Sinds het jaar 2000 verzamelt de Federale Politie het totaal aantal feiten dat de Lokale en Federale Politie jaarlijks registreren in de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG). De cijfers bieden een zicht op de evolutie van de criminaliteit in België over de jaren heen, al moeten ze met grote voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Een stijging van het cijfer van een bepaald type misdaad betekent niet noodzakelijk dat die vorm van criminaliteit vaker voorkomt, maar kan duiden op een stijging in de aangiftebereidheid bij de bevolking of een evolutie in de onderzoekstechnieken.
Ongeziene toename in phishing: verdrievoudiging van de registraties
Bij phishing worden gebruikersgegevens van mensen, zoals paswoorden en pincodes, gestolen door hen bijvoorbeeld naar een valse website te lokken en hen daar de gegevens te laten invullen.
In 2020 was er een ongeziene toename in het aantal registraties van phishing: 7.424 processen-verbaal werden opgesteld, driemaal zo veel als in 2019. Vooral aan het begin van de coronacrisis, in de maanden maart en april van vorig jaar, gaan de cijfers pijlsnel de hoogte in, om tijdens de zomer lichtjes te zakken en in het najaar rond de 700 meldingen per maand te schommelen.
Phishing is maar één vorm van cybercriminaliteit. In totaal werden in 2020 43.501 gevallen van‘informaticacriminaliteit’ (of cybercriminaliteit) geregistreerd, dat is 26,6% méér dan in 2019. De stijging is al enkele jaren aan de gang.
Ook ‘klassieke’ misdrijven worden alsmaar meer digitaal gepleegd
Naast informaticacriminaliteit in de enge zin worden ook ‘klassieke’ misdrijven, zoals oplichting of fraude, meer en meer online gepleegd. Zo is internetfraude veelvoorkomend, met 35.938 geregistreerde feiten in 2020, een stijging van 41,4% ten opzichte van 2019.
Internetfraude is een vorm van oplichting en staat dus ook onder die categorie geregistreerd in de statistieken (en niet onder ‘informaticacriminaliteit’). Bij internetfraude wordt het internet gebruikt als middel om de oplichting te plegen. Het gaat bijvoorbeeld om fraude bij online kopen en verkopen, vriendschapsfraude, identiteitsfraude, … Ook hier zien we vooral vanaf de maand april 2020 een toename.
De verschuiving van de criminaliteit van de reële wereld naar de digitale wereld is al jaren aan de gang, maar lijkt tijdens de pandemie meer uitgesproken dan voorheen. Wellicht zorgden de maatregelen die genomen werden in de strijd tegen Covid-19, zoals het verplichte telewerk en de sluiting van winkels, voor een toegenomen computer- en internetgebruik, en bijgevolg een verhoogde online kwetsbaarheid.
1 op 5 processen-verbaal is rechtstreeks gelinkt aan de coronamaatregelen
De Lokale en Federale Politie registreerden in totaal 969.383 criminele feiten die plaatsvonden in 2020*. Dat is een toename met 7,1% tegenover 2019. De stijging is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de handhaving van de maatregelen die werden genomen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan.
De handhaving gebeurde in vele gevallen preventief door te sensibiliseren, maar soms ook repressief door te verbaliseren. In de periode van 14 maart tot en met 31 december 2020 werden 191.688 inbreuken op de coronamaatregelen geregistreerd. Dat is één vijfde van het totaal aantal geregistreerde feiten in 2020. De meest voorkomende inbreuken waren de niet-naleving van het samenscholingsverbod (58.652 feiten), de niet-naleving van het verplaatsingsverbod of de avond- of nachtklok (57.411 feiten) en het niet dragen van een mondmasker waar dat verplicht is (25.604 feiten).
Onderstaande grafiek toont het aantal registraties van inbreuken op de coronamaatregelen per week. Het is duidelijk dat de registraties een weerspiegeling zijn van de ‘golven’ van de coronacrisis en de daarbij horende maatregelen: verstrengingen en versoepelingen tekenen zich ook af in de geregistreerde inbreuken.
Wanneer we de inbreuken op deze maatregelen in het kader van de volksgezondheid wegfilteren uit de criminaliteitsstatistieken, ligt het totaal aantal processen-verbaal voor 2020 beduidend lager dan de voorbije jaren. Die daling is ook onlosmakelijk verbonden met de coronapandemie. In onderstaande grafiek zien we dat in januari 2020 de trend van eind 2019 zich doorzet, maar in de maanden maart, april en mei zakken de cijfers volledig weg om daarna weer licht te stijgen, maar nooit tot op het niveau van voor de pandemie.
Het lijkt erop dat de coronamaatregelen dus ook een positieve invloed gehad hebben op de criminaliteitscijfers. Door de sluiting van sommige bedrijven, winkels en handelszaken en het verplichte thuiswerk, waren mensen meer thuis dan gewoonlijk. Ook de tijdelijk gesloten landsgrenzen, het verbod op niet-essentiële verplaatsingen, de avondklok en de hiermee samenhangende controles zullen er zeker een rol in hebben gespeeld.
In de voorgaande jaren viel bijvoorbeeld iets meer dan één derde van alle registraties in de categorie ‘diefstal en afpersing’. In 2020 ging het ‘slechts’ om iets meer dan één vijfde (22%). Voor de woninginbraken gaat het om 34.299 feiten, een daling van 28,6% ten opzichte van 2019 en het laagste cijfer ooit voor deze categorie.
* Deze cijfers zijn gebaseerd op de gerechtelijke PV’s die op 23 april 2021 geregistreerd waren in de ANG. Een zeer lichte stijging in de cijfers is daarom nog mogelijk, bijvoorbeeld omwille van de laattijdige registratie van PV’s voor feiten die aan het einde van het jaar plaatsvonden. Sommige feiten – zoals zedenfeiten – worden niet altijd onmiddellijk aan de politie gemeld.