In de centrale winkelstraat (Neer- en Hoogstraat) komen speciale parkeerstroken shop & go die met een elektronisch oog zijn uitgerust. Men kan zo na gaan dat men maximum 30 minuten parkeert. Met een mogelijke GAS-boete van 35 euro en elektronisch toezicht zullen winkelende Brakelaars weldra nog maximaal een half uur mogen parkeren in de centrale winkelstraat. Na een half uur krijgt de GAS-ambtenaar van de gemeente een bericht dat de parkeertijd overschreden is. Die komt dan ter plaatse om de gasboete uit te schrijven.
“Het systeem van de blauwe zone die de parkeertijd al tot twee uur beperkte, moest blijkbaar verdwijnen”, vertelt juwelier Wim Van den Bossche die een petitie opstartte. “De inkomsten van de blauwe zone verdwijnen hoofdzakelijk in de zakken van de priv éfirma die de controles uitvoert. De gemeente gaat nu om haar eigen kas te spijzen de boetes zelf innen. Zo verhoogt de gemeente de pakkans voor onze klanten.”
De middenstandsraad en de bevoegde schepen Peter Vanderstuyf adviseerde de parkeerduur op één uur te bepalen. Voor mensen die twee winkels willen combineren wordt het stressen.
In de andere straten met blauwe zone kan men twee uur parkeren. Langdurig parkeren kan men blijven doen op de Tirse en de Vierschaarparking.
Reactie van de schepen voor mobiliteit Sabine Hoeckman
“Deze reglementering is gelijkaardig als in andere steden en gemeenten. Ik sta er echter op om deze reglementering aan te houden, vooral van de 30min parkeertijd, o.a. i.f.v. uniformiteit en herkenbaarheid. Indien je langer nodig hebt, moet je parkeren op de Vierschaar, Markt of Tirse. Voor minder mobiele mensen zijn er speciaal voor hen voorbehouden plaatsen waar men mag blijven staan zolang als nodig.
Ik kan aannemen dat er één jaar terug een advies is verleend in de middenstandsraad waar ik trouwens betreur als schepen van Mobiliteit niet uitgenodigd te zijn geweest om mee te brainstormen. En dat onze schepen van Middenstand er toen heeft mee ingestemd, kan ik volgen. Maar dat was wel een beetje voorbarig want hij moest geweten hebben dat dit één jaar later nog moest besproken worden in een voltallig college van burgemeester en schepenen.”