Volgens een document van 1 juli 1821, bewaard in het parochiearchief, was er al in 1820 een ommegang voor paarden die georganiseerd werd door de gemeente Nederbrakel. Het was echter niet de allereerste ommegang, maar vroegere documenten ontbreken. Waarschijnlijk werd gestart na de Franse Tijd, in de periode 1815-1820, meer bepaald in de Hollandse periode. De bevolking was verlost van het Franse juk en de nood om feest te vieren was groot. In 1814 werd immers ook al een muziekmaatschappij opgericht in Nederbrakel. Hierbij een woordje uitleg van Ludwig De Temmerman – vz van de Geschied- en Heemkundige Kring Triverius.
“Ruiterverenigingen van de omliggende gemeenten konden in 1820 deelnemen met minstens 20 paarden en konden een zilveren herinneringsmedaille (erekruis of ereprijs) winnen. Op de ene kant stond “Nederbraekel en het jaartal”, en op de andere kant stond de gemeente die de prijs ontving gegraveerd. Die prijs werd toegekend aan de mooiste en ordentelijkste groep. De winnaar mocht het jaar nadien de stoet openen. In de beginperiode was er blijkbaar nog geen ruitervereniging in Nederbrakel om de stoet op gang te trekken. Er waren wel al ruiterverenigingen in Michelbeke, Everbeek en Sint-Martens-Lierde. De praktische organisatie was in handen van de “Societeit” een commissie van gemeenteraadsleden en vooraanstaanden.
In de 18de eeuw waren specifieke ruiterommegangen zeer zeldzaam. Wel waren er dan al processies waarin ook ruiters betrokken waren. Ruiterverenigingen waren ook al heel zeldzaam. Voor zover bekend was er in de 18de eeuw in Michelbeke al een groepje van jonge ruiters.
In een gelijkaardig document uit 1824 is geen sprake meer van het feit dat de winnaar van de ereprijs het jaar nadien de stoet mocht openen. Vermoedelijk was er toen al een lokale “Ruitermaatschappij” in Nederbrakel. In de daaropvolgende jaren werd een zilveren medaille uitgereikt aan alle groeperingen van de omliggende gemeenten die met een minimum aantal ruiters aan de ommegang deelnamen.
In 1862, en vermoedelijk al veel vroeger, droeg de zilveren medaille het opschrift: “Ruitermaatschappy van St Pieter Nederbrakel” en de datum. Die ruitermaatschappij beschikte over een vaandel (Standaerd) dat meegedragen werd in de stoet. In dat vaandel was een medaillon aanwezig met een afbeelding van Sint-Pieter, geschilderd door Nederbrakelaar Henri De Coene, een befaamd kunstschilder en professor aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Brussel. Op het einde van de ommegang werden de ruiters opgewacht aan de ‘Brusselse Poort’ door de Nederbrakelse muziekmaatschappij. Zij leidden de stoet naar het Marktplein waar de ruiters nog driemaal rond de kerk reden.
Genootschap H. Petrus Nederbrakel
In de Hollandse Tijd werd de gemeente bestuurd door een groepje vooraanstaande burgers die de verantwoordelijkheden onder elkaar verdeelden. Na de Belgische onafhankelijkheid waren er in 1836 voor het eerst gemeenteraadsverkiezingen. Er was toen slechts één lijst die bij consensus werd samengesteld. Op het einde van de Hollandse periode was een Unionistische partij ontstaan van katholieken en liberalen, die in het verweer gingen tegen de Hollandse koning en die bleef bestaan in het onafhankelijke België.
Tot 1863 was alles peis en vree in de gemeente en de parochie. Burgemeester en schepenen waren actief, zowel in de gemeenteraad als in de kerkraad. In 1846 werd de Nationale Liberale Partij opgericht maar op het platteland bleven de Unionistische Partijen bestaan. Bij de verkiezingen van 1863 werd voor het eerst politiek gestemd en wonnen de liberalen ten nadele van de katholieken. Dat had gevolgen voor het sociaal-cultureel leven in Nederbrakel.
