeenten actief meegewerkt om het decreet gestalte te geven. Maar een aantal keer ook zien ze er het nut niet van in en meer nog, wordt er tegengewerkt om de uitvoering van het decreet te verhinderen of te vertragen.

Nemen we naast Zottegem ook Zwalm, kleine gemeente wat betreft inwoners maar groot in oppervlakte, veel natuur en ook veel wandelwegen.

Ik sprak daarover met Patrick Moreels,  schepen voor mobiliteit in Zwalm, en als dusdanig ook verantwoordelijk voor “trage wegen”.

“Er is sedert de aanstelling van de nieuwe bestuursploeg reeds veel werk verzet.

Er zijn reeds verschillende stappen gezet waaronder infovergaderingen voor geïnteresseerden, eigenaars en aangelanden. Er is ook al heel wat veldwerk achter de rug.

Eens alles in kaart gebracht en het finaliseren achter de rug is, zal het plan in overleg verder uitgewerkt worden naar mogelijkheden en wenselijkheid.

Aansluitend voorzien we ook bewegwijzering en wandelkaarten.

Het noordelijk deel van Zwalm werd al in kaart gebracht in de bestuursperiode 2006 -2012.

Onder het vorige bestuur lag de zaak stil maar ondertussen is de draad weer opgenomen.

Er worden sedert enige tijd vrij grote sommen vrijgemaakt voor het maaien en onderhoud.

De lokale werkgroep met ondersteuning van het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen mag daarbij op steun rekenen en vindt steeds een gesprekspartner.

De nodige akkoorden werden vooraf gesloten en de middelen daartoe werden vastgelegd in zowel de meerjarenplanning als in een  onderhandelde bestuursovereenkomst met onze partners.

Via mijn collega Francia Neyrinck hebben wij ondertussen ook een omgevingsambtenaar in dienst die bij ( flagrante) overtredingen optreedt op het terrein, weliswaar altijd in dialoog met de gemeentelijke diensten en alle andere betrokkenen”, aldus een tevreden schepen Moreels.

Maar heeft het positieve verhaal in Zwalm ook navolging in andere gemeenten?

De plannen per gemeente of streek bestaan reeds en kunnen via RLVA of de VZW Trage Wegen worden ingekeken.

Het is duidelijk dat veel vrijwilligers tijd hebben en enthousiast zijn voor het vrijmaken van dergelijke wegjes. Ze waken over hun paadjes als een havik over zijn weiland, en dikwijls bereiken ze veel door samenspraak met betrokkenen zoals landbouwers en gemeentebesturen. Dat loopt niet altijd even vlug en vlot, maar stilaan bereiken ze, ook met de invloed van de vele wandelaars in deze Coronatijden, hun doel en dat verdient lof.

Zo sprak ik met Bart Boydens, een vrijwilliger van het eerste uur en een diehard van de wandelwegen. Ik sprak hem op een zondag, volop een gesloten wegje aan het bewaken. De doorgang was (letterlijk) in het water gevallen en hij vond dat hij daar moest over waken en de veiligheid verzekeren.

Dat het wel eens traag vooruitgaat bij de ontsluiting van dergelijke wegen via de gemeenten en dat spreken goud is in plaats van zilver. Spreken met alle betrokken partijen levert zeker en vast begrip op voor elkaars standpunten.

Ondertussen zijn in verschillende gemeenten -met steun van de provincie Oost-Vlaanderen- reeds naambordjes aangebracht en kun je het huidige netwerk aan trage wegen ontdekken via het wandelknooppuntennetwerk van Toerisme Oost-Vlaanderen (zie https://www.routen.be/ ) en o.a. lokaal in de Vlaamse Ardennen via de wandelknooppuntenkaarten van het Milieufront Omer Wattez (zie https://www.milieufrontomerwattez.be/wandelkaart/ ).

Wat ik ook begrijp is dat een verspreiding van de verantwoordelijkheden voor de uitvoering van het decreet, ook dikwijls vertraging en willekeur meebrengt.

Verwissel Belgi ë met Nederland en de uitvoering van het decreet is reeds volop in uitvoering.

Dus nu hopen op een doorgezette, effici ënte en enthousiaste uitvoering door de gemeenten en Vlaanderen is een mooi wandelnetwerk rijker met respect voor tradities en noden.

 

 

Met dank aan Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen en VZW Trage Wegen