De Groenbuiken is de bijnaam voor de inwoners van Scheldewindeke. De oorsprong ligt op het kerkplein. Vroeger lag er op de huidige marktplaats een mooi grasplein met hoge bomen. Na de mis op zondag, de enige dag van de week dat de meeste mensen vrij waren, vleiden de Scheldewindekenaars zich bij goed weer neer op het grasplein om nog bij te praten met familie, vrienden, kennissen,…Veel Windekenaars bleven vooral in de zomer een lange tijd in het gras liggen, zo ontstond de bijnaam ‘De Groenbuiken’. (Reporter 17, foto’s Danny De Lobelle).
De mens heeft altijd graag met zijn nabuur gespot. Velen bleven vroeger in de perken van hun eigen gemeente, om met de bewoners van de nabijgelegen dorpen de draak te steken. Alle gelegenheden nam men te baat. Vroeger was er wel een zekere na-ijver tussen de gemeenten. Denken wij bijvoorbeeld aan de legendarische voetbalwedstrijden tussen Windeke en Oosterzele. Elf gedreven Windekenaars tegen elf rasechte Oosterzelenaars, dat gaf vonken. Om de eer, zeg
maar. Een feit, gebeurtenis, ludiek voorval, werd al snel rondgebazuind, verdraaid, uitvergroot. Eens de bijnaam in voege werd die overgeleverd van generatie tot generatie. Zo kregen de Oosterzelenaars de bijnaam van torenpissers (zeiktelen), de Moortselenaars: De Platte Beurzen, de Balegemnaars: haringeters.
Om de naam ‘De Groenbuiken’ in eer te houden werd er in Scheldewindeke een ‘Kermiscomit é De Windeekse Groenbuiken’ opgericht dat de kermis nieuw leven inblies. Het kermiscomit é lanceerde ook de Groenbuikreus. Vroeger kende men door de beperkte mobiliteit nauwelijks de inwoners van de nabij gelegen gemeenten. Tot begin 20 ste eeuw leefde men als het ware onder de kerktoren, had men weinig contact met andere dorpen, 4 Ã 5 km te voet was al een redelijke afstand. Het ontstaan van spotnamen, domme uitspraken, geestigheden,…hebben bij de bevolking altijd in een hoge gunst gestaan. De ene dorpsgemeenschap spotte graag met het andere dorp en gaf een naam die de spot dreef met de inwoners en hun gebruiken. Reporter 17