Het bleek toen immers dat de liberalen dominant waren in de Ruitermaatschappij en dat die op kop van de stoet reden en met het vaandel pronkten. De kerkfabriek had immers het vaandel aangekocht, Henri De Coene had het gratis beschilderd met de beeltenis van Sint Pieter en de Ruitermaatschappij had de stok betaald. De kerkfabriek wou het vaandel terug en stelde in een schrijven van 24 juli 1865 aan de Ruitermaatschappij voor om de kosten voor de stok te vergoeden. Aan Henri De Coene werd de vraag gesteld voor wie hij het schilderij in het medaillon geschilderd had, voor de Ruitermaatschappij of voor de Kerkfabriek. De Ruitermaatschappij hield echter het been stijf en er bleef voor de kerkfabriek niets anders over dan een nieuw vaandel de laten maken. Het nieuwe vaandel droeg het opschrift “Genootschap H. Petrus Nederbrakel”, want er bestond al een vaandel van de Ruitermaatschappij. Dat vaandel is nog steeds in bezit van de kerkfabriek maar het wordt tot op heden wel gebruikt door de Ruitermaatschappij, thans LRV Sint Pieter. Op de voorkant staat een pauselijke tiara afgebeeld. Henri De Coene overleed immers in april 1866 en kon dus geen nieuw schilderij maken. Het originele vaandel ging later verloren.
De verkiezingen van 1863 hadden ook een gevolg voot de muziekmaatschappij omdat toen bleek dat die ook in de handen van de liberalen was. In 1866 scheurde een groep muzikanten zich af om De Eendracht op te richten. De vroegere muziekmaatschappij werd bedankt en De Eendracht mocht van dan af de ruiters opwachten onderaan de Neerstraat.
De tweede ommegang
Volgens Renaat Van Der Linden, in zijn boek over bedevaartvaantjes, is de familie De Wolf uit de voormalige afspanning “De Groene Jager”, gestart met de ruiterommegang. Deze werd in de vroege morgen gereden en later zou er een tweede ommegang in de namiddag aan toegevoegd zijn. Dat klopt natuurlijk niet want de Sint-Pieters Ruiterommegang is inderdaad veel ouder en werd altijd al door de gemeente georganiseerd. De ochtendlijke ommegang, die gestart werd in 1880, was een privé-initiatief van de familie De Wolf, naast de traditionele ommegang in de namiddag. Die tweede ommegang was puur religieus en werd wel degelijk gestart om de dodelijke paardenziekte tegen te gaan die de familie De Wolf erg trof. Uiteindelijk is het de Ruitermaatschappij Sint Pieter (thans LRV Sint Pieter) die nog steeds de stoet opent met het vaandel van het “Genootschap H. Petrus Nederbrakel”. De tweede ommegang is gestopt in 1914.
In 1971 werd een tweede Nederbrakelse ruitervereniging opgericht, Stoeterij ter Kleye, die zich meer richt op de recreatieve ruitersport. Dit jaar wordt hun gouden jubileum gevierd. Stoeterij ter Kleye volgt als tweede groepering na LRV Sint Pieter in de jaarlijkse ruiterommegang, die nu al een paar jaar werd opgeschort wegens de coronamaatregelen.”
Tentoonstelling tijdens openingsuren van de BIB
De viering van 200 jaar ruiterommegang is vorig jaar niet kunnen doorgaan wegens de coronamaatregelen. Ook dit jaar is geen jubileumommegang voorzien. De tentoonstellingsstand van de Geschied- en Heemkundige Kring Triverius die voor vorig jaar voorzien was is thans wel opgesteld in de Openbare Bibliotheek tijdens de maand juni en kan bezocht worden tijdens de openingsuren van de bibliotheek.
FOTO ARCHIEF BB