Hij was er niet. Zij evenmin. Ook de paukenist die de maat had moeten aangeven van het aanschuiven, had het laten afweten. Het aanschuiven was er wel. We schrokken zelfs even, nu ook weer niet zo erg om van een hoedje te spreken, toen we de auto verlieten op de grote parking en de sliert daar in de verte ontdekten. Het was dan ook wel een boterzachte zomeravond op 31 maart maar genieten van het prachtige weer doe je toch nooit staande, mooi achter elkaar, een papier in de hand, en dan nog op één plaats van de Bevegemse Vijvers.
Of we nog eerst eens zouden gaan wandelen ?
Of direct ook in de rij gaan staan ?
We gingen maar direct in de rij staan. De bamboestok van 1.50m was er ook niet maar iedereen hield toch reglementair afstand behalve dan de club van meme die ge ëscorteerd was door dochter en schoonzoon en haar tweelingkleinkinderen. Het bleek dus in geen geval die meme uit het mopje die wilde gecremeerd worden en uitgestrooid op de parking van Aldi omdat ze dan echt zeker was van een wekelijks bezoek van haar familie.
Twee fluorescerende mannen riepen wat, nee geen verwensingen, daarom waren ze t é blij ons daar te zien.
56? 57? 58? Ja, 58, kom maar !
Eerst dacht ik nog dat we ons vergist hadden en in de Zeebrugse vismijn de prijs van de tarbot en de tonijn konden volgen.
Daarna meende ik dat daar niet enkel perspectiefloze oudjes waren uitgenodigd, maar ook een nieuwere, recycleerbare generatie aantrad. M ét hun geboortejaar.
19? 1? 2? Ja, 2 kom maar af.
Gelukkig dat er naast de burgemeester en de gouverneur ook de bamboestok niet was zodat ik ver genoeg van de voorgangers kon gaan staan en in het oor van mijn kleindochter fluisteren :
Hij roept ons af volgens het uur op onze brief…
Had je dat dan nog niet door, vroeg ze heel discreet in mijn rechteroor, dat is de overkant van waar de prik dadelijk zou komen.
We hadden ruim de tijd om onze entourage te inspecteren en te taxeren. Het zagen er stuk voor stuk deftige, intelligente, nuchtere, alerte mensen uit die zich van complottheorie ën en doemscenario’s wijselijk hadden gedistancieerd.
Eentje droeg wel een extreem zomerse outfit die voor een ruime gratis inkijk in haar roerende voorheffing zorgde. Misschien rekende ze er wel op zich langs dit viaduct in de arm te laten vaccineren. Van een leuke omweg gesproken…
Een oude man wachtte niet tot hij binnen was om te strippen. Met Joe Cocker zingen “You can leave your hat on” deed hij net niet. Wilde hij de medische staf daarbinnen helpen om het wat te laten opschieten door nu al een stripact uit te voeren ? Hij rukte zijn jas uit, gaf die aan zijn zoon of was het al zijn kleinzoon om de dikke wollen pull daarna over zijn arm te hangen. Zijn zoon had bompa aangekleed nadat hij de meteo van Novosibirsk had geraadpleegd, een voorspelling van Kerst dan nog wel.
We konden regelmatig een veilige 1.50m doorschuiven en kregen stilaan een kijk op de ingang waar het allemaal zou beginnen.
Een andere man, een jongere uitgave en niet met stentorstem, nam van iedereen die hij onder handen kreeg, de temperatuur op. Daarbij richtte hij een soort pistool tussen de ogen en schoot, maar geluidloos en pijnloos, zelfs niet met losse flodders.
Eerst kreeg ik koude rillingen maar voelde me daarna geruster omdat ik zeker wist dat onze burgemeester dat akkoord met de Siciliaanse maffia in ruil voor financi ële steun kordaat had afgewezen.
Toen ik eventjes in de fout ging en mijn 1.50m herleidde tot 1.22m, zag ik plots Berenice, mijn jeugdvriendin, die zich goedlachs als altijd, aanbood voor het schot tussen de ogen. Ze wankelde niet, ze zeeg niet zieltogend neer, greep niet naar haar rechterflank, daarna naar de linkerzijde toen ze zich realiseerde dat daar het hart lag. Die scène kende ik goed want ik had de film al 17 keer gezien, 17 maal, want telkens hoopte ik dat Don Corleone intussen “vermuit” was geraakt, de baard in de keel had gekregen en niet meer zo hoog praatte. Berenice stapte rechtop verder en verdween.
Ook ik werd door mijnheer Celsius besnuffeld en goedgekeurd voor een prik. Het moest een diepgelovig man zijn, want omdat Aswoensdag en een kruisje op het voorhoofd in aanloop naar vasten en Pasen na 2 jaar nog niet konden, had hij zich dan maar een tattoo laten zetten, kleurrijk, een sleeve. En omdat mannen met tatoeages vertrouwen uitstralen, vooral gekleurd vertrouwen, vertelde ik hem over mijn schrik. Ik vermeldde er niet eens bij : voor spinnen, voor het duister, voor mannen en toch wist hij dadelijk wat ik bedoelde want hij stelde meteen de directe vraag : “Waarom?” wat wijst op een grote mensenkennis.
Er was inderdaad geen reden om zich vragen te stellen. We volgden als bij een bosspel de pijlen, doken in een zwarte box en ik vertrouwde de piqueuse, want zo noemt men haar in franstalig Vlaanderen, de inhoud van mijn pillendoos toe en voor ik het wist, was Pfizer in mijn lichaam op zoek naar ondergedoken Covid-19-aanhangers.
Toen we ons zwart hok verlieten, zei mijn kleindochter, gelukkig heel stil, dat ik flink was geweest en thuis een lolly kreeg. Geen nood, zei ik haar, gelukkig ook heel stil, want we moeten nog een kwartier naar de cafetaria en daar neem ik me een wafel met veel slagroom.
Het verplicht kwartier kwam er, zonder cafetaria en wafel en slagroom.
Wel zag ik Berenice en Suzanne en Ghislain en Trees, geprikt maar zonder crème fraîche